Rania el Mard is sinds 23 september de nieuwe voorzitster van De Vlaamse Scholierenkoepel vzw (VSK). Dat is de koepel van alle leerlingenraden in Vlaanderen die leerlingenparticipatie op school versterkt. De 17-jarige uit Asse werd verkozen tijdens de jaarlijkse bestuursverkiezingen en volgt zo Céline Ibe uit Merksplas op. Onze reporter Margot Delaet sprak met afscheidnemend voorzitster Céline.
Hallo, Céline! Je jaar als voorzitster van de Vlaamse Scholierenkoepel is afgerond. Heb je al een nieuw engagement op het oog?
Ibe: Ik kan niet wachten om aan de slag te gaan met iets nieuw! Er zijn verschillende opties: Iemand van het Rode Kruis vroeg me om vrijwilliger te worden bij hun organisatie, en de Vlaamse Jeugdraad is zeker ook een optie! Ik wil nu eerst even rustig afwegen waar ik tijd voor én zin in heb.
Hoe was je laatste maand als voorzitster?
Ibe: September was niet zo’n drukke maand. 9 september heb ik nog een presentatie gegeven op de infodag, voor scholieren die voor het eerst met VSK kennis maken. Ook de laatste Raad van Bestuur vond plaats in september, maar voor de rest werkte de organisatie deze maand vooral naar de verkiezingen toe. Het was dus een best atypische maand als voorzitster van VSK.
Zelf heb je ongeveer één en een half jaar thuisonderwijs gevolgd. Heb je het gevoel dat dit in je voordeel speelde, als vertegenwoordigster van alle scholieren?
Ibe: Een groot voordeel was dat ik zélf had ervaren hoe beide systemen in elkaar steken. In de helft van het vijfde middelbaar heb ik de stap naar thuisonderwijs gezet. Ik miste een uitdaging! Ik zag mijn motivatie met de dag afnemen.
Voor mij persoonlijk is de examencommissie alleszins een groot voordeel geweest. Ik had meer vrijheid, kon mijn eigen uitdaging kiezen en kon kiezen waar ik de focus op legde. Daarbuiten kon ik veel tijd spenderen aan VSK, maar ook aan musea- en theaterbezoeken. Ik heb het gevoel dat ik dankzij de examencommissie de vrijheid kreeg om me op mijn eigen manier te ontplooien. Al is dit zeker geen betoog waarbij ik alle scholieren oproep om de stap naar thuisonderwijs te maken! Er zijn vele voor- en nadelen aan beide systemen.
Voor VSK betekende dit vooral veel extra media-aandacht. Daar ben ik heel blij om: ik heb VSK meer in the picture kunnen zetten hierdoor. Op die manier hebben we als organisatie veel meer mensen kunnen bereiken. Ik heb het gevoel dat ik met mijn persoonlijk traject ook een echt verhaal te vertellen had, en dat ik dat op een positieve manier naar voren heb kunnen brengen. Ik heb zelfs een gesprek gehad met Hilde Crevits, specifiek over mijn persoonlijke schoolloopbaan. Dat heeft allemaal wel iets teweeggebracht, denk ik.
Voordat je voorzitster werd, zat je natuurlijk al een hele tijd bij VSK. Hoelang precies? En hoe heb je het al die tijd zo goed kunnen combineren met school?
Ibe: Dit was mijn vierde, en jammer genoeg laatste, jaar bij de Vlaamse Scholierenkoepel. Op het einde van het tweede middelbaar heb ik VSK leren kennen door een vorming die één van de medewerkers aan mijn leerlingenraad kwam geven. Die zei: “Als je zin hebt om eens in Brussel mee te komen discussiëren, iedereen is altijd welkom bij ons!”. En dus ben ik een keer gegaan. En ik ben gebleven. Het eerste jaar was wat onwennig. Als je me nu vergelijkt met hoe ik toen was, merk je een enorm groot verschil. Ik was best timide, zei nooit veel. Ik denk dat VSK mij socialer heeft gemaakt.
Wat heb je geleerd tijdens al die jaren bij VSK, en specifiek als voorzitster?
Ibe: Veel! Presenteren, onder andere. Ik heb superveel mogen presenteren bij VSK, daar ben ik echt dankbaar om. Ook heb ik geleerd hoe ik mijn mening goed kan onderbouwen met argumenten.
(Denkt na) VSK, dat vormt je als persoon. Het is moeilijk om er de vinger op te leggen, maar die vier jaar hebben een enorme invloed op mij gehad.
