SULAYMANIA – Vandaag is het 27 jaar geleden dat Koerdistan en de wereld werden opgeschrikt door één van de meest gruwelijke gebeurtenissen sinds de Tweede Wereldoorlog. Het dorpje Halabja, in het noorden van Irak, werd gebombardeerd met mosterdgas. Ik ben vandaag getuige van de herdenking, die wordt gehouden over heel Koerdistan.

Op 16 maart 1988 werd het dorpje Halabja in het noorden van Irak gebombardeerd met mosterdgas door het regime van Saddam Hoessein. Het was de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog en het verbod op het gebruik van massa-vernietigingswapens door de internationale gemeenschap, dat dit soort gruwel weer voorkwam. Op deze dag lieten 5.000 dorpelingen het leven met de geur van appel in hun neus en wit schuim op hun lippen.

De hele regio, die 40 miljoen mensen omvat, houdt ceremonies en een minuut stilte ter nagedachtenis van deze gebeurtenis. In 1988 kon de internationale gemeenschap amper geloven dat dit daadwerkelijk gebeurd was. Het bewijs en de beelden die dit toen opleverde, liet de mensen met verstomming slaan. Saddam Hoessein, die een vriend was van het westen, had zonder aarzelen mosterdgas gebruikt op een minderheidsgroep in zijn eigen land - hoewel dit door de internationale gemeenschap ten strengste werd verboden.

Zwartste dagen uit de geschiedenis

In elke stad, in elk dorpje viel vandaag alles stil op hetzelfde moment. Er werd een minuut stilte gehouden en op sociale media zie ik bij Koerden en op verscheidene Facebookpagina’s herdenkingsberichten verschijnen. Westerse media berichten er amper over. In het licht van de recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten en de genocide op de Yezidi’s door ISIS is dat op zijn minst vreemd te noemen.

Ik vind dat een van de zwartste dagen uit de geschiedenis van het Koerdische volk op zijn minst één artikel waard is. Voor een volk dat op dit moment zijn bloed vergiet tegen de barbaren van ISIS mag het westen toch iets terug doen, niet?

© 2015 – StampMedia – B.M.