Groen-lijsttrekker Wouter Van Besien voelt een zekere druk om te presteren nu zijn partij tweede in de peilingen staat. Maar een coalitie met N-VA is bij voorbaat uitgesloten. “Het zou ongeloofwaardig zijn om onze programma's te klutsen en daar een lekker eitje van te bakken.” Lees of beluister het interview:
Meneer Van Besien, om te beginnen: kan u enkele voorbeelden geven van wat het Antwerps stadsbestuur de vorige vijf jaar slecht heeft gedaan, en hoe u dat anders zou hebben aangepakt?
“Op vlak van mobiliteit in en naar de stad zijn er veel verkeerde beslissingen genomen. Voor de verhoging van de verkeersveiligheid zijn er te weinig investeringen gebeurd: er zijn veel mensen gestorven en gewond geraakt in het verkeer. Vooral fietsers en voetgangers zijn onbeschermd en die lijden daar het hardst onder. Je zou denken dat een stadsbestuur daar iets aan wil doen, dat het niet tegelijk voor fietsers en automobilisten groen wordt op een kruispunt – dat heet een conflictvrij kruispunt. Het stadsbestuur heeft dat geweigerd omdat het niet goed zou zijn voor de doorstroming. Ook op het vlak van openbaar vervoer zijn er weinig investeringen gebeurd: wij vinden het openbaar vervoer ongelooflijk belangrijk, onder meer voor jongeren die nog geen rijbewijs hebben. De stad moet voorzien in meer trams en bussen, die sneller rijden, comfortabel en betaalbaar zijn en die 's nachts ook rijden. Groen engageert zich hier om dat in de volgende legislatuur wél te doen.”
“Op het vlak van diversiteit wil Groen het ook anders aanpakken. Wij vinden dat alle mensen die in Antwerpen wonen erbij horen. Het huidig stadsbestuur kijkt daar anders naar. De burgemeester doet uitspraken als: ‘Als we met iemand problemen hebben, dan zijn het de Berbers of de moslims, terwijl we met de joden nooit problemen hebben’. Als Groen in het bestuur zit, zullen wij ervoor zorgen dat iedereen meetelt.”
“Op vlak van sociaal beleid zien we dat de kinderarmoede stijgt. Er zijn weer meer kinderen die met lege brooddozen naar school gaan. Dan moeten de alarmbellen op rood en moet je daarin investeren. Zodat er in dat gezin wel genoeg geld is en die ouders werk kunnen vinden. Nu laat men die mensen aan hun lot over. Op dat vlak zouden we met Groen een heel ander bestuur vormen. (Factcheck: Laat het Antwerpse stadsbestuur mensen aan hun lot over? De huidige coalitie heeft een Armoedebeleidsplan met onder meer: Armen Tekort, Ouderradar, Coaching voor leerlingen en Housing First.)
StampMedia interviewde de lijsttrekkers van de zeven grote Antwerpse partijen. Alle gepubliceerde interviews vindt u hier.
U streeft volgens uw programma naar ‘een kind- en jeugdvriendelijke stad waar elk kind uit armoede wordt gehaald’. Hoe wil u dat aanpakken op Antwerps niveau?
“Antwerpen zal dat nooit helemaal alleen kunnen. De stad zal dat met de Vlaamse overheid moeten doen, maar ook met scholen en sociale organisaties. Enerzijds moet ervoor gezorgd worden dat elk gezin genoeg inkomen heeft. Dat kan zijn door te werken, of dat er -indien werken niet mogelijk is – het vervangingsinkomen hoog genoeg is. Dat is momenteel niet zo: het leefloon ligt nu onder de armoedegrens. De kosten van een woning zijn ook hoog. Dus moeten er genoeg sociale maar ook andere betaalbare woningen komen. Tot slot vinden we dat er op school warme en gezonde maaltijden moeten komen, die voor 1 euro aangeboden kunnen worden aan kinderen uit gezinnen met financiële problemen.”
