Op een warme zondagvoormiddag zit ik in een koel lokaal aan de Draakplaats in Antwerpen tegenover Tom en Caro. Zij zijn vrijwilligers bij Aut & Out, een organisatie die mensen met autisme binnen de LGBT+-gemeenschap verenigt en vertegenwoordigt. Een vergeten raakvlak, volgens Tom. Aut & Out is namelijk de eerste vereniging in Vlaanderen die zich specifiek richt op die doelgroep.
“Ik ben begonnen als vrijwilliger hier in de Holebibib in Antwerpen”, vertelt Tom. “Omdat dat vrij vlot ging, was ik op zoek naar meer vrijwilligerswerk, maar de mogelijkheden zijn uiteraard beperkt in een bibliotheek. Op een dag las ik een artikel in ZIZO over AutiRoze in Nederland, een organisatie van, voor en door LGBT+-personen met autisme. Ik heb dan contact met hen opgenomen en al vrij snel besloot ik zelf iets op te richten. AutiRoze heeft die oproep mee helpen verspreiden. Zodra we genoeg vrijwilligers hadden, gingen we van start.”
Caro pikt in: “Ik heb datzelfde artikel gelezen in ZIZO, en vond het spijtig dat zo’n vereniging niet bestond in België. Even later zag ik in de PASS-uitnodigingen (een nieuwsbrief met activiteiten voor mensen met autisme, red.) een berichtje over Aut & Out. Ik was meteen enthousiast! Dit was het gewoon, en ook nog in de stad waar ik woon! Ik ben dan naar bijeenkomsten beginnen komen en zo ben ik erin gerold.”
Dubbele coming-out
Dat er nood was aan een vereniging die zich specifiek op LGBT+-personen met autisme richtte, daar zijn Tom en Caro het volledig over eens. Volgens Tom zijn LGBT+-verenigingen doorgaans heel verwelkomend, maar er zijn te weinig activiteiten die rekening houden met autisme. Daardoor ligt de drempel om deel te nemen hoog. “Vaak zijn er heel veel prikkels, zoals op feestjes, of ligt de nadruk op het sociale en dat is moeilijk. Daarnaast heb je bij activiteiten voor mensen met autisme vaak het probleem dat je jezelf moet verklaren of dingen uitleggen. Bij Aut & Out moet dat niet. Dat is rustgevend.”
Die rustgevende omgeving creëren ze vooral op praatavonden. Er wordt een thema vastgelegd en een vragenlijst opgesteld, die wordt gedeeld op hun besloten forum. Zo kunnen leden beslissen of het onderwerp hen interesseert en zich voorbereiden. Op de avond zelf worden de vragen in kleine groepjes besproken in een prikkelarme omgeving.
De drempel om deel te nemen aan activiteiten van andere LGBT+-verenigingen ligt vaak hoog - Tom
“Gewone praatgroepen zijn misschien toegankelijk omdat ze prikkelarm zijn, maar vaak is het gesprek zelf een zwart gat”, legt Caro uit. “Je weet niet waar het over zal gaan, wat je kan zeggen, ... Eens je wat meer houvast hebt, gaat alles veel vlotter en ben je minder gestresseerd. Tijdens die praatavonden behandelen we thema’s die ons nauw aan het hart liggen, zoals de dubbele coming-out (als holebi- of transgender persoon en voor je autisme, red.). Af en toe nodigen we ook een spreker uit of houden we een spelletjesnamiddag. Voorlopig lijkt die formule goed te werken.”
Sprong in het duister
Momenteel is de vereniging nog klein. Op het forum zijn er iets meer dan dertig leden actief, de bijeenkomsten trekken steeds een tiental personen. Ze hopen dat de groep snel groeit, zodat ze op termijn kunnen aansluiten onder de koepel van çavaria. Ze willen ook op andere steden activiteiten laten doorgaan, want nu al krijgen ze de vraag waarom er in Leuven of Brussel geen afdeling van Aut & Out is.
We kregen bij de Antwerp Pride een plaatsje redelijk ver vooraan, zodat onze omgeving zo prikkelarm als mogelijk was - Tom
Tom en Caro hopen dat het Antwerpse initiatief een houvast kan bieden voor mensen die in hun eigen regio iets willen doen. “Je kan absoluut zelf iets opstarten, met ondersteuning van de lokale LGBT+-gemeenschap. Wij krijgen bijvoorbeeld steun van het Roze Huis in Antwerpen. Er komt wat administratie bij kijken, maar je kan je activiteiten invullen zoals je wil. Het is een beetje een sprong in het duister, maar wij willen nu een referentiepunt vormen zodat toekomstige organisaties er niet alleen voor staan.”
Steun vanuit de lokale LGBT+-organisaties is inderdaad van belang en de ervaringen van Tom en Caro zijn tot nu toe heel positief. “We merken dat ze ons echt proberen te betrekken en ons accepteren. De mensen van Antwerp Pride hebben bijvoorbeeld rekening met ons gehouden toen we meeliepen in de stoet. We kregen een plaatsje redelijk ver vooraan, zodat onze omgeving zo prikkelarm als mogelijk was”, vertelt Tom. Hij lacht even. “We waren natuurlijk een beetje nerveus. We wisten niet welke reactie we konden verwachten met onze vlag, maar bij de eerste bocht kregen we al applaus van mensen die aan de kant stonden. Dat was echt een heel tof moment.”
Community
Er is dus zeker vraag naar en plaats voor een organisatie als Aut & Out. Dat ze toch de eerste vereniging zijn die zich ermee bezig houdt komt volgens Caro doordat er nog geen algemeen bewustzijn is voor hun specifieke intersectionaliteit. “In 2017 is er een belletje gaan rinkelen toen er een studie werd gepubliceerd rond autisme en LGBT+. Er waren op dat moment ook andere studies aan de gang, maar toch bleef de impact beperkt.”
