Ruim een kwart van de Vlaamse gezinnen leeft in een nieuw samengesteld gezin. Dit heeft als voordeel dat kinderen hun verjaardag en andere feestdagen twee keer kunnen vieren. Maar Nieuw Gezin Nederland (NGN), de stichting voor gezinnen met kinderen uit een vorige relatie, ziet ook een aantal valkuilen in het systeem. Onze reporter sprak hierover met een aantal jongeren in samengestelde gezinnen.
“Ik zou later liever geen nieuw samengesteld gezin hebben”, zegt J.K.* (21). Ze woont al negen jaar samen met haar mama, broer, stiefvader en zijn twee kinderen. Dat verloopt goed, al kunnen er ook wel eens zware discussies optreden. “Gelukkig kan ik altijd vluchten naar mijn kot.” Kuypers' ouders scheidden kort na haar geboorte. Ondanks de enkele voordelen waarschuwt Kuypers ook voor de verborgen nadelen van de woonformule, die in de 21ste eeuw de norm zal zijn.
Niet snel heimwee
Wanneer kinderen terechtkomen in een nieuw samengesteld gezin gaat dat dikwijls gepaard met vele veranderingen, zoals een verhuis en nieuwe familieleden. Verkassen naar een andere woonplaats betekent vaak ook het verliezen van de nauwe band met vrienden en familie. Kuypers zelf mist niet snel iemand: “Ik ging als kind ook heel graag op kamp met de jeugdbeweging, dus ik heb niet snel heimwee.”
"Het was wel jammer dat we onze vrienden minder zagen dan voordien, maar daardoor heb ik ook nieuwe vrienden leren maken. Doordat mijn school veel verder lag dan voordien, moest ik ook al erg vroeg uit de veren en lang op de bus zitten", voegt Kuypers er aan toe.
Oude koeien
De bloedband is gebaseerd op een instinct en bevat onvoorwaardelijke liefde. De stiefband daarentegen, is een voorwaardelijke relatie. Stiefouders durven al eens heftiger reageren op het kind van de partner. "Dat verschil tussen bloedband en stiefband is de grootste valkuil in ons nieuw samengesteld gezin", aldus Kuypers.
“Het is niet zo dat mijn stiefvader meer fouten van mij ziet dan van zijn eigen kinderen. Maar wanneer er een discussie is, zal mijn mama oude koeien uit de gracht halen om ook fouten van mijn stiefbroer en stiefzus aan te halen. Dat vind ik jammer. Ik weet dat de biologische ouders dat doen om hun eigen kinderen te beschermen, maar soms zorgt het alleen voor nog meer discussies."
Niet meer in de pampers
(Stief)kinderen kunnen soms ook voor een ‘storing’ zorgen tussen (stief)ouders: de partners hebben weinig tijd voor elkaar, omdat de kinderen zoveel tijd vragen. Hierdoor kunnen verstoorde verwachtingen ontstaan, en het beeld van het ‘ideale gezin’ kan even verdwijnen. Wanneer de kinderen wat ouder zijn, vormt dit meestal geen probleem.
“Ik was twaalf jaar toen we met de vriend van mijn mama gingen samenwonen. Toen had ik niet het gevoel dat wij veel van hun tijd vroegen. Het was niet zo dat wij nog in de pampers zaten, maar ik kan me wel voorstellen dat wanneer dat wel het geval is, de partners inderdaad weinig tijd voor elkaar hebben. Maar dat is volgens mij ook het geval bij ‘normale’, en niet alleen bij nieuw samengestelde gezinnen”, vertelt Kuypers.
Jaloezie
Stiefouders kunnen zich soms buitengesloten voelen door de sterke band tussen biologische ouder en kind. Zeker wanneer die twee veel gedeelde herinneringen hebben, waar de stiefouders niet over mee kunnen praten. Dan spreekt men over verdeelde loyaliteiten. “Dat is bij ons niet het geval. De band tussen mijn biologische papa en stiefvader is relatief goed", vertelt Kuypers. "Dus wanneer we over mijn papa praten is er geen gevoel van wrok.”
“Ondertussen zijn mijn mama en mijn stiefvader al bijna tien jaar samen, dus hebben we met hem ook al veel herinneringen opgebouwd. Hij hoeft dus zeker niet jaloers te zijn.”
Strenge opvoeding
Bij nieuw samengestelde gezinnen duurt het doorgaans vier tot zeven jaar eer de twee verschillende opvoedingsstijlen zich hebben vermengd tot één gezamenlijke opvoedingsstijl. "Mijn mama en stiefvader zijn beiden nogal streng, dus dat was ik al gewend. (lacht) Al was het in het begin toch even aanpassen."
"Mijn stiefbroer- en zus moesten vroeger aan mijn stiefvader vragen om op de laptop te mogen. Wij niet. Ik vond het gek dat zij dat moesten doen, maar ik heb me aangepast, en dus vroeg ik het ook maar."
"Dat we bij mijn stiefvader gingen inwonen, maakte het er ook niet gemakkelijker op. Wij waren de 'indringers'. Het was dus logisch dat wij ons wat meer moesten aanpassen. Al moet het voor mijn stiefvader ook niet gemakkelijk geweest zijn. Plots had hij twee extra kinderen die constant bij hem inwoonden. Hij zag ons meer dan zijn eigen kinderen, omdat die naar hun biologische moeder gingen door co-ouderschap. Het was voor ons allemaal dus niet gemakkelijk."
Hotelmentaliteit
Het huishouden in een nieuw samengesteld gezin is niet zo eenvoudig als een ‘normaal’ gezin. In een NSG komen en gaan er kinderen. Je weet niet meteen of ze mee gaan eten of blijven slapen. Er is veel minder controle, omdat de situatie dikwijls anders is.
“Vooral het eten is een delicaat onderwerp in ons nieuw samengesteld gezin”, lacht Kuypers. "Zowel mijn mama als mijn stiefvader vinden het belangrijk om te weten wie er ’s avonds mee eet. Wanneer dit niet goed geregeld is, krijgen we soms te horen ‘dat het hier geen hotel is’. Om dat te vermijden hebben we al een Whatsapp-groep gemaakt, maar dat systeem is nog niet vlekkeloos. Het is ook moeilijk om te zeggen wie er mee eet en wie niet. Ikzelf zit op kot, net zoals mijn stiefzus. Mijn broer werkt en mijn stiefbroer gaat naar de hogeschool."
Vluchten
“Ik zit op kot in Leuven, en daar ben ik blij om. Wanneer het me thuis te veel wordt, kan ik vluchten naar mijn kot. (lacht) Dat klinkt misschien vreemd, maar mijn moeder en stiefvader begrijpen me ondertussen.”
“Ik weet wel dat ik thuis altijd terecht kan. Ook als mijn mama er niet is. Wanneer ik in panne zou staan met de auto, zou ik eerder naar mijn stiefvader bellen dan naar iemand anders. Ik weet dat ik op hem kan rekenen en bij hem terecht kan. Mijn band met mijn stiefvader is dus ook goed. (lacht) Hij heeft me zelfs leren autorijden, en wie dàt samen overleeft, kan de hele wereld aan.”