(M0*) Met de chemische aanvallen in Syrië en de coup in Egypte, dreigt de politieke crisis in Tunesië uit de aandacht te verdwijnen. Ten onrechte, want wat het geboorteland van de Arabische Lente won aan vrijheid met het afzetten van dictator Ben Ali, verloor het aan stabiliteit.
Nu seculiere en linkse Tunesiërs op straat komen tegen de islamistische – maar democratisch verkozen – regering, vrezen velen een herhaling van de toestand in Egypte.
Duizenden Tunesiërs kwamen zondag op straat om het aftreden van de islamistische regering te eisen. Naast een resem klachten over de zieltogende economie en de onveiligheid, bracht vooral de dood van twee oppositiefiguren de linkse en seculiere Tunesiërs op straat. In februari schoot een belager de leider van de Democratische Patriottenbeweging Chokri Belaid bij het verlaten van zijn huis neer. In juli volgde Mohamed Brahimi, leider van de linkse Volksbeweging. De daders in beide politieke moorden zouden radicale islamisten geweest zijn.
Tunesische Tamaroud
In reactie op de moorden kwamen honderdduizenden Tunesiërs op straat om te betogen tegen hen die ze schuldig achten voor de moorden – de regerende gematigd islamitische Ennahdha partij. De Ennahdha partij bestuurt het land sinds de verkiezingen van 2011, met steun van de kleinere linkse Ettakatol en Al Mottamar partijen. Bij het aantreden van deze Troika werd gesproken van een onofficiële ambtstermijn van één jaar. Twee jaar later zijn de partijen nog steeds aan de macht en is er nog steeds geen grondwet. De oppositie ziet de moorden dan ook als een poging om alle tegenstand de mond te snoeren en de greep van Ennahdha op het land te versterken.
De vergelijking met het Egyptische scenario is niet moeilijk te maken. Het is dan ook uit het Egyptische voorbeeld dat de oppositiepartijen moed schepten om zich terug te trekken uit de grondwetgevende raad en om samen de val van de regering te eisen. Na de dood van Brahimi ontstond een “grass-root rebellie” oppositiebeweging, genoemd naar de Tamaroudbeweging in Egypte. ‘De Ennahdha overheid is er niet in geslaagd de veiligheid van zijn burgers te garanderen. De Tunesiërs beseffen nu dat deze partij niet ten voordele van het land werkt, maar dat ze enkel uit eigenbelang handelt,’ zegt Mehdi Said, woordvoerder van Tamaroud Tunesië, ‘De partij gebruikte lang het excuus dat het zoeken naar een consensus de reden was voor het verderzetten van de transitiefase. De realiteit is dat Ennahdha enkel lippendienst bewijst aan de democratie en het geen politieke wil heeft de transitiefase te beëindigen.’
Tunesië is geen Egypte
Eén groot verschil met Egypte is dat het Tunesische leger tot nu toe een strikt neutrale entiteit bleef. ‘In tegenstelling tot in Egypte heeft het Tunesische leger geen tentakels die zich uitstrekken tot in elk deel van de samenleving,’ zegt journalist Hashem Ahelbarra in een blogpost op Al Jazeera, ‘De voormalige dictator Zine El Abidine Ben Ali bouwde geen sterk leger op uit vrees dat het zich tegen hem zou keren. Hij steunde eerder op politiebrutaliteit om zijn greep op de macht te behouden.’
In plaats van een sterk leger, heeft Tunesië een bijzonder sterke vakbondsbeweging. Hoewel de Tunesische Algemene Arbeidsvakbond (UGTT) eerder al het land lam legde met een algemene staking, treedt het nu op als onderhandelaar tussen de oppositie en de regering. ‘Een nationale dialoog en een nationale consensus zijn de beste methode om geschillen op te lossen,’ zegt Samir Cheffi, vice-secretarisgeneraal van de UGTT, ‘We hopen dat het niet zo ver komt als in Egypte. We vinden het vreselijk om de slachtoffers aan beide zijden te zien in Egypte. We hopen dat hetgeen in Egypte gebeurt hier niet zal voorkomen.’
Compromissen
Een eerder compromis onderhandeld door de UGTT werd verworpen door de oppositie. De overheid was bereid in dialoog te gaan met de oppositie en zou vervolgens ontslag nemen, maar voor de oppositie moest de Ennahdha regering eerst aftreden en kon daarna pas de dialoog beginnen. Hun afwijzing van het compromis volgde de oppositie op met de betogingen van zondag. Maar in tegenstelling tot eerder deze maand toen 100.000 Tunesiërs betoogden tegen de regering, kwamen er nu slechts 10.000 opdagen. Het aanbod van een compromis leek het fut uit de beweging gehaald te hebben.
Maandag bereikten Ennahdha en de oppositiepartij Democratische Alliantie dan toch een compromis. De regering zou blijven zetelen tot de grondwet goedgekeurd wordt en zal hierna ontslag nemen. Een onafhankelijke transitieregering zal vervolgens het roer overnemen in voorbereiding van nieuwe verkiezingen. Niet iedereen in de oppositie is hier tevreden mee. ‘Dit is geen echte overeenkomst,’ zegt Samir Bettaib van de al-Massar partij, ‘Ze spreken over twee verschillende data. Ennahdha zegt de regering later te laten aftreden, de Democratische Alliantie zegt dat deze nu zou aftreden. We hebben nu een “reddingsregering” nodig, niet in maart of april.’
© 2013 - MO* - Willem Roels
Dit artikel verscheen eerder op MO.be en kadert in een samenwerking tussen StampMedia en een aantal onafhankelijke nieuwsmedia waaronder MO*.