©Geertje de Waegeneer

 

 

De organisatie van de Music Industry Awards (MIA’s) kwam onder vuur te liggen wegens een gebrek aan diversiteit bij de genomineerden. Onder meer Inne Eysermans (Amatorski) en Sylvie Kreusch (Ex-Soldier’s Heart) verwijten de jury vrouwelijke artiesten te benadelen. Ook muzikanten met een migratieachtergrond komen amper in de lijstjes voor. Gert Stinckens van PXL Music erkent het gebrek aan diversiteit, maar acht kwaad opzet onwaarschijnlijk. Volgens hem ligt het probleem in het onderwijs.

“Het is spijtig dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op de MIA’s”, zegt Gert Stinckens, departementshoofd van de pop- en rock opleiding van PXL Music. “Er zijn heel wat fantastische vrouwelijke muzikanten. Maar de juryleden van de MIA’s hanteren ongetwijfeld dezelfde criteria als wij. Het moet in de eerste plaats heel goed zijn. Het ene jaar wint Isolde Lasoen, een ander jaar Selah Sue. In 2017 staan er dankzij Bazart en Oscar & The Wolf toevallig meer mannen in the picture. Ik denk niet dat ze in de muzieksector zo kortzichtig zijn dat ze vrouwen discrimineren. Dan had Selah Sue ook nooit gewonnen.”

Stinckens beaamt wel dat de muziekwereld nog steeds een mannenwereld is. “Dat is gewoon eigen aan de sector”, zegt hij. “Bij platenfirma’s, boekingskantoren en festivalorganisatoren bestaat de overgrote meerderheid uit mannen. De vrouwen die er zijn, zijn keigoed. Maar het is een harde wereld, waarin je voor je plaats moet vechten. Er komt veel nacht- en weekendwerk aan te pas en er zijn amper vakanties. Dit lijkt gewoon meer mannen dan vrouwen aan te spreken. Misschien is het de moeite waard om dat eens te onderzoeken.”

 

 

 

Pak meer mannelijke kandidaturen

Binnen zijn eigen opleiding ziet Stinckens enige vooruitgang. “Het aantal vrouwen binnen PXL Music is volgens mij groter dan algemeen gangbaar is in de muzieksector. Het was ooit anders, maar tegenwoordig bestaat de opleiding muziekmanagement in het eerste jaar voor het merendeel uit vrouwen. In de muziekafdeling blijven het vooral mannen, hoewel we elk jaar een aantal vrouwelijke kandidaten hebben. Zij kiezen het vaakst voor de opleidingen zang en toetsen. De afdeling techniek blijft helaas voor bijna honderd procent mannelijk.”

In het toelatingsproces spelen geslacht en afkomst geen rol. “Wij maken geen selectie op basis van geslacht. Wij kiezen gewoon de meest geschikte kandidaten”, zegt Stinckens. “Als dat vrouwen of mensen met een migratieachtergrond zijn, des te beter. Maar ze moeten natuurlijk wel iets in hun mars hebben. Kwaliteit en potentieel blijven de belangrijkste selectiecriteria.”

 

 

Pop en Rock onvoldoende ingebed

Studenten met een migratieachtergrond lopen minder snel warm voor een muziekopleiding. “Er volgen een aantal Nederlanders onze opleiding, maar jongeren van heel andere afkomst zijn hier niet. In kader van onze interdisciplinaire projecten komt er nu wekelijks een Syrische vluchteling meedoen met een bandproject. Daar stopt het. We zouden graag meer mensen uit andere culturen aanspreken, maar het blijft een pop- en rock opleiding. Ik denk dat die muziek nog onvoldoende is ingebed in de leefwereld van die jongeren.”

“Nochtans willen wij iedereen zo breed mogelijk opleiden en kennis laten maken met alle genres”, vervolgt Stinckens. “In Nederland kan je letterlijk als hiphopper binnenkomen en ook zo afstuderen. Hier maken de studenten de eerste twee jaren projecten rond allerlei genres, gaande van wereldmuziek over funk en soul tot prog rock en heavy metal. Vanaf het derde jaar kunnen ze hun eigen weg opgaan.”

Desondanks stellen enorm weinig jongeren met een migratieachtergrond zich kandidaat. “En dat is niet alleen bij ons zo”, zegt Stinckens. “Ook in muziek- en cultuureducatieve centra als Muziekodroom, Trix en het Depot zijn het merendeel van de deelnemers nog altijd mannelijk en blank. Er zijn organisaties als Villa Basta die wel andere culturen aantrekken, maar zij werken op veel kleinere schaal en op meer kunstgebieden. Dat maakt het gemakkelijker om mensen te recruteren.”

 

 

Triggers uit de eigen leefwereld

De belangrijkste oorzaak van het gebrek aan diversiteit ligt volgens Stinckens in het lager en secundair onderwijs. “Dat is de bron. Het onderwijs moet jongeren aansporen om met muziek bezig te zijn. Aziatische, Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse muziek komt praktisch niet aan bod. Jongeren worden nochtans getriggerd door muziek uit hun eigen cultuur en hun eigen leefwereld, en beginnen van daaruit te ontdekken. Als scholen daar op focussen, vinden de studenten vanzelf hun weg naar muziekopleidingen. Ik verwacht binnen dit en tien jaar dan ook veel meer diversiteit in onze opleiding, en bij uitbreiding in het hele Vlaamse muzieklandschap”, zegt Stinckens.

PXL Music probeert alvast iets te veranderen in het onderwijs. “We hebben onlangs een onderzoeksproject ingediend omtrent het introduceren van de Ableton Push in het secundair onderwijs. Dat is eigenlijk een combinatie tussen elektromechanica en muziek maken. Jongeren kunnen muziek arrangeren en beats maken zonder voorkennis of fysieke instrumenten. Zoiets leunt veel meer aan bij hun leefwereld. In de Verenigde Staten zijn ze hier al fel mee bezig. We hebben al enkele proefprojecten op secundaire scholen lopen, maar we hopen dit uiteindelijk over heel Vlaanderen te verspreiden”, sluit Stinckens af.

© 2017 – StampMedia – Tekst: Aaron Eerdekens, Foto: Geertje de Waegeneer

---

Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 26/01/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 26/01/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang Van Limburg op 26/01/2017