“Als Vladimir Poetin een vrouw geweest was, was hij Oekraïne niet binnengevallen.” Dat zei de Britse ex- premier Boris Johnson eind juni. Een uitspraak die je in eerste instantie zou weglachen, maar heeft Johnson gelijk? Zouden we in een andere realiteit leven als meer vrouwen aan het hoofd van kernmachten staan?

De Britse ex-premier Boris Johnson deed de volgende uitspraak in de Duitse media naar aanleiding van de G7-top die eind juni plaatsvond: "Mocht Poetin een vrouw geweest zijn - wat hij overduidelijk niet is, maar als hij dat geweest zou zijn - denk ik echt niet dat hij zich gewaagd zou hebben aan een gekke, macho-invasie en geweld op de manier zoals hij dat gedaan heeft.”

 

De vraag rijst of er effectief verschillen zijn tussen mannelijke en vrouwelijke leiders. Is het beter om een vrouw of een man aan het hoofd van een regering te hebben? Volgens Robin Devroe, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Gent, “gaat het niet echt over betere of slechtere leiders, maar eerder over de manier waarop ze die leiderschapspositie gaan bekleden en hoe ze dat gaan uitoefenen.

“Vrouwen willen meer samenwerken en ervoor zorgen dat de verschillende stemmen gehoord worden. Terwijl mannen meer op zichzelf gaan beslissen” – Robin Devroe, politicologe (UGent)

“Ze gaan er een andere leiderschapsstijl op aanhouden”, gaat Devroe verder. “Ze gaan zich minder opstellen als de verlichte leider of de alleenheerser, maar eerder uit concessie of tegemoetkoming proberen te werken en compromisgericht zijn. Ze willen meer samenwerken met mensen, ervoor zorgen dat de verschillende stemmen gehoord worden en tot een gedragen beleid komen. Terwijl mannen meer op zichzelf gaan beslissen en zich meer gaan profileren als de leider, en ook die rol veel sterker naar voren gaan brengen.”

“Geslacht niet enige factor”

Er is dus wel degelijk een verschil, maar of dat verschil groot genoeg zou zijn om een oorlog te vermijden, daar twijfelt Devroe aan. “Tot op vandaag hebben we heel weinig vrouwelijke leiders gehad die aan het hoofd hebben gestaan van een land of een natie die een militaire invasie uitvoerde. Dus het is heel moeilijk om daar uitspraken over te doen.”

“Vrouwen gaan wel eerder dingen opzoeken die ze gemeenschappelijk hebben met andere partijen, en zullen veel minder inspelen op conflicten. De verwachtingen zouden dus kunnen zijn dat als het staatshoofd een vrouw zou zijn, Rusland zich misschien wel op een andere manier zou profileren op het wereldtoneel, maar natuurlijk is het geslacht van het staatshoofd niet het enige dat van tel is.”

Volgens Devroe moeten we ook rekening houden met de geopolitieke belangen. “Er is een bepaald historisch conflict dat nu zeker tot uiting is gekomen. Ik zou het niet zover willen drijven dat als er een vrouw aan de macht was geweest in Rusland, het niet zo ver zou gekomen zijn. Maar we zouden wel kunnen verwachten dat er misschien meer pogingen waren geweest om het conflict eerst diplomatiek op te lossen en dat de stap naar militaire invasie misschien minder snel gezet was geweest.”

Margaret Thatcher

Nederlands journalist, en politicoloog en Senior Research Fellow aan het Clingendael Instituut voor Internationale Betrekkingen volgt de Russische invasie op de voet.

Hij trekt de uitspraak van Johnson in twijfel. “Hoewel het bewezen is dat vrouwelijk leiderschap conflictvermijdend is, is de stelling niet houdbaar. Denk maar aan personen zoals de Britse oud-premier Margaret Thatcher (die een troepenmacht stuurde om de Falklandeilanden te heroveren van de Argentijnen, red.) of de Britse minister van Buitenlandse Zaken Liz Truss (die al enorm veel heeft uitgehaald naar Poetin en zijn invasie, red.). Echte ijzervreetsters als het erop aan komt.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Mirari op 09/09/2022.

vorige volgende