Klimaatverandering is in de eerste plaats een gedragsprobleem, vinden psychologen en filosofen. Daarom moeten we de psychologische impact van de klimaat- en biodiversiteitscrisis op de mens beter begrijpen. “Het is het wegkijken om niets te voelen dat ons van collectieve actie weerhoudt.”

Dit artikel kwam tot stand dankzij de StampMedia-beurs. Ieder jaar maakt StampMedia in totaal 4.000 euro vrij voor ervaren reporters tussen 16 en 26 jaar die een diepgaand verhaal maken waarin jongeren en hun leefwereld centraal staan.

“Hoe leren we kinderen zorgzaam zijn en liefhebben?” Caroline Hickman reikt naar haar boekenkast. Ze toont het verhaal van Hazeltje en Grote Haas. “Grote Haas, kom eens hier met je oren. Ik moet je iets héél belangrijks vertellen. Raad eens hoeveel ik van je hou?” We geven ze boeken als deze, zegt Hickman. “En dan vinden we het vreemd dat kinderen en jongeren overstuur zijn als ze ijsberen zien sterven of koala’s verbranden?”

Toen Hickman twintig jaar geleden als duikinstructeur de koraalriffen in Egypte zag aftakelen, besefte ze dat de teloorgang van de natuur ook een emotionele weerslag op de mens heeft. Als milieuactiviste en psychotherapeute voor kinderen en jongeren besloot ze beide domeinen te combineren en verdiepte ze zich in klimaatpsychologie.

Vorig jaar bevroeg Hickman samen met collega-onderzoekers via online vragenlijsten 10.000 jongeren tussen 16 en 25 jaar uit tien verschillende landen. Het is het eerste en voorlopig enige grootschalig empirisch onderzoek naar klimaatgevoelens bij jongeren.

De resultaten zijn alarmerend. 75 procent van de ondervraagde jongeren vindt de toekomst beangstigend. 55 procent denkt minder kansen te gaan krijgen dan hun ouders. En meer dan een derde gaf aan te twijfelen of ze kinderen willen krijgen.

Daarnaast lieten de jongeren zien dat klimaatgevoelens een belangrijke drijfveer van klimaatverzet kunnen zijn. Zo bekeken ze de resultaten uit Hickmans onderzoek ook positief: ze tonen de betrokkenheid van de jeugd.

Zorgcultuur

Hickman zit in met de jongeren, maar de blijk van betrokkenheid geeft haar ook hoop. Technologie heeft zijn rol te spelen, maar klimaatverandering is volgens haar in de eerste plaats een gedragsprobleem.

“Jongeren wordt telkens verteld dat er actie komt. Keer op keer worden ze ontgoocheld” – Caroline Hickman (psychotherapeute)

Ze haalt een tweede boek uit haar boekenkast. Volgens Sally Weintrobe, de auteur ervan, zijn de wortels van de klimaatcrisis een gevoel van neoliberaal exceptionalisme en een cultuur van zorgeloosheid. “Verdienen we het om van hot naar her te vliegen en rundsburgers te eten? Alleen als je denkt dat je uitzonderlijk bent en geen rekening houdt met de noden van de rest van de wereld.”

Dat maakt klimaatpsychologie belangrijk, vindt Hickman. “We moeten de psychologische impact van klimaatverandering gaan begrijpen en mensen vervolgens de nodige ondersteuning bieden.”

Zo kan de pijn die mensen voelen verminderen en zelfs gebruikt worden. “Om mensen te helpen nadenken over hoe we hier terecht zijn gekomen. En: hoe kunnen we een andere, mens- en milieuvriendelijke cultuur creëren? A culture of care.”

Oprollen in een balletje

Het begin van Hickmans missie was eenzaam. Gaandeweg kreeg ze meer collega’s en werd steeds meer onderzoek verricht naar de psychologische impact van klimaatverandering. In 2019 bereikte het thema ook de media onder de noemer klimaatangst. “Maar dat begrip”, zegt Hickman, “wordt door veel mensen slecht begrepen.”

Het gaat immers om veel meer dan louter een angstig gevoel, stelt ze. Het is de ervaring van woede en