Tien procent van de zwangerschappen eindigt in een miskraam, zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Gent. Dat betekent dat in 2018 meer dan 11.000 zwangerschappen een vroegtijdig einde kenden. En toch blijft een miskraam een taboe, iets waar liever niet over gesproken wordt. Els (34) heeft zelf twee miskramen achter de rug, en vindt dat stilzwijgen jammer: “Als mensen er meer over zouden praten, had ik mij er beter op kunnen voorbereiden.”
Meghan Markle, echtgenote van de Britse prins Harry, kreeg in de zomer van 2019 veel aandacht toen ze getuigde over haar miskraam. In de Amerikaanse krant The New York Times schreef ze over haar ervaring. Zo bood ze steun aan andere vrouwen met een miskraam. Uit Meghan Markle haar getuigenis blijkt dat niet veel mensen vroegen hoe het met haar ging. Ze had er nood aan om er over te praten, want mentaal was het erg moeilijk. Let us commit to asking others, “Are you OK?”, schrijft ze. De meeste vrouwen praten weinig of niet over hun miskraam, maar hoe komt dat?
Els Bulcke (34) beviel vier jaar geleden van haar eerste dochter. Een jaar later werd ze terug zwanger, maar na drie maanden kreeg ze een miskraam. Toen ze daarna opnieuw zwanger was, kreeg ze na twee maanden weer een miskraam. In 2019 werd ze voor de vierde keer zwanger. Toen kreeg ze geen miskraam, maar bleek haar kindje, Marta, het sydroom van Down te hebben. Daardoor werd de zwangerschap na 18 weken afgebroken. Een paar weken geleden is ze bevallen van haar dochter Thelma, die perfect gezond is. “Mentaal heb ik heel zware zwangerschappen gehad,” vertelt ze.
Opeens veel verhalen
Els vind het zelf niet moeilijk om erover te praten, maar merkt dat het onderwerp erg taboe is. “Opeens hoorde ik heel veel verhalen van vrienden en kennisen die ook een miskraam hebben gehad, maar er nooit iets over zeiden. Ik viel dus compleet uit de lucht. Als mensen er meer over zouden praten, had ik mij er beter op kunnen voorbereiden. Op dat moment was ik erg teleurgesteld in de maatschappij. Er is toch niets mis mee, dus praat er over.”
Verdriet wegstoppen
Irene Otto biedt online hulp aan vrouwen met een miskraam. Haar praktijk Janna bevindt zich in Ede. Ze kreeg vijftien jaar geleden zelf twee miskramen en wou daarom andere vrouwen helpen. “Gevoelens van rouw liggen dicht bij depressieve gevoelens. Als je niet lekker in je vel zit, is het natuurlijk moeilijker om dat te delen, want je voelt je kwetsbaar,” vertelt Irene. “Bij een miskraam had je nog geen echt kindje, maar in je hoofd al wel. Je rouwt eigenlijk om een verloren toekomst. Veel vrouwen blijven zich erg op die kinderwens richten en proberen hun verdriet weg te stoppen. Het voelt soms ook heel privé om erover te praten. Ik hoor soms van vrouwen dat ze niet meteen willen dat iedereen weet dat ze actief bezig zijn hun kinderwens te vervullen. Ook heeft niet iedereen er behoefte aan om te praten. Iedereen reageert namelijk anders op verlies.”
"Het ergste vind ik dat als mensen die ik heel goed ken niet durven vragen hoe het met me gaat"
Kwetsende opmerkingen
Uit een onderzoek van de UGent blijkt dat een miskraam zo vaak voorkomt dat de gevolgen vaak onderschat worden door de maatschappij. “Mensen bedoelen het goed, maar veel opmerkingen waren kwetsend. Marta is niet zomaar weg voor ons, wij zien haar als ons tweede dochtertje. De meesten reageren dan met: “Je zal nog wel eens zwanger worden”, maar op dat moment denk je: “Ik was nu zwanger en ik wou dat kindje”. Het gebeurt ook wel dat men het minimaliseert of er net niet over praat. Het ergste vind ik wanneer mensen die ik heel goed ken zich ongemakkelijk voelen en niet durven vragen hoe het met me gaat,” zegt Els. Irene begrijpt haar cliënten heel goed omdat ze het zelf ook heeft meegemaakt. “Ik zeg vaak dat je pas echt weet hoe diep het je raakt als je het zelf hebt meegemaakt.”
