In het kader van 'De Schoonmoeder aller Verkiezingen' coacht De Ambrassade honderd jongeren om een heuse 'jongerencampagne' op poten te zetten. Om hen daarin bij te staan, vroegen enkele reporters van StampMedia de partijvoorzitters wat zij voor jongeren belangrijk vinden. Vandaag: Wouter Beke (CD&V).

Wouter Beke is sinds 2010 voorzitter van de Vlaamse christendemocraten. Daarnaast is hij burgemeester van Leopoldsburg, een gemeente zonder GAS-boetes. "Maar ik kan mij inbeelden dat er burgemeesters zijn die GAS-boetes wel nodig achten."

Op het Innestocongres van afgelopen november was er een hevige discussie over GAS-boetes. Zijn jullie nu voor of tegen?
"Wij zijn niet radicaal tegen GAS-boetes, maar je moet ze wel op een juiste manier inzetten. Wij leggen de nadruk op een getrapt systeem met mogelijkheid tot bemiddeling om op die manier een sanctie te vermijden. Komt die er toch, is dat best een alternatieve sanctie zoals gemeenschapsdienst. Pas in laatste instantie moeten we aan een boete denken. Als je er in een publiek domein niet voor zorgt dat er regels zijn, geef je je over aan de wet van de sterkste. Dan zijn er een paar die misbruik maken van het publiek domein zodat anderen er geen plaats meer in hebben. Dat is niet onze opvatting over hoe een samenleving in elkaar zit."

U bent zelf burgemeester van Leopoldsburg. Ik vind het opmerkelijk dat daar geen GAS-boetes worden uitgeschreven.
"Wij proberen de problemen op een andere manier aan te pakken. Ik kan mij inbeelden dat er burgemeesters zijn die GAS-boetes wel nodig achten. Maar ik spreek me niet uit over andere gemeentes of burgemeesters. Lokale autonomie betekent dat je elke situatie op een andere manier kunt aanpakken.
In een ideale wereld, waarin je een goed draaiend gerecht hebt en een strafuitvoering die kort op de bal speelt, heb je geen GAS-boetes nodig. Maar in die ideale wereld leven wij nog niet."

Buffer

Justitie functioneert dus niet naar behoren?
"Men heeft ooit een systeem van snelrecht proberen in te voeren. Dat was toen niet echt een succes. GAS-boetes appelleren wel aan een gevoel van rechtvaardigheid, wat nu soms nog ontbreekt. Het is niet rechtvaardig dat 99 procent van de mensen hun vuilzak correct buitenzet en dat 1 procent dat niet doet. Daardoor komen de straten vol afval te liggen. Dan zegt die 99 procent: 'Waarom wordt daar niets aan gedaan?' Sluikstorten is geen prioriteit voor justitie dus kunnen mensen via een GAS-boete daar wel op gewezen worden. Dat vind ik een zinvol gebruik van een GAS-boete."

Een platform van 213 middenveldorganisaties uitte haar bezorgdheid over de nieuwe GAS-wet in een brief aan alle kamerleden. Na de stemming voelde dat middenveld zich gepasseerd en was het behoorlijk boos. Begrijpt u die verontwaardiging?
"Ja, maar het debat over die GAS-boetes was een beetje buiten proporties. Het zinvolle van het debat is dat de domme kantjes die in het reglement zitten nu in veel gemeentebesturen worden teruggetrokken. Je moet er natuurlijk op letten dat de regels niet te absurd worden."

Er was heel wat te doen over de leeftijdsgrens die tot 14 jaar omlaag getrokken wordt. Waarom werd er gekozen voor 14 jaar en niet voor 16 of 12 jaar? Of voor het behouden van de leeftijd?
"Waarom niet?"

Waarom wel?
"Waarom niet?" (lacht)

Dus jullie hebben lukraak een leeftijd gekozen?
"Nee, maar er zijn veel dingen die men op 14 jaar wil doen. En ik wil er toch op wijzen dat bemiddeling met de ouders een belangrijke rol speelt in de nieuwe GAS-wet. Daar zit een belangrijke buffer."

Politieke participatie

Waarom is er dan pas stemrecht vanaf 18 jaar?
"Waarom mag je pas naar de universiteit of autorijden als je 18 bent?"

Je zou kunnen zeggen dat als er wetten gestemd worden die gevolgen hebben voor minderjarigen, we hen misschien ook stemrecht moeten geven?
(ontwijkend) "Minderjarigen moeten toch ook geen belastingen betalen? Ze kunnen ook geen uitkering krijgen. De grens ligt op 18 jaar omdat er vanaf die leeftijd volledige deelname aan de samenleving is. In het verleden is daar debat over gevoerd en hebben leerlingen zelf aangegeven dat dit geen prioriteit is bij jongeren. Om hen in te leiden in de politiek hebben we nu wel in onze statuten gezet dat je vanaf 16 jaar lid kan worden. Ze zijn alleszins welkom."

