© Kilien Natens

In het onderwijs, in de jeugdhulp, op vele plaatsen vervangt een internetverbinding het menselijk contact. Al is dat niet overal het geval: in Rozemarijn, een vzw die volwassenen met een handicap – vaak een verstandelijke beperking – begeleidt en opvangt, blijft alles grotendeels bij het oude.

© Kilien Natens

“Skypen is hier in Rozemarijn niet nieuw, maar het is wel belangrijker geworden. Nu er geen bezoek meer is toegelaten, moeten onze cliënten op een andere manier contact houden met de buitenwereld. Het gaat dan wel om volwassenen, we mogen niet vergeten dat ze vaak een mentale leeftijd hebben van drie, vier jaar”, legt directeur Koen Dries uit.

Waar sommigen al bekend waren met het fenomeen, was de aanpassing voor anderen wat groter, vooral bij de familie thuis. De ouders van de cliënten zijn vaak zelf al wat ouder, waardoor ze niet altijd zo handig zijn met een computer - als ze die al hebben.   

Je moeder is oké

© Kilien Natens

“Als Skype te moeilijk is voor de familie, dan gebruiken we Messenger of WhatsApp om te videochatten. Zo zijn er ook ouders die speciaal hiervoor een Facebookaccount hebben aangemaakt”, zegt Elke Elekes, een van de begeleidsters bij Rozemarijn. De videogesprekken worden op voorhand goed ingepland en in het media-atelier verwerkt. “Dat is een lokaal met computers waarop de cliënten spelletjes kunnen spelen, brieven kunnen schrijven, dat soort dingen”, legt Elke nog uit. Het werkt trouwens in twee richtingen: “Soms bellen cliënten die nu thuis zijn naar ons, om te zien of alles nog goed gaat met hun vrienden die hier nog zitten.”

En die videogesprekken zijn soms levensnoodzakelijk, vertelt de directeur met een anekdote. “Een van onze cliënten zag op het nieuws dat er doden vielen in ziekenhuizen en woonzorgcentra, en omdat zijn eigen moeder in een revalidatiecentrum zat, vreesde hij het ergste. Hij was pas gerustgesteld toen hij haar even kon zien op Skype – oef, ze leeft nog.”  

Goed bezig

© Kilien Natens

Horia, een van de cliënten, vindt de situatie toch een beetje raar: “We zitten allemaal zo ver van elkaar, kunnen elkaar niet meer vastpakken. Ik zal heel blij zijn wanneer dat weer kan.” En wat ze als eerste gaat doen wanneer ze buiten mag? “Eens goed couscous gaan eten!”, straalt de Marokkaanse. Voorlopig houdt ze het nog vol – ze vult haar dagen met gedichten schrijven over de natuur. “Ik vrees dat we hier niet buiten mogen voor er een vaccin gevonden is. Over twee weken is het gedaan, zeggen ze telkens, maar dat geloof ik niet meer.” 

Via een wekelijkse nieuwsbrief wordt de familie op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in Rozemarijn. Regelmatig wordt er gebeld om te checken of alles goed gaat. “Sinds de maatregelen van kracht zijn, is iedereen gebleven waar hij of zij was: ofwel hier bij ons, ofwel bij de familie thuis”, zegt Koen Dries. “Ze hebben een vaste structuur nodig. In het begin viel het moeilijk dat ze een hele tijd geen bezoek zouden krijgen, maar ook dat went.” Begeleidster Elke beaamt dat: “In het begin werden de cliënten weleens kwaad, maar eigenlijk gaat iedereen er goed mee om. En we zijn nog allemaal gezond, dus moeten we toch goed bezig zijn!”  


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad op 27/04/2020.

vorige volgende