“Soms reageert iemand wel op een meelevende manier, maar je krijgt vaak ook opmerkingen te horen als: “Ach, het was nog maar pril,” of “Het is goed dat het nu al gebeurd is en niet verder in de zwangerschap, want dat is pas erg.” Eigenlijk zeggen ze dan tussen de regels dat je maar niet verdrietig moet zijn. Zo’n reacties kunnen er dan ook voor zorgen dat ze er niet meer over praten,” vertelt Irene. “Als je zegt: “Als je me nodig hebt, bel je maar,” kan dat nog een drempel zijn om te praten omdat ze zich niet begrepen voelen. Dan kan je beter vragen: “Hoe gaat het nu?” Veel vrouwen vinden het ook vervelend om bij mensen met wie ze zich niet helemaal comfortabel voelen, in tranen uit te barsten.”
"We zijn vaak bang voor het verdriet van de ander, maar dan geef je die persoon net ruimte om zijn verdriet te uiten"
“We vullen het vaak voor elkaar in. De andere begint er niet over omdat hij je niet verdrietig wil maken. Jij vraagt je dan af waarom niemand ernaar vraagt en denkt dat iedereen het al vergeten is. We zijn vaak bang voor het verdriet van de ander, maar dan geef je die persoon net ruimte om het verdriet te uiten,” stelt Irene vast.
Professionele hulp
“Het zou algemeen meer bekend moeten zijn dat er gespecialiseerde hulp mogelijk is,” zegt Irene. “Niet iedereen ziet een miskraam als het verlies van een kindje. Sommigen noemen het het verlies van een foetus, dat is heel verschillend. Artsen zijn ook heel koel daarin en hebben het over een foetus of een vruchtje terwijl dat soms helemaal niet bij de beleving van de vrouw aansluit. Dat kan ervoor zorgen dat de vrouw zich daarin niet genoeg gezien voelt door de hulpverlening.” Els beaamt dat: “Na mijn twee miskramen heb ik hulp gezocht, maar dat was eigenlijk te laat. Als ik vroeger begeleiding had, was ik misschien minder depressief geworden.”
De professionele hulp heeft Els erg geholpen. “Vorig jaar ben ik veel naar een prenatale psychiatrie gegaan. Dat is in het Gasthuisberg in Leuven, op een afdeling voor psychische problemen tijdens of na je zwangerschap. Ik ben ook naar een rouwtherapeut geweest en dat hielp omdat het mij erkenning gaf, want dat is vaak wat je mist bij een miskraam. Je weet er niets van omdat er niet over wordt gepraat. Dat is spijtig, want er zijn instanties die mooie initiatieven nemen. Het Berrefonds is een organisatie die zorgt voor een koesterkoffer. Daarin zitten herinneringen van het overleden kindje, zoals gips met de hand- en voetafdrukjes. Vzw Boven De Wolken is een organisatie die gratis foto’s komt maken van het kindje. Zo hebben we ook foto’s van Marta laten maken.’
"Als het niet zo’n taboe was zou het veel makkelijker zijn"
“Als het niet zo’n taboe was, zou het veel makkelijker zijn,” vindt Els, “Thelma is pas geboren, dus nu hebben we in plaats van een geboortelijst een goed doel gekozen waarbij we een tekstje hebben gezet om het meer bespreekbaar te maken.” Ook Irene vindt het taboe onnodig: “Ik denk dat het belangrijk is dat er open over gesproken wordt, dus ik juich het artikel van Meghan Markle alleen maar toe.”
Er zijn dus verschillende redenen waarom we er als maatschappij zo weinig over spreken. Wanneer de vrouw depressieve gevoelens heeft of zich schaamt, gaat ze moeilijker haar verhaal delen. Verder kan het ook heel privé aanvoelen en lukt het enkel bij iemand waarbij ze zich comfortabel genoeg voelt. Sommige vrouwen hebben er gewoon geen behoefte aan of zwijgen na pijnlijke reacties uit de omgeving. Als iemand in onze omgeving een miskraam heeft, kan je best gewoon vragen hoe het gaat, dat geeft de moeder ruimte om haar verdriet te uiten.
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack Weekend op 07/01/2021