Dat betekent niet dat LGBT+-mensen met autisme elkaar voordien niet wisten te vinden. Het internet speelt een belangrijke rol binnen de gemeenschap. “Het internet is een plaats waar we ons gemakkelijker kunnen uitdrukken. Online moet je je geen zorgen maken over oogcontact en je kunt nadenken over wat je wil zeggen voor je het verstuurt. Informatie is ook sneller en gemakkelijker toegankelijk. Het enige nadeel is dat het geen fysieke gemeenschap is waar je terecht kan. Daarom is het zo belangrijk dat er groepen zijn zoals Aut & Out, zodat je ook in offline een netwerk hebt waar je op kan terugvallen.”
Vooroordelen
Zo’n netwerk is nodig, want leden van de doelgroep worden nog vaak geconfronteerd met vooroordelen en afwijzing, niet enkel over hun seksualiteit of genderidentiteit maar ook over hun autisme. “Ik heb de indruk dat mijn seksualiteit sneller aanvaard wordt dan mijn autisme, zowel op het werk als in sociale situaties. Autisme is vaak lastiger en moeilijker uit te leggen”, vertelt Tom.
Caro sluit zich daarbij aan. “De ideeën die mensen over autisme hebben zijn vaak niet up-to-date. Er zijn nog heel wat misverstanden, zelfs bij mensen die iemand met autisme in hun omgeving hebben. Mijn beeld over autisme was ook helemaal verkeerd, tot ik mijn diagnose kreeg. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel.” Maar er is hoop, zegt Tom. “Zichtbaarheid is enorm belangrijk, zeker in de media. Ik zie steeds meer autistische personages verschijnen in films en series. Soms zelfs redelijk realistische personages! Dat is een goede trend.”
Onze maatschappij heeft het moeilijk om met ‘nieuwe’ ideeën om te gaan - Caro
Bij hun leden merken ze dat seksualiteit vaak sneller aanvaard wordt door de omgeving, maar ook dat verdient nuance volgens Caro. “Alles hangt af van de ‘letter’ waar het over gaat. De L (Lesbian) en G (Gay) worden behoorlijk vlot geaccepteerd. Vanaf de B (Biseksueel) wordt het moeilijker en eens je bij de T (Transgender) zit zijn er vaak problemen. Om nog maar te zwijgen van concepten zoals non-binair of het verschil tussen seksuele en romantische aantrekking. Maar dat is een algemeen probleem. Onze maatschappij heeft het moeilijk om met zulke ‘nieuwe’ ideeën om te gaan.”
Geen label nodig
Niet dat labels een grote rol spelen bij Aut & Out. “We vragen aan de ingang niet ‘en wat ben jij?’ Iedereen is welkom, zowel zij die perfect weten wie ze zijn, als zij die nog met een heleboel vragen zitten. Dat geldt ook voor autisme, trouwens. Je hoeft echt geen officiële diagnose te hebben om bij ons welkom te zijn.” Want Aut & Out wil vooral een veilige plaats bieden om te praten, te leren en elkaar te steunen.
Caro somt het mooi op: “We hopen met Aut & Out de wereld een beetje verdraagzamer te maken. We richten ons op autisme en LGBT+, maar het gaat verder dan dat. Iedereen zou moeten kunnen aangeven als er iets moeilijker gaat bij hen, zonder te moeten verklaren waarom of hoe. Respecteer gewoon elkaars grenzen.”
Tom (41, hij/zijn)
Tom was zestien toen hij zijn seksualiteit ontdekte. Hij ging op zoek naar LGBT+-verenigingen maar voelde zich nergens echt thuis. “De focus lag heel hard op het sociale en dat lukte mij gewoon niet. Dat het allemaal plaatsvond in een rokerige kelder hielp niet echt.” Hij ging dan op zoek naar vrijwilligerswerk en rolde zo toch het verenigingsleven in. Pas op zijn 36e kreeg hij de diagnose van autisme.
“Ik maskeerde heel fel, zeker toen ik jonger was. Ik speelde eigenlijk een toneeltje om erbij te horen. Ik moest gewoon harder mijn best doen. Maar er zijn limieten aan hoe hard je je kan aanpassen.” Sinds zijn diagnose probeert hij dat maskeren af te bouwen. “Het is zo vermoeiend, en zo heb ik geen plezier aan sociale interacties. Toch is het beangstigend, want ik weet hoe mensen kunnen reageren als ik mijn masker volledig laat vallen.”
Caro (29, die/hun)
Caro heeft er een hele ontdekkingstocht opzitten. “Toen ik 24 was, kwam ik in aanraking met het concept aseksualiteit tijdens een moeilijke relatie. Dat was echt een openbaring. Zo’n dingen komen niet aan bod in het onderwijs, dus ik wist ook niet dat er iets was buiten homoseksualiteit of biseksualiteit. Hoe meer ik las, hoe meer de puzzelstukjes op hun plaats vielen.” Uiteindelijk herkende Caro zich in de concepten non-binair en panromantisch.
“Dankzij het internet heb ik mezelf stukje bij beetje ontdekt.” Net als Tom kreeg die hun diagnose van autisme redelijk laat, op hun 27e. “Ik had net mijn doctoraat afgewerkt en moest een job zoeken, maar ik voelde me in niets echt comfortabel.” Na hun diagnose worstelde Caro met de impact ervan op hun leven. “Ik moest alles opnieuw een plaats geven en mijn hele leven door een andere bril bekijken. Het heeft wel een tijdje geduurd voor de rust terugkeerde. Nu ben ik veel milder voor mezelf.”
Dit artikel werd gepubliceerd door Zizo Magazine op 12/09/2019