Vindt u het een realistische doelstelling om ‘elk kind uit armoede te halen’, zoals jullie stellen?
“Het is een doelstelling op lange termijn, dus ik denk niet dat het op zes jaar opgelost zal zijn. Maar tegelijkertijd is dat de enige mogelijke doelstelling. Elk kind dat in armoede leeft, is er een te veel. Nu wordt bijna een kwart van de kinderen in armoede of met een armoederisico geboren. Dat is enorm veel. De komende zes jaar dit tot nul reduceren, zal te snel zijn, maar nu zien we die kinderarmoede alleen maar stijgen en die trend moet naar beneden.”
Denkt u dat dat mogelijk is met Groen in de Antwerpse meerderheid, terwijl die bevoegdheid op andere niveaus bij andere partijen zit?
“Ik weet dat het ingewikkeld is, maar ik ben het wel beu dat politici, zoals bijvoorbeeld Fons Duchateau (N-VA), zeggen: ‘Het is niet onze verantwoordelijkheid’. Nee, dat is het wél. De burgemeester moet wakker liggen van het feit dat er kinderen in armoede leven. Wij moeten de deuren van de ministers platlopen om ervoor te zorgen dat zij hier in Antwerpen investeringen doen. We mogen kinderarmoede niet als normaal beschouwen.”
Mag u daarop afgerekend worden over zes jaar?
“Men mag mij absoluut beoordelen op alles wat ik gedaan heb en zal proberen.”
"Praktijktests op discriminatie op de arbeids- of woningmarkt zijn voor ons een uitermate belangrijk punt"
Wat zijn uw andere prioriteiten als u burgemeester wordt?
“Ten eerste voorzien we een mobiliteitsplan dat uitgaat van een lussensysteem, zodat je wel overal geraakt met de auto, maar niet zomaar door de stad kunt rijden als je er niet moet zijn. Dat zorgt ervoor dat de straten veilig worden. In het centrum en in de districten maken we autoluwe zones, waar enkel nog bewoners met de auto kunnen rijden, of mensen die daar komen leveren. Bezoekers geven we betere alternatieven: trein, bus, tram of fietssnelweg.”
“Ten tweede willen we gezonde lucht, de Antwerpenaar heeft daar recht op. We weten dat de lucht in Antwerpen zeer slecht is, en vooral voor kleine kinderen en oudere mensen tot gezondheidsproblemen leidt.”
“Ten derde is er betaalbaar wonen. De woningprijzen liggen heel hoog (Factcheck: In Antwerpen kost de gemiddelde woning €256.899. Dat is inderdaad aan de hoge kant, maar niet in de allerhoogste categorie. Wel boven het gemiddelde van €220.920€), zeker als je iets wil dat een zekere kwaliteit heeft. Daar hebben we ook heel wat programmapunten die ervoor zorgen dat we de prijs zullen kunnen drukken.
En wat betekent dat concreet, betaalbaar?
“De vuistregel is dat mensen een derde van hun inkomen mogen uitgeven aan hun huis. Wij pleiten ervoor dat bij elke grote woningontwikkeling, twee derde betaalbare woningen komen. Dat is dan een mix van sociale woningen en meer betaalbare woningen. Dat willen we combineren met het zoeken naar een oplossing voor de discriminatie op de Antwerpse woningmarkt. Dat willen we aanpakken met praktijktests.
U pleit zowel op de arbeids- als de woningmarkt, voor praktijktests. Kan u die organiseren op Antwerps niveau? En kan u daarvoor voldoende coalitiepartners vinden?