Waar ben je het meest trots op? Wat vind je zelf het belangrijkst van al je verwezenlijkingen?
Ibe: VSK nog meer in de picture zetten. Ik denk dat ik er, als voorzitster, in geslaagd ben VSK op een positieve, sterke manier in de media te krijgen. En hoe meer VSK in de media komt, hoe meer VSK een gevestigde waarde binnen het onderwijslandschap wordt.
Je zal binnenkort minder intensief met onderwijs bezig zijn. Maar wat moet er zéker nog veranderen binnen het onderwijs nadat jij de scepter doorgegeven hebt?
Ibe: Veel, heel veel! Ik denk dat er allereerst nodig aan de lerarenopleiding gesleuteld moet worden. Men moet meer inzetten op hoe leerkrachten leerlingen kunnen motiveren. Ikzelf ben overgeschakeld naar de examencommissie omdat er te weinig leerkrachten waren die mij wouden én konden motiveren voor hun vak. Natuurlijk had ik ook hele goede leerkrachten, maar zij waren in de minderheid. Dat is jammer. Ik heb Latijn-Grieks gedaan, en naar die twee vakken heb ik altijd enorm uitgekeken. Maar dat waren zes uurtjes in een week van zesendertig lesuren. Ik wou niet langer enkel naar die lesuren uitkijken, dus vroeg ik een flexibel leertraject aan. Mijn school stond daar niet voor open. Bang dat er tijd en werk in zou kruipen. Ik kan heel goed begrijpen dat daar tijd en werk inkruipt, maar een school hoort het welbevinden van de leerlingen op de eerste plaats te zetten. Dus ben ik naar het CLB gestapt. Zij hebben me heel goed geholpen, zodat ik uiteindelijk de stap naar thuisonderwijs kon nemen. Daar heb ik mijn eigen uitdagingen kunnen creëren. Het is alleen heel jammer dat dit op school niet kon. Heel jammer ook voor de leerlingen die niet zo goed geïnformeerd zijn, en dan maar hun zes jaar ‘uitzitten’.
Dus, Vlaanderen: leid jullie leraren beter op. En zorg dat je leerlingen voldoende uitdagingen krijgen.
De eindtermen hebben ook dringend een oppoetsbeurt nodig. Daar heb ikzelf vorig jaar een heel jaar rond gewerkt. Met VSK hebben we 17.000 scholieren kunnen interviewen over wat zij zeker willen veranderen aan de huidige eindtermen.
Onderwijs is een log beest. Het is moeilijk om onderwijs structureel aan te pakken. Ik heb het zelf al vaak mogen ervaren. Nu, met die onderwijshervorming bijvoorbeeld: ze zijn er wel lang mee bezig, maar significante verbeteringen zijn er niet. Ik hoop dat er binnen een paar jaar weer wat dingetjes zullen verbeteren, maar ik weet dat zoiets traag gaat.
Wat zou je nog veranderd willen zien binnen de examencommissie?
Ibe: Grappig dat je het vraagt, voor ik aftreed als voorzitter heb ik nog een gesprek met de examencommissie. Wat ik gemerkt heb in dat anderhalve jaar dat ik examencommissie gedaan heb, is dat veel afhangt van de willekeur van de leerkrachten. Een voorbeeld: in het reglement staat dat je woordenboeken mag gebruiken bij taalexamens, maar sommige leerkrachten laten dat toch niet toe. Dan sta je daar als leerling machteloos. Of een ander voorbeeld: op de vakfiches staat wat je exact moet kennen voor het examen, maar veel vakfiches zijn onvolledig of vaag geformuleerd. Of er staan dingen op die je helemaal niet moet kennen! En de lokalen zijn ook niet altijd even fijn om in te werken. (lacht)
Heb je tips voor leerlingen die iets willen veranderen, op hun eigen school of op een hoger niveau?
Ibe: Stap naar VSK! Stap naar je leerlingenraad! Heeft je school geen leerlingenraad? Probeer er eentje op te richten. Als je hulp nodig hebt, stap naar VSK. Onze medewerkers kunnen je vragen beantwoorden of je ondersteunen bij het opstarten van een vorm van leerlingenparticipatie op jouw school. Als leerling heb ik gemerkt dat je machteloos kan blijven zitten, dan zal er zeker niets veranderen. Maar voor hetzelfde geld vind je een paar mensen die hetzelfde willen, hetzelfde doel hebben. Als je leerlingen samenbrengt, kun je écht iets veranderen!
Heb je zelf op grote schaal iets kunnen veranderen?
