Met de theatervoorstelling ALSEMKOMT viert theatergezelschap de Roovers zijn twintigste verjaardag. “We vroegen ons af of we die verjaardag wel moesten vieren, maar langs de andere kant is twintig jaar natuurlijk wel al heel lang.”
ALSEMKOMT vormt het sluitstuk van de Dollarcyclus, een serie over de financiële en morele crisis van het moderne kapitalistische systeem. Naast een sluitstuk is het ook een viering. Robbie Cleiren, Sara De Bosschere, Luc Nuyens en Sofie Sente vieren de twintigste verjaardag van hun theatercollectief de Roovers. Een feest met tien acteurs en een muzikant. Cleiren, medeoprichter van het gezelschap, en Lukas De Wolf, gastacteur, over 20 jaar De Roovers.
Hoe zijn de Roovers ontstaan?
Cleiren: De Roovers is eigenlijk een klas van vier mensen die is afgestudeerd aan het Antwerps conservatorium in 1994. Nadat we afstudeerden, hadden we wel zin om in voorstellingen van anderen te spelen, maar we wilden ook onze eigen verhalen vertellen. Met De Roovers konden we dan dat ei kwijt. Het had ook als voordeel dat we niet moesten wachten op telefoons van anderen.
Het was een goede tijd om een gezelschap op te richten. Er waren mensen die ons de mogelijkheden gaven om in een zaal te repeteren en voorstellingen te maken. In het begin maakte we met heel weinig middelen voorstellingen en tot onze eigen verbazing zijn we twintig jaar later nog altijd bezig.
De Wolf: Voor mij lijkt het een soort van droom om samen met klasgenoten, een collectief te beginnen en daar werk en leven van te maken. Ik vind het mooi en ontroerend om te zien dat de Roovers na 20 jaar nog altijd met elkaar omgaan, met al hun gebreken en hun talenten. Ik hoop dat ik dat ook zal meemaken. Een paar anderen en ik zijn misschien van plan om een collectief te vormen. Ik hoop dat we ook zo lang bij elkaar kunnen blijven, elkaar kunnen blijven ontdekken. Dat ik hier nu bij De Roovers mag staan vind ik leuk en ik leer er enorm veel uit. Ik leer hoe zo’n collectief werkt en hoe zij omgaan met spelen. Alles wat ik hier zie en doe, is motiverend om het ooit zelf te doen.
Lukas, hoe ben jij bij de Roovers terecht gekomen?
De Wolf: Ik kreeg les van Robbie in mijn derde jaar aan het conservatorium. Ik vond het toen wel leuk om met hem samen te werken . Op een gegeven moment kreeg ik van hem een telefoontje met de vraag of ik wou meedoen met ALSEMKOMT.
Vanwaar komt de naam van het gezelschap?
Cleiren: De Roovers is het eerste stuk dat wij speelde tijdens onze stageperiode. Het is een stuk van de Duitse toneelschrijver Schiller, dat gaat over een aantal studenten die zich terugtrekken in de Boheemse bossen om na te denken hoe dat ze het leven op een andere manier vorm kunnen geven. Die filosofie van die rovers, die studenten, vonden wij wel een goed metafoor voor wat toneel spelen is.
“Wij zitten in dat theater en wij kunnen of willen daar niet uit”
Wat is het hoogtepunt in 20 jaar de Roovers?
Cleiren: Je hoopt altijd dat datgene dat je op dat moment maakt het hoogtepunt is. Mijn uitgangspunt bij elke voorstelling die we maken is: hopelijk is dit het beste wat ik ooit zal doen. Of dat zo is en of dat zo zal worden, zal dan moeten blijken. Uiteindelijk is het aan het publiek om te oordelen wat een hoogtepunt is. Het absurde aan toneel is dat alles wat je gemaakt hebt eigenlijk niet meer bestaat. Dat is lucht, dat is vervlogen. Wat je gaat doen bestaat ook nog niet. Voor een speler is het nu het enige wat relevant is.
Ze zeggen altijd dat spelers zoveel waard zijn als het laatste stuk dat ze speelden. Het hoogtepunt is voor mij nu, maar het kan ook een dieptepunt zijn. Dit is ook het enige punt, want al de rest bestaat niet meer. Er is alleen maar dit.
Hoe past ALSEMKOMT in dit jubileum?
Cleiren: We hebben lang nagedacht wat we met die verjaardag zouden doen. We vroegen ons af of we die wel moesten vieren, maar langs de andere kant is 20 jaar natuurlijk wel al heel lang. We kennen heel wat gezelschappen die die kaap al voorbij staken. De ene geeft een fotoboek uit, de andere laat een videomontage maken. We vroegen ons af wat dan een cadeau zou kunnen zijn voor onszelf. Wat ons uiteindelijk leuk leek, was een stuk met veel volk en ook jonge mensen. Ons clubje is niet uitsluitend wij met zijn vieren. De deur moet openstaan voor jonge mensen, zij zijn de toneelspelers van vandaag en morgen.
In totaal staan er tien acteurs en een muzikant op het podium. ALSEMKOMT speelt zich af in een café en die mensen die daar zitten geraken niet uit dat café. Terwijl ze misschien wel allerlei plannen en dromen hebben. Dat café is voor ons het theater. Wij zitten in dat theater en wij kunnen of willen daar ook niet uit. Het stuk gaat over een hoop losers bijeen die niet zonder elkaar kunnen. Het zijn schitterende losers. Ze schitteren in wat ze maar zijn. He is ook een verhaal dat iets vertelt over de wereld van vandaag. We zien hoe andere hun mooie leven tonen op bijvoorbeeld Facebook. Maar de meerderheid van de mensen voelt zich alleen maar mislukken. Om over die mensen te vertellen, daar dient kunst voor. Het stuk gaat over de wereld en over ons.
De Wolf: De tekst die Eugene O’Neill schreef, is herkenbaar. De taferelen die zich afspelen en de mensen in het stuk kom je in het dagelijkse leven ook tegen. Het is niet zomaar een toneelstukje over een paar mensen die op café zitten. Je voelt dat mensen daar leven. Iedereen zit daar met zijn eigen pijn of reden.
Hoe ziet de toekomst van de Roovers eruit?
Cleiren: We gaan de weg die we aan het bewandelen zijn, blijven volgen. Er zijn nog heel veel toneelstukken die we nog niet speelden. Er zijn nog veel verhalen die we nog niet vertelden. We willen toneelrepertoire levend houden en dat gebruiken om iets te vertellen over de wereld van vandaag. Daarnaast hoop ik dat ik nog veel spelers en schrijvers mag ontmoeten, die iets teweeg brengen bij mij en die mij doen nadenken. Ik ben snel op mezelf uitgekeken. Ik heb andere mensen nodig om iets te doen bewegen. Dat lukt in het beste geval ook met publiek.
ALSEMKOMT toert nog t.e.m 12 februari door Vlaanderen. Info en tickets vind je op: www.deroovers.be
© 2014 – StampMedia – tekst: Karolien Segers, foto: Liesbeth Knaeps
Dit artikel werd gepubliceerd op Apen.be op 23/12/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 27/12/2014