Karen (20) vond de examenperiode dringend tijd om zichzelf op te sluiten. "Het was tijd om alle verleidingen te weerstaan. Net als liefjes die afstand doen tijdens de blok ging ik hetzelfde doen met mijn enige echte ware: het internet. Ik dus voor 10 dagen het celibaat beoefenen. Ja, het was tijd om een klooster in te stappen. Letterlijk", schrijft de studente communicatiewetenschappen als inleiding voor deze column.

Op 24 mei 2014 was ik officieel tijdelijk lid van Abdij Roosendaal in Waasmunster. 10 lange dagen studeren. Ik had een grote zware zak gepakt en we gingen vertrekken. Ik was best wel moedig maar toen ik naar het klooster reed was ik paniekerig. Mijn broer voerde me en kon het niet laten om mopjes te maken.

“One of us. One of us.”

We lachten met het idee dat eens ik binnenstapte in het klooster nooit meer buiten zou geraken. Ze zouden me een habijt aantrekken en ik zou voor eeuwig een van hen zijn. Ik lachte ietwat ongemakkelijk mee.

Ik had schrik om twee redenen. Ik had schrik dat ik in een zwart gat ging vallen en ik had schrik om in een donkere enge kamer te zitten. Dat rond mijn kamer norse oude vrouwtjes, die naar vreemde geurkaarsen ruiken, zouden patrouilleren. Gelukkig was het tegendeel waar.

Bel met speaker

We kwamen aan in een mooie omgeving met veel bomen. Toen we uiteindelijk de abdij hadden gevonden stonden we voor een witte muur, geen oud stoffig gebouw. We belden aan. De bel had een speaker-phone. Vreemd, dacht ik.

Wacht he, ik kom eraan.” zei de zuster.

Een schattig oud dametje opende de deur met een grote glimlach. Haar kleine gestalte en de plooien in haar gezicht maakte haar een karikatuur. Haar typische uitstraling vloekte met het moderne gebouw. Het binnenplein zorgde ook voor heel veel licht. Een moderne abdij.

De studentin is hier!” zei zuster Rosa tegen zuster Trees die zich bezig houdt met de gasten. Een joviale dame. Ze legden me uit wanneer we aten wanneer we opstonden en dat ik zeker een keer mee moest bidden met de zusters. Verplicht.

25 mei, 7 uur ’s ochtends. De bellen van de abdij klonken ongelofelijk luid en lang. Ik was opeens klaarwakker. Om 7 uur 30 vond ik niets anders te doen dan een boek open te doen en te beginnen onderlijnen. Nog nooit in mijn leven had ik een boek aangeraakt voor mijn ochtendkoffie. Ik voelde me goed.

’s Avond keek ik in de spiegel en zei “Ik ben fier op mezelf.” Daarna kroop ik lekker in mijn bed om 23 uur stipt. Zo verliepen de dagen. Ik stond op ik leerde wat, at wat, ging elke dag een keer bidden met de zusters en las wat in een leesboek. Elke dag voelde ik me er meer thuis.

Where art thou my internet?

Rustig. Ik was kalm. Ondanks de vele ervaringen in de abdij voelde ik me in harmonie met mezelf. Geen faalangst, genoeg motivatie en geen dagen verspild aan technologie. De enige activiteit waarmee ik mijn uren vergooide was een dutje hier of daar leggen.

Ik schreef al mijn nevenactiviteiten op. In mijn agenda schreef ik de uren op die ik studeerde en ik documenteerde elk uur dat ik iets anders deed. Het zag er dan af en toe zo uit:

8u: Ontbijt
8u30: Hoofdpijn, dus heb ik maar 2048 gespeeld.
9u: Nog steeds hoofdpijn & in mijn kamer gedanst.
9u30: Geen hoofdpijn meer. Nog steeds aan het dansen.
10u: Sociale Psychologie.

Selfie met zuster Trees

Ik apprecieerde de kleine dingen. Het extra koekje om 4 uur, en babbel en de zusters die vriendelijk waren. Toen het tijd was om naar huis te gaan, wou ik niet echt meer. (Help! De enge buitenwereld!) Ik ging het missen: De volle dagen, het gebed dat nog steeds weergalmt in mijn hoofd en vooral zuster Trees. Wat een figuur.

Op de laatste dag heb ik met haar nog een kort interview afgenomen en, jawel, een selfie getrokken. Ze was verrassend goed op de hoogte van wat het was.

MIJN ALLEREERSTE SELFIE!”, zei ze giechelend. Ziehier:

Karen met zuster Trees van abdij Roosendaal in Waasmunster.

In het interview vroeg ik nog wat ze wou zeggen tegen de studenten. Ziehier, als laatste noot, de goeie raad van ’t nonneke:

Wat wil je nog zeggen tegen de studenten?
Goh. Dat ze hard moeten werken, dat ze goed moeten studeren en dat ze vooral een liefdevolle en een vredevolle mens moeten worden met aandacht voor iedereen.

Amen.

© 2014 – StampMedia – Karen Van Peteghem