“Dat denk ik wel. Maar goed, we zullen zien hoe de kiezer de kaarten legt. Het is voor ons een superbelangrijk punt. Als we mee een coalitie kunnen maken, zullen we dat op tafel leggen en zullen de anderen dat niet zo maar er van af kunnen schuiven. Ik hoor bij andere partijen – bijvoorbeeld bij CD&V en Sp.a ook een bereidheid om de praktijktests te installeren. De partij die echt resoluut nee zegt, is N-VA. Wij maken ons daar geen illusies over: het is niet ons plan om met de N-VA een coalitie te vormen. Op alle punten die ik al genoemd heb, zitten wij op een totaal andere lijn. Dus het zou ongeloofwaardig zijn om die programma’s bijeen te klutsen en daar dan een lekker eitje van te bakken.”
"We moeten ervoor zorgen dat vacatures tot bij de jongeren gebracht worden, en jongeren tot bij bedrijven"
Als we naar de peilingen kijken, lijkt het ons moeilijk om een coalitie te vormen zonder N-VA.
“Alles zal ervan afhangen of deze huidige meerderheid van N-VA, CD&V en Open VLD nog een meerderheid heeft. Want anders wordt er van alles mogelijk, ook zonder N-VA. Maar goed, de kiezer zal spreken.”
Zegt u dan bij voorbaat al nee tegen een coalitie met N-VA?
“Ja. Op het niveau van de stad Antwerpen vinden wij dat de programma's zo ver uit elkaar liggen. En men is met het huidige stadsbestuur zo fier op wat men de afgelopen zes jaar gedaan heeft – voor alle duidelijkheid: er zijn ook goede dingen gebeurd – maar op het gebied van anti-discriminatie en gezonde lucht is er zo weinig gebeurd, dat dat onze partner niet is. Wij richten ons nu naar de Antwerpenaar om te zeggen: we gaan het anders doen en steun ons daarin.”
Uw voorzitster, Meyrem Almaci, heeft onlangs nog gezegd dat ze hoopt met Groen twee derde van de Vlaamse centrumsteden te kunnen bereiken. Voelt u een zekere druk op uw schouders?
“(lacht) Ja. En dat is terecht. Maar Antwerpen is een belangrijke stad, niet zozeer omwille van haar nationale relevantie, maar omwille van de Antwerpenaar zelf. Het is hier dat de mensen wonen en recht hebben op gezonde lucht en een ander beleid nodig hebben. De Antwerpse verkiezingen gaan over Antwerpen en niet over Vlaanderen, België of Europa.”
De jeugdwerkloosheid in Antwerpen is hoog. U lanceert een voorstel met matchmakers. Wat betekent dit concreet?
“Er komt één stedelijke matchmaker, een soort superman, die de volle vrijheid krijgt om samenwerkingen op te zetten met alle diensten die met jeugdwerkloosheid bezig zijn. Want er zijn veel jongeren die werkloos zijn, die graag zouden willen werken, maar die niet aangenomen worden. Anderzijds zien we ook veel vacatures. En we krijgen die twee niet samen. We moeten er dus voor zorgen dat vacatures tot bij de jongeren gebracht worden, en jongeren tot bij bedrijven. Dat kan samen met de VDAB, scholen, jeugdhuizen, jeugdwerkingen,... Dit allemaal samen onder de vleugels van een matchmaker die daar geld en mogelijkheden voor krijgt.”
"Wij vinden dat er een dynamische stedelijke jeugdraad moet komen die zelf initiatieven kan nemen"
U pretendeert ook te gaan voor een stad die ‘luistert naar de stem van jongeren en er ook echt mee aan de slag gaat’. Hoe wil u jongeren concreet meer inspraak geven in Antwerpen?
