De examens zijn volop aan de gang. En wat blijkt? Slaagcijfers staan volgens onderzoek in de sterren geschreven. “Mensen blijken ongelofelijk voorspelbaar. Dit is enorm eng, we beseffen het niet eens, maar toch is het zo”, schrijft Arne Roels. De 22-jarige student schreef onderstaande column als ontspanning tijdens het blokken voor zijn examens Politieke wetenschappen aan de VU Brussel.

Studenten zijn een ras apart. Niet heus, maar we maken het onszelf graag wijs. De mix van jeugdig optimisme, nieuwe ideeën en een nooit geziene mate van vrijheid, gecombineerd met een stapel torenhoge verplichtingen, zorgt er wel eens voor dat we ons speciaal voelen.

We voelen ons goed, maar hebben toch nog steeds nodig steun nodig. Dat blijkt uit talrijke onderzoeken, als meest recente verwijs ik naar dat van MNM. We zoeken steun bij onze ouders, vooral dan onze moeders. We zoeken steun in geestverruimende middelen, in gekke rituelen en – last but not least – bij onszelf.

Als humane wetenschapper vond ik toch dat er iets ontbrak. Ik zoek namelijk steun in het almachtige getal. Soms sta je gewoonweg versteld van wat sociologen allemaal van iemand kunnen weten door gewoon wat sociale achtergrondfactoren op te lijsten, zoals opleidingsniveau van de ouders, je studierichting in het middelbaar,…

Sociologen kunnen blijkbaar perfect mijn kans op slagen berekenen en hoera: zelfs statistisch significant! Die kans ziet er voor mij best goed uit: mijn beide ouders hebben universitaire studies gedaan (en waren geslaagd), ik heb zelf Latijn gedaan - ja, die bestaan ook nog – en sport als ontspanning tijdens de blok. Ik ben op de koop toe ook nog blank: allemaal dingen die in mijn voordeel spelen om een grotere kans te hebben om uiteindelijk te slagen. Al ben wel van het mannelijk geslacht, wat mijn kans op slagen een beetje verkleint.

Individu in cijfers en tabellen

Statistisch zit ik dus in het juiste vakje. Dat brengt me wel naar een volgende vraag. Als ik slaag, komt dat dan doordat “ik” als persoon mijn best heb gedaan en ervoor gewerkt heb? Of is mijn al dan niet slagen toe te schrijven aan mijn sociale achtergrond, dingen waar ik dus geen invloed op heb gehad? Hier speelt duidelijk het verschil tussen individu en samenleving. Voor mensen die hier meer over willen weten: dat is Weber vs. Durkheim. En aangezien het toch blok is, heeft iedereen tijd om die dualiteit na te lezen op Wikipedia.

Denken we voort op deze gedachtegang. Wat als ik nu niet slaag? Ik heb sociologisch gezien bijna alleen maar factoren die in mijn voordeel spelen, behalve dan dat ik geen vrouw ben. Moet ik dan wanhopen? Heb ik gefaald? Heeft het systeem gefaald? Waar past een individu in cijfers en tabellen?

En kan ik mijn toekomst voorspellen aan de hand van tabellen? Wij mensen blijken dus ongelofelijk voorspelbaar. Dat is enorm eng, we beseffen het niet eens, maar toch is het zo. Stel: jij en je partner zijn hoog opgeleiden en jullie willen kinderen. De naam die jullie kind zal krijgen, is te voorspellen. Zo is een Simon vaak een kind van hoogopgeleide ouders. Mensen die, vaker dan gemiddeld, hoge cultuur consumeren, lees: naar musea gaan.
Heet het kind Andy, dan is dan kans veel groter dat de ouders een lager opleidingsniveau hebben genoten en vaker massacultuur consumeren, lees: televisie kijken. Meer uitleg? Er zijn bibliotheken vol cultuursociologisch onderzoek over.

Dobbelsteen

Het enige probleem hier is dat ik constant schrijf over een meervoud: mensEN. Ik ken enkele koppels die aan kinderen denken. Ik weet dat de kans dat een van die kinderen Simon zal heten relatief groot is, maar ik kan helaas niet zeggen welk kind Simon genoemd zal worden. Zie het een beetje als een dobbelsteen gooien waarvan je weet dat er meerdere zessen bij zitten. Als je maar lang genoeg blijft gooien, komt die zes wel, maar wel met meer kans dat je ander getal krijgt.

Mijn troost in de blok is dus de kille troost van het getal. Mijn lot ligt in mijn eigen handen, en dat van een dobbelsteen. Hopelijk blijkt de uiteindelijke rol een zes. En om hier toch maar zeker van te zijn: doe mij toch ook maar een schietgebedje en een kaars.

© 2014 – StampMedia – Arne Roels