© Danny Willems

De voorstelling ‘Tip of the Tongue’ van schrijver, filosoof en verhalenverteller Pieter De Buysser ging op 6 mei in première in het planetarium in Brussel. Aan de hand van video en performance geeft het stuk een introductie over de stand van de hedendaagse wetenschap. De Buysser (1972) studeerde filosofie in Antwerpen en Parijs, maar woont en werkt nu in Brussel.

Eerst en vooral: wordt de voorstelling nog in andere planetaria opgevoerd?

We probeerden de voorstelling te verspreiden door contact te zoeken met een theaterhuis of festival. We spelen ook in Berlijn. Deze stad heeft een fantastisch planetarium en is projectpartner. Ook Parijs is coproducent. Daar spelen we twee weken, in Brussel slechts drie dagen. De meeste grote steden hebben een planetarium. Zo zijn we al in gesprek met Chicago, Helsinki en San Francisco.

Deed u veel research om dit stuk te kunnen schrijven?

Redelijk, maar het belangrijkste voor deze voorstelling waren niet de hooggespecialiseerde studies, waar ik de kennis en achtergrond voor mis, maar wel boeken van Stephen Hawking en Carl Sagan. Dat zijn grote bestsellers. Men categoriseert mijn werk wel eens als moeilijk en elitair, maar uiteindelijk bereik je ook een groot publiek. Dat publiek is misschien minder geconcentreerd in één regio of in één land. Meestal  is dat inderdaad een hoger opgeleid publiek. Daar kan ik niet zoveel aan veranderen, ik probeer zo genereus mogelijk te zijn.

Ik wil niet ingewikkeld doen om ingewikkeld te doen, maar om verwondering over wat ons omringd te delen met mijn publiek. En ik probeer dat zo eenvoudig mogelijk te zeggen, maar niet eenvoudiger dan het is. Om Einstein te citeren: “We have to make things as simple as possible but not simpler.” Dat is echt heel belangrijk. Je kan over kwantummechanica en de hedendaagse fysica moeilijk op een eenvoudigere manier spreken dan dat de kwantumfysica nu eenmaal is. En het is belangrijk om het erover te hebben. Het is een wonderlijke wereld dus je moet dat delen.

Ik ben vooral verwonderd, ik kijk met opengevallen mond naar de sterren. En dan probeer ik een aantal dingen te begrijpen. Hawking en Einstein zijn de grote geesten en daartegenover kan ik me door hen laten inspireren om een voorstelling te maken. Maar ik wil op geen enkel moment beweren dat ik wetenschappelijke ambities heb.

U vond dus uw inspiratie in boeken en bij filosofen?

Ik heb mijn inspiratie gevonden in de filosofie en de cinema. Zo ben ik bijvoorbeeld erg geïnspireerd door schrijvers als Calvino en Borges. Daarnaast was bijvoorbeeld de film Interstellar een interessante referentie. Er is een rijke traditie aan films die met wetenschappelijke experimenten en ruimtereizen spelen. Enkele van die films waren zeker zo belangrijk voor The tip of the tongue, een voostelling op de grens tussen  cinema en theater.

Mensen met beperkte wetenschappelijke kennis begrijpen wellicht niet waarover het stuk precies gaat. Bent u zich hievan bewust?

Absoluut, maar dat is niet erg. De dingen mogen boven de hoofden uitstijgen, of niet eens het hoofd bereiken en in het lichaam blijven spoken.

Vindt u dat niet erg?

Je kunt ook iets maken waarbij veel mensen zeggen dat het heel eenvoudig is. Vind je dat erg? Je leeft gewoon met een grote variëteit aan mensen en op een bepaald moment mik je op een specifiek segment. Sommigen kunnen buiten dat segment vallen, er is niets voor iedereen. We leven in een pluralistische samenleving dus heb ik daar geen probleem mee.

Richt het stuk zich tot mensen met een zekere wetenschappelijke kennis?