Als voorzitter is het zo dat je de vertegenwoordiger bent van 500.000 leerlingen. Mijn job hield vooral in naar studiedagen gaan en het belang van de leerlingen verdedigen in commissies. Dit jaar heb ik minder die activistische rol op me genomen. Ik was niet de leerling die van de daken schreeuwde: “Ik wil iets veranderen!”. Ik was degene die al die leerlingen vertegenwoordigde en politieke betekenis gaf aan hun visies. Ik heb bijvoorbeeld in de Vlaamse Onderwijsraad gezeten, en daar moest ik vooral de standpunten van scholieren tentoon stellen. En zorgen dat daar iets mee gedaan werd natuurlijk! Op die manier heb ik wel iets kunnen betekenen, ik denk dat ik mijn taak goed volbracht heb. (Lacht) Nee, ik heb me niet laten doen.
Heb je soms het gevoel gehad dat je in zo’n zaken heel veel moeite en tijd gestoken hebt en dat er uiteindelijk toch niet zo veel veranderde?
Ibe: Politiek blijft politiek. Hoe vaak ik heb gehoord: “We zijn het volledig met jullie eens, maar ja, bepaalde partijen…” Op dat moment sta je machteloos, hoe hard je ook probeert. Gelukkig heb ik een heel team achter me staan dat mij enorm steunt. Niet alleen mij trouwens, VSK is er voor alle leerlingen.
Wat zijn de belangrijkste capaciteiten van een voorzitster?
Ibe: Goed kunnen spreken is de belangrijkste vaardigheid. Dat houdt in: helder spreken, op een bondige manier je boodschap kunnen brengen, letten op je lichaamstaal… Je bent de verbinding tussen beleidsmakers en scholieren, dus het is wel belangrijk dat je de wil van scholieren goed kan overbrengen. Je moet je mannetje kunnen staan. In een panelgesprek bijvoorbeeld, of in gesprekken met beleidsmakers, moet je ervoor zorgen dat je goed in je schoenen staat.
Wat ga je het meest missen aan VSK?
Ibe: De mensen, sowieso! Ik heb een paar hele goede vrienden leren kennen. Zonder VSK had ik hen nooit gekend! En bezig zijn met onderwijs. Ik vind dat ongelooflijk interessant! Toegegeven, al die vergaderingen waren soms wel wat saai. Maar als ik nu terugkijk, merk ik dat ik enorm veel heb bijgeleerd. Je kreeg ook altijd inside information: dingen waar niemand nog iets van wist. Dat was wel cool. Dat deed me voelen alsof ik belangrijk was (lacht). En op tv komen! Wie komt er nu niet graag op tv? Oh, er zijn zoveel dingen! Ik kijk er niet naar uit om afscheid te nemen. Volgend jaar zal ik met andere dingen bezig zijn, maar VSK gaat nooit uit het hart. Wanneer ik volgend jaar in Brussel studeer, ga ik toch nog vaak binnenspringen, hoor!
Heb je nog tips voor de volgende voorzitter of voorzitster?
Ibe: Dat hangt ervan af welke persoon het zal worden, natuurlijk. Misschien is mijn grootste tip wel: geniet! Het is voorbij voor je er erg in hebt. Binnen VSK leeft dat nu heel erg. Zelf ben ik ook benieuwd, hoor! Ik hoop dat het een goeike wordt.
Wat wens je VSK als organisatie nog toe in de toekomst?
Ibe: VSK aan de macht! (Lacht) Dat we niet meer moeten vechten voor ons plaatsje. Dat we eindelijk ons plaatsje hebben binnen het onderwijslandschap. Dat leerlingenparticipatie een evidentie wordt. Iets vanzelfsprekends. Nu is het zo dat er, bij onderhandelingen en beslissingen die ons aangaan, vaak niet naar onze mening gevraagd wordt. Wanneer het over onderwijs gaat, heb ik vaak het gevoel dat men weleens denkt “Och ja, de leerlingen zijn er ook nog”. Iedereen wordt geraadpleegd: ouders, directieleden, leerkrachten… Maar de échte experts worden vaak vergeten. De stem van de leerlingen meer naar voren brengen, dat is het doel van VSK. Ik weet niet of we er ooit geraken, maar zolang VSK bestaat zijn we goed bezig. Het is goed dat VSK bestaat. (Lacht)
Wie het interview van Dylan Pypops met de nieuwe voorzitster Rania el Mard wil lezen, kan hier terecht.
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 06/10/2017