ANTWERPEN - De vraag of publieke camera's al dan niet de privacy schenden en of ze de criminaliteit effectief bestrijden, weerklinkt steeds luider. Grondig onderzoek ernaar laat op zich wachten, al maakt de overheid zich sterk dat de camera's wel degelijk doeltreffend zijn.
De Australische rechtbank oordeelde enkele weken geleden dat het gebruik van openbare bewakingscamera’s een regelrechte schending van het recht op privacy is. Daarnaast stelde de rechter ook dat de toestellen niet bijdragen tot een veiligere omgeving, noch preventief werken. "Dat klopt niet", zegt Philippe Beinaerts, woordvoerder van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA). "De camera's werken wel preventief", stelt hij. "De politie lost aan de hand van de beelden dagelijks gemiddeld drie tot vier misdrijven of inbreuken op."
Subjectieve veiligheid
De stad Antwerpen telt vandaag 96 camera’s en daar komen er binnenkort nog eens 21 bij. Er zijn echter nooit Belgische studies geweest die de preventieve werking ervan bewijzen. Caroline De Geest, die zich als jurist bezig houdt met het thema privacy bij de Liga voor Mensenrechten, denkt dat het burgers een subjectief veiligheidsgevoel geeft. "De media en de politiek scheppen een verkeerd beeld van de toestellen", stelt ze. "Hoewel de doeltreffendheid nog niet bewezen is, gaat het volk uit van een positief effect op de criminaliteit."
Sinds de invoering van de camera’s steeg de criminaliteit in de stad met maar liefst achttien procent. Dat vindt Beinaerts normaal. “Als de politie inzet op de aanpak van specifieke strafbare feiten zullen er meer verdachten onderschept worden en zal het aantal vaststellingen op dat gebied inderdaad toenemen”, verklaart hij. “Camera’s dienen als aanvulling om criminelen op heterdaad te betrappen. Dat betekent niet dat ze agenten kunnen vervangen, want er moet natuurlijk ook gepatrouilleerd worden.”
Viseren van doelgroepen
De Geest vindt dat de disproportionele verspreiding van de apparatuur bepaalde doelgroepen sterk viseert. “Elke week verschijnt er wel een persbericht waaruit blijkt dat burgemeesters investeren in nieuwe camera’s waarvan de doeltreffendheid niet bewezen is. En dat in tijden van economische crisis en besparingen. We moeten ons vragen beginnen stellen bij straten en wijken die meerdere opsporingslenzen tellen, zoals dat binnenkort in de studentenbuurt het geval is. Dan wordt duidelijk dat de politie bepaalde doelgroepen viseert, in dit geval studenten en hangjongeren.”
Philippe Beinaerts legt uit dat de politie niet willekeurig tewerk gaat. “In de studentenbuurt zagen we een duidelijke piek van bijvoorbeeld diefstallen”, zegt hij. “De politie kan dankzij de camera’s efficiënter reageren op die overlast. We delen ook niet zomaar beveiligingsapparatuur uit aan de straten die daarom vragen. We hangen alleen camera’s op plaatsen waar bepaalde vormen van overlast en criminaliteit voorkomen en waarvan we weten dat de daders makkelijker te vatten zijn met cameratoezicht.”
Non-argument
Volgens De Geest maakt het stadsbestuur evenwel de fout om de opnameapparaten op gevoelige locaties te plaatsen. “De wet verbiedt openbare camera’s op plaatsen waar de persoonlijke integriteit aangetast wordt, zoals aan een kerk of in de prostitutiebuurt. Nu het stadsbestuur extra wil inzetten op de veiligheid in en rond het Schipperskwartier zullen er veel personen ongewild in beeld worden genomen. Dat is een regelrechte schending van de persoonlijke levenssfeer.”
Beinaerts benadrukt dat de wettelijke bepalingen dat niet toelaten. “Er zijn duidelijke regels waaraan we ons moeten houden”, zegt hij. “De beelden worden bijvoorbeeld nooit langer dan een maand bijgehouden als zich geen incidenten voordoen en de lens wordt evenmin op ramen gericht. Dat camera’s in de prostitutiebuurt een schending van de privacy vormen is een non-argument. De politie houdt zich echt niet bezig met het bespioneren van prostitueebezoekers.”
Ondertussen in Australië
Het gebruik van publieke bewakingscamera’s werd vorige week vrijdag in Australië verbannen. Die uitspraak is het resultaat van een twee jaar durende rechtszaak die Adam Bonner, een lokale landbouwer, tegen zijn stadsbestuur aanspande wegens schending van de privacy. “Ik ga ervan uit dat de stadsbesturen van deze vrije maatschappij eerst de toestemming van haar burgers moeten krijgen om persoonlijke informatie over hen te kunnen verzamelen”, luidde zijn pleidooi. “Ik vind het wansmakelijk dat een maatschappij zich steeds meer probeert te wreken op de 5 procent onruststokers, terwijl 95 procent van de burgers zijn privacy kwijt is door de geïnstalleerde camera’s. Mensen zouden hun anonimiteit moeten kunnen behouden.” De rechtbank verantwoordde haar vonnis met meer dan honderdtwintig redenen.
Tot dusver stapte nog geen enkele Belg naar de rechter om klacht in te dienen tegen de camera’s. Maar wat als dat in de nabije toekomst wel gebeurt? “Als een onderzoek uitwijst dat de toestellen hun doel niet realiseren en niet preventief werken, kan op basis van schending van de privacy een verbod afgedwongen worden in kortgeding”, verduidelijkt advocaat Jeroen Bouwsma van A-Law Advocaten. “Als bewezen wordt dat ze hun doelstellingen wel bereiken, zal de rechter oordelen dat het publieke belang primeert op het persoonlijke en zullen de camera’s waarschijnlijk blijven.”
Geen eenduidige conclusie
Binnenlandse Zaken voerde de afgelopen maanden onderzoek naar het effect van de toestellen op de criminaliteit. De volledige resultaten worden volgende week bekend gemaakt, maar we kregen al een tipje van de sluier mee. “Door de diversiteit in het misdaadbeleid van de verschillende steden is het moeilijk om een eenduidige conclusie te vormen”, zegt adviseur Sofie Van Waes. “Camera’s zijn zeker geen wondermiddel tegen criminaliteit. Meerdere camera’s op één locatie verbeteren de resultaten evenmin, maar in combinatie met politie-interventies bieden de toestellen wel een meerwaarde.”
© 2013 - StampMedia - Nick Lodewyckx
Dit artikel werd gepubliceerd door Apache.be op 30/05/2013