Ik denk het niet. Je moet wel enigszins vertrouwd zijn met het snel integreren van tekst en informatie. In dat opzicht is het stuk voor een aantal mensen wel geschikt, voor anderen niet. Ik probeer wel in verschillende lagen te werken. Zo kun je één verhaal zeker volgen, dat van de detective en de dochter. Maar in een planetarium, een wetenschapstheater, wil ik het publiek een introductie geven in de wetenschap. Het is een theaterstuk waarbij mensen verwonderd kunnen zijn en waarbij hun verbeelding aangesproken wordt.

Waar verwijst de titel The Tip of the tongue naar?

Grace en Raymond liggen letterlijk op het puntje van mijn tong. Tijdens een lezing krijgt, op het moment dat ik over de leegte spreek, iemand een klaplong. Daarna word ik meegelokt op een boot door Grace Verra, dochter van de ondernemer. Samen met Raymond White, de privédedective die haar moest zoeken, neemt ze wraak op haar vader die geo-experimenten uitvoert. We starten een wetenschappelijk experiment op de boot en komen in een draaikolk terecht. Samen met die draaikolk start er een deeltjesversneller en met kwantumverstrengeling verplaatsen ze zich naar het puntje van mijn tong. Vanuit het planetarium maak ik contact met hen, ze zitten tegelijkertijd in de ruimte en in mijn tong.

Het bleef een mysterie hoe ze op het puntje van uw tong geraakt zijn…             

Ik leg dat uit, maar het gaat snel. Ik wil wat pauzemomenten inlassen, al is het slechts tien seconden. Ik laat de film tien minuten langer duren om zo de mensen wat tijd te geven om alles te laten bezinken. Ik ga de montage een beetje rekken.

© Danny Willems

Hoelang hebt u aan de voorstelling gewerkt?

Dat is onmogelijk te zeggen, ik ben twee en een half jaar geleden begonnen. Maar waneer ik werk en wanneer ik niet werk is moeilijk van elkaar te onderscheiden, het is niet tijdens de enkele dagen in de montagekamer dat de voorstelling gemaakt wordt, het zijn al de verloren momenten voordien die maken dat ik dan de juiste keuze kan maken. En ik heb tijdens die anderhalf jaar ook zes andere toneelstukken geschreven.

Hebt u dit project uit verwondering opgestart?

Ja, de verwondering om onze kleinheid en grootheid, de schoonheid van de sterren en onze plaats daarin, onze tijdelijkheid en sterfelijkheid. Ook de eenvoudige beginselen die raadselachtig zijn, maar waar niets moeilijks aan is. Het is onuitsprekelijk, het ligt op het puntje van onze tong.

Waar ligt de grens tussen wetenschap, filosofie en kunst?

Ze brengen alle drie op een andere manier iets aan het licht, elk via hun eigen methode. Ik ben geen filosoof, noch een wetenschapper. Mijn methode is die van de kunst, maar ik vind wel inspiratie in wetenschap en filosofie. Kunst brengt iets aan het licht via een esthetische ervaring die onuitsprekelijk is, die daarom niet eens rationeel of verklaarbaar is en die je niet kunt samenvatten of herleiden tot een boodschap. Filosofie en wetenschap kun je wel samenvatten. Kunst is een gebeurtenis die op je inwerkt, die je verloren kan doen voelen, die je kan verwonderen, die je denken en emoties in gang kan brengen. Een kunstwerk is een fysieke en existentiële ervaring, filosofie is een reflectie en wetenschap is onderzoek. Alle drie hebben ze hun vorm van waarheid en die moet je als kunstenaar, filosoof en wetenschapper achterhalen.

Verwijst de installatie in uw voorstelling naar een wetenschappelijk instrument?

Het ‘machien’ verwijst naar de historische machines. Machina Caelesti’s waren instrumenten die gebruikt werden om op een spectaculaire wijze naar de sterren te kijken. Ze stonden voor een zeer theatrale ingreep. De installatie bevindt zich op de rand van wetenschap en theater. In het stuk functioneert het als mijn telefoon en mijn meetinstrument, maar het mag ook een hemellepel zijn, of een angel, of de wortel van een nieuwe taal.

© 2017 – StampMedia – Margot Vanlaet

vorige volgende