Is het de afgelopen jaren makkelijker geworden om jongeren naar de CD&V te lokken?
"Ja, ik stel vast dat we heel veel jongeren lokken op een totaal ongecomplexeerde manier. Er zijn veel jongeren die trots zijn om CD&V'er te zijn en daar ook graag voor uitkomen. We zijn een partij waar we inhoudelijk stevig discussiëren. En nadien gaan we samen een pint drinken. (glimlacht)

De kloof tussen jongeren en politiek lijkt groter te worden. Is er minder interesse van jongeren voor politiek?
"Ik geloof niet dat de jongeren van vandaag politiek minder geïnteresseerd zijn dan tien jaar geleden. De generatie die tijdens de langste regeringsvorming haar geloof in de politiek heeft kwijtgespeeld, heeft dat vandaag voor een stuk hervonden. Bij ons dan toch. In die periode overheerste het gevoel van 'de politiek kan toch niets'. Maar intussen hebben we een regering, hebben we een staatshervorming doorgevoerd, hebben we sociaaleconomische maatregelen genomen die ons land weer op koers brachten. We zijn er nog niet, maar de omslag is wel gemaakt, de tanker is gekeerd."

Mentaliteitswijziging

Het aantal jonge werklozen blijft nochtans hoog. Veel jongeren die nog studeren vragen zich af of ze nog werk zullen vinden. Welk antwoord heeft CD&V daarop?
"Vroeger studeerde je af en kwam je bij een werkgever waar je bleef tot je 65ste. Vandaag bestaat die job-zekerheid niet meer. We moeten daarom werkzekerheid creëren door statuten te hervormen zodat er geen problemen ontstaan als je als werknemer bediende, zelfstandige of ambtenaar wil worden. Er zou een globale sociale bescherming moeten zijn die voor alle werknemers dezelfde is, zodat je misschien niet altijd dezelfde job hebt, maar wel altijd aan de slag bent."

"Daarnaast ligt er een uitdaging in het onderwijs. Het aantal leerlingen in het technisch onderwijs is de voorbije tien jaar met 25 procent gedaald, terwijl er alleen al in de chemische sector 16.000 vacatures zijn voor technische jobs. Er is onvoldoende evenwicht tussen een grote vraag en een groot aanbod."

Hoe komt het volgens u dat jongeren steeds minder voor technische richtingen kiezen?
"Omdat die richtingen een slechte naam hebben. Je hebt enerzijds het fenomeen van de waterval, maar anderzijds moeten ouders en leerkrachten ook een mentaliteitswijziging ondergaan.
Toen ik 18 was, zei ik dat ik naar de universiteit wou gaan. Veel leerkrachten waarschuwden me: 'Zou je niet eerst de hogeschool proberen? Daarna kun je misschien nog naar de universiteit.' Ik ken mensen die veel slimmer en verstandiger waren dan ik, maar die uit een soort van conservatisme geen universiteitsopleiding gevolgd hebben, terwijl zij het daar veel gemakkelijker zouden hebben gehad dan ik. Allemaal omdat er ouders, leerkrachten en het PMS (nu CLB, nvdr.) pleitten om de veilige weg te kiezen.
We moeten in eerste instantie kinderen aanmoedigen om naar school te gaan en een hogere opleiding te volgen, maar hen ook duidelijk maken dat onze samenleving daar veel geld in steekt. Als je ziet hoeveel er vandaag afzwaaien zonder einddiploma, dan zijn dat allemaal hoge kosten voor de samenleving."

De voorzitter van de Associatie KU Leuven, André Oosterlinck, pleitte ooit voor hoger inschrijvingsgeld voor richtingen die minder kansen bieden op werk.
"Ik ben daar geen voorstander van. Kinderen moeten keuzes maken op basis van de talenten die ze hebben, niet op basis van de noden van de arbeidsmarkt. Voor elke werkgever is het van het grootste belang dat ze werknemers hebben van wie ze de talenten maximaal kunnen benutten. Ik geloof dus niet in dat soort van planeconomie. Bovendien is dat soort 'plandenken' van de pot gerukt. Want kunnen we vandaag al zeggen hoeveel ingenieurs of onderwijzers we over vijf jaar nodig hebben?"

Zijn 12-jarigen wel in staat om een doordachte keuze te maken over hun studierichting?
"Daarom hebben we die onderwijshervorming nodig. Gemaakte keuzes, blijken achteraf niet altijd de beste. Daarom willen we het mogelijk maken om kinderen te kunnen heroriënteren."

U bent zelf nog redelijk jong. Gelooft u in een lange politieke carrière of denkt u dat u over drie jaar al oud nieuws bent?
"Daar ben ik niet mee bezig. De tijd dat iemand in een parlement begon op zijn 30ste en eindigde op zijn 65ste heeft bijna nooit bestaan. De doorlooptijd in het parlement is acht jaar. Dat zijn nauwelijks twee legislaturen. Ik vind het overigens niet de juiste drijfveer om vanuit die hoek naar je eigen engagement te kijken."

© 2013 - StampMedia - Tekst en foto: Luis Muñoz


Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 09/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 09/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Pienternet.be op 09/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack - online op 09/01/2014
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 09/01/2014
Dit artikel werd geciteerd door Apache.be op 14/01/2014
Dit artikel werd geciteerd door De Redactie op 14/01/2014