“De inspraak moet in zijn totaliteit veel beter. Wij willen ook van een deel van de Antwerpse begroting een burgerbegroting maken. Nu bestaat dat al op districtsniveau, maar wij pleiten voor een op stadsniveau, waar we ook grotere budgetten voorhanden hebben. Met een burgerbegroting willen we de muren tussen de huidige politieke besluitvorming en de inwoners van Antwerpen slopen. Zodat mensen een idee hebben van waar het geld naartoe gaat. Dat is een revolutionair voorstel, en we zullen de oproep doen naar alle jongeren om daaraan mee te doen. We kijken ook meer specifiek project per project – als het bijvoorbeeld gaat over de heraanleg van pleinen of het voorzien skate-infrastructuur. Voor er beslissingen genomen worden, gaan we met alle groepen, en zeker ook met de jongeren, bespreken. Inspraak gaat ook over de jeugdraden. Wij vinden dat er een dynamische stedelijke jeugdraad moet komen die zelf initiatieven kan nemen om jongeren te adviseren over stedelijke thema's.”
Uit het Memorandum van het Antwerps Jeugdsectoroverleg blijkt dat slechts een op de zes jongeren weet waar hij terecht moet als hij iets wil organiseren of een vraag heeft.
“Wij willen in elke Antwerpse wijk een sociaal wijkcentrum organiseren, veertien in totaal. Zeer laagdrempelig. Altijd iemand aanwezig voor jongeren met welke vraag dan ook. Er is ook infrastructuur voor vergaderingen of activiteiten. Jongeren zullen ofwel de informatie krijgen ofwel doorverwezen worden, met slechts één tussenstap en geen drie of vier. Daarnaast moeten we op sociale media en op het internet heel goed aanwezig zijn.”
Hoe zullen de wijkcentra gefinancierd worden?
“De stad voorziet geld om de centra te stimuleren, want daar zal ook infrastructuur voor nodig zijn. Heel belangrijk is de samenwerking met sociale organisaties zoals Samenlevingsopbouw en het CAW – dat zij hun Vlaamse subsidies mee in de pot leggen. Om sociaal beleid te doen werken, moet je samenwerken met sociale organisaties, iets wat de voorbije legislatuur niet gebeurd is. Het huidige stadsbestuur is een oorlog begonnen met sociale organisaties in plaats van ze als partner te zien (Factcheck: een subjectieve uitspraak, die moeilijk op haar waarheidsgehalte gecheckt kan worden)."
Waar ligt de noodzaak van die sociale wijkcentra?
"Uit onderzoek van het platform stoparmoede.nu blijkt dat een op de vijf Antwerpenaren niet goed weten waar ze allemaal recht op hebben of waar ze terechtkunnen. Die toegankelijkheid moet veel beter, en dat kan met een wijkcentrum op de hoek, waar iedereen terecht kan om een koffie te drinken, waar mensen vertrouwd mee kunnen geraken en waar ook wijkgezondheidscentra in gevestigd kunnen zijn."
"Het vele autoverkeer in Antwerpen is soms heel bedreigend voor jongeren en zeker kinderen"
Wat zijn uw concrete voorstellen om segregatiescholen tegen te gaan?
“Ik wil niet automatisch zeggen dat concentratiescholen een poel van verderf zijn. Ons ideaalbeeld is dat elke school een weerspiegeling is van de buurt waar ze ingepland is. En dat jonge kinderen om de hoek naar een school kunnen waar goed onderwijs gegeven wordt. Ik denk dat het inschrijvingsbeleid daar zeker een rol in speelt. Als er meer kinderen dan plaatsen zijn, dan krijgen zij die het dichtste wonen voorrang. Zo zorg je ervoor dat elke school zoveel mogelijk een weerspiegeling van de buurt is.”
Opnieuw: hoe wil u dat dan op Antwerps niveau realiseren?
“De twee belangrijkste elementen zitten in stedelijke handen: de kwaliteit en het inschrijvingsbeleid van stadsscholen kunnen wij bijsturen.”
Uw partij lanceerde naar aanleiding van de Antwerp Pride het Regenboogplan, om homo- en transfobie aan te pakken. Wat is daarvan de noodzaak?
“In het onderwijs is men meestal helemaal niet bewust met dat thema bezig. Wij zeggen: vanaf de kleuterklas zou je daarrond moeten werken. Niet door heel expliciet aan kleuters seksuele geaardheid uit te leggen, maar door minder van genderstereotiepen à la poppen voor meisjes en auto’s voor jongens uit te gaan. Als leerkracht moet je er ook voor zorgen dat je er nultolerantie is voor elke homofobe of transfobe uitspraak. Een ander belangrijk punt: onze internationale rol. We hebben als Antwerpen heel wat banden met buitenlandse steden. Er was hier een delegatie uit Sint-Petersburg, waar problemen zijn met lgbt-rechten. Mijn voorstel aan schepen Duchateau (N-VA) was om die delegatie samen te brengen met de organisatie van de Antwerp Pride. Maar daarop was het antwoord: de economische belangen zijn te groot. (Factcheck: de letterlijke quote die De Wever gebruikte in de pers: “De focus moest liggen op het economische en culturele verhaal.” Zie onder meer dit artikel.)
Even terug naar verkeersveiligheid. Om de rollen om te draaien: vindt u ook niet dat fietsers zelf meer respect moeten hebben voor de verkeersregels?
“(lacht) Ik vind dat iedereen respect moet hebben voor de regels, uiteraard. Maar het idee dat het gevaar in het verkeer van fietsers komt, is van de pot gerukt. Het zijn bepaalde automobilisten die veel te snel rijden, op plaatsen waar dat niet mag, en vrachtwagenchauffeurs die met een blinde hoek zitten in hun spiegel. Het gaat erom dat er reële onveiligheid is en dat het vele autoverkeer in Antwerpen soms heel bedreigend is voor jongeren en zeker kinderen die zich met de fiets in dat verkeer begeven.”
"Groen zal ervoor zorgen dat er in de buurt ruimte is om te spelen, dat er jeugdlokalen zijn, en dat je mag zijn wie je bent"
Uw partij wil op termijn naar nul verkeersdoden. Dat lijkt ons wel heel onrealistisch.
“Ja en nee. We laten ons inspireren door Nederland en Scandinavië. Daar slaagt men erin het veiligste verkeer te organiseren en noemt men dat de Vision Zero. Je moet er dus van uitgaan dat je je ruimte zo organiseert dat er geen ongevallen kunnen gebeuren. Natuurlijk kun je dat nooit volledig uitsluiten. Maar je kunt je pleinen en straten zo inrichten dat ze zo veilig mogelijk zijn en dat het dus daar niet aan zal liggen als er slachtoffers vallen.
Kan u, tot slot, kort zeggen waarom een jongere op 14 oktober op Groen moet stemmen?
“Alle Antwerpenaren, maar ook jongeren, zullen veel betere en veilige fietspaden krijgen, net als betaalbaar, snel en stipt openbaar vervoer, ook ’s nachts. We zullen ervoor zorgen dat jobs toegankelijk en aanwezig zijn voor jongeren. Dat er in de buurt ruimte is om te spelen, dat er jeugdlokalen zijn, en dat je mag zijn wie je bent.”
Andere lijsttrekkers zeggen bijna hetzelfde. Verduidelijk eens waar u echt het verschil maakt?
“In ons programma staat het engagement om op elke 300 meter van elk huis open en groene ruimtes te hebben en om in elk district een nieuw park te realiseren. We voorzien geld om te investeren in jobs voor iedereen, en zorgen ervoor dat die jongeren die jobs ook kunnen vinden. We hebben een mobiliteitsplan dat op maat is van iedereen die geen auto kan of wil rijden. Ons rapport dat we kunnen voorleggen in andere steden waar we mee aan het beleid zitten bewijst dat we geen onzin verkopen.”
StampMedia-jongeren onderwierpen dit stuk tijdens en na een workshop aan een factcheck. De factchecks staan in cursief in de tekst. Hebt u toch nog twijfels bij cijfers of uitspraken, laat het ons dan weten op redactie [at] stampmedia.be.
Dit artikel werd gepubliceerd door Knack.be op 19/08/2018