Mensen nemen een huisdier met de bedoeling om het een zo goed mogelijk leven te geven. Maar zijn we als mens wel in ons recht om hun leven zo in handen te nemen?
Onze visie op dieren is in de meeste gevallen antropocentrisch: de mens staat centraal en kan wikken en beschikken over de lotsbestemming van andere wezens. In die optiek moeten dieren in de eerste plaats tegemoet komen aan onze noden. Dat is overduidelijk zo in de vee-industrie, maar ook onze geliefde huisdieren hebben een vooropgesteld nut: ons gezelschap houden.
Niet dat we ermee kunnen doen wat we willen. Zo legt de wet over het dierenwelzijn regels op aan kwekerijen, asielcentra en dierenparken. Toch is voor dierenrechtenorganisatie Gaia (Global Action in the Interest of Animals) die wet lang niet voldoende. De organisatie ijvert sinds 2019 om het dierenwelzijn in de grondwet op te nemen om hun bescherming maximaal te garanderen. Het grootste pijnpunt in de huidige wetgeving: dieren worden nog steeds beschouwd als objecten of goederen, en zijn dus per definitie het bezit van mensen.
Sinds januari 2020 staat in het burgerlijk wetboek dat dieren, naast mensen en goederen, een aparte rechtscategorie zijn. Daardoor erkent de Belgische overheid dat ook dieren gevoelens hebben. Dat heeft tot gevolg dat een rechter bij een echtscheiding bijvoorbeeld kan beslissen over het hoederecht van de huisdieren, net zoals dat bij kinderen het geval is. Ook bij faillissement van een dierenkweker, bijvoorbeeld, wordt sindsdien meer prioriteit gegeven aan een goede plaatsing van de geredde dieren.
Hoewel men dus al meer rekening houdt met de bescherming van dieren, is het nog altijd heel eenvoudig om een dier in huis te halen zonder enige controle. “De vrijheid van huisdieren is natuurlijk dubbel, maar vrijheid is eigenlijk altijd beperkt”, zegt Eva Paridaens. Als gedragstherapeut is ze gespecialiseerd in het gedrag van dieren en ze helpt mensen met hun opvoeding en training. “Mensen moeten zich ook houden aan de regels die gelden in de maatschappij. Al is de vrijheid van dieren veel beperkter dan die van ons. Omdat het zo geleidelijk gegroeid is, kan de maatschappij moeilijk terug naar dieren in het wild, er is dus geen echt alternatief meer. Zo zou de huidige hond verdwijnen en zou de wolf die plaats weer innemen. Daarover bestaat vandaag een vurig maatschappelijk debat, met lovers en haters.”
De ontwikkeling van de maatschappij heeft ervoor gezorgd dat mensen verantwoordelijk zijn voor andere levende wezens, maar dat gaat ook gepaard met veel dierenleed- en misbruik. “Het is belangrijk dat we kijken of er aan de noden van het dier tegemoet gekomen wordt”, stelt Paridaens. “De wetenschap kan een inschatting maken van hun behoeftes en gevoelens. Onderzoek naar hoe het gesteld is met het welzijn van een huisdier, gebeurt op basis van drie parameters: de medische kant, de basisnoden en de afwezigheid van negatieve gevoelens zoals stress. De gradaties in geluk zijn moeilijker te meten, de afwezigheid van stress wil bijvoorbeeld niet automatisch zeggen dat het dier ook gelukkig is. We moeten dus vertrekken vanuit het welzijn en kunnen dan naar andere parameters kijken die het geluk kunnen bevorderen, zoals spel en spontaniteit of de controle die het dier zelf krijgt.”
Vijf jongeren over hun huisdier
"Voel me egoïstisch dat ik een hond heb"
Sezen (28): “Ik heb zelf een hond, maar worstel heel erg met het concept van een huisdier. Mijn hond komt van een erf in Portugal waar hij kon loslopen en veel contact had met andere mensen. Ik heb hem uit zijn habitat getrokken en hij heeft duidelijk een andere omgeving nodig. Daardoor voelt het momenteel egoïstisch om hem bij te houden. Liefde voor iemand is ook kunnen loslaten, daarom denk ik erover om hem naar een plaats te brengen waar hij die vrijheid wel heeft. Ik geloof wel dat mens en dier een goede relatie kunnen hebben. Uiteindelijk is het ook eigen aan bepaalde honden om affectie te willen en afhankelijk te zijn van mensen. In Turkije zijn er bijvoorbeeld veel straatkatten en -honden die worden gevoed door de bewoners, maar toch is die liefde en zorg niet hetzelfde.”
"Mijn katten weten niet beter, dus we ontnemen ze ook niets"
Laura (21): “Wij hebben onze katten al sinds ze heel klein zijn en houden ze binnen. Als ze buiten vrij zouden rondlopen, zouden ze de drukke wijk waar we wonen waarschijnlijk niet overleven. Ik laat ze soms wel in de tuin, maar ze zijn het zo gewend om binnen te zijn, dat ze al schrikken van een vlieg. Mijn katten weten niet beter, dus we ontnemen ze ook niets. Met straatkatten was het een ander verhaal geweest: die neem je dan echt iets af.”
“Ik denk dat het belangrijk is om mensen beter te screenen voor ze een dier in huis nemen. Wij zijn bij de adoptie van onze kittens ook streng geweest. Zo hebben we niet toegestaan dat een stewardess ze mee naar huis zou nemen, omdat de kittens dan geen gezelschap zouden hebben.”
"Het blijft een worsteling dat wij over het leven van dieren beslissen"
Flore (20): “Wij hebben thuis veel dieren: twee katten, een hond, vissen en kippen. Bij gedomesticeerde dieren vind ik het goed dat die opgenomen worden in het gezin. Maar kippen of honden worden soms speciaal gekweekt en dat vind ik echt een schande. Het blijft wel een worsteling dat wij over het leven van die dieren beslissen, bijvoorbeeld bij euthanasie. Aan de ene kant ben je verantwoordelijk voor de gezondheid van je huisdieren, dus mag je hen niet laten lijden. Aan de andere kant pak je dan wel een leven af. Zeker als je het vergelijkt met euthanasie bij mensen, wat een zeer lange procedure is.”
"Mijn kat is best afstandelijk, maar het dier is mij niets verschuldigd"
Laurent (29): “Ik heb twee katten en een daarvan is best afstandelijk. Mijn vrienden vragen waarom ik die dan heb, maar dat dier is mij ook niets verschuldigd. Ik denk dat het gelijkaardig is met kinderen. Wanneer die een leeftijd bereiken waarop ze zelf kunnen beslissen om affectie te weigeren, kan je hen ook niet verplichten om te knuffelen. Ook al hou je wel van het gezelschap, ik denk dat je de relatie met je huisdier niet alleen aangaat voor jezelf. Je wil die beestjes in de eerste plaats een beter leven geven dan in een asielcentrum.”
"Je mag exotische of wilde dieren hun natuurlijke habitat niet ontnemen"
Hjentse (22): “Wij hebben bewust geen huisdieren omdat we gewoonweg niet genoeg tijd kunnen vrijmaken om ervoor te zorgen. Een dier heeft veel aandacht nodig en verdient die ook. Met het houden van dieren is in principe niets verkeerds, maar exotische of wilde dieren horen niet thuis in een gezin. Je mag die dieren hun natuurlijke habitat niet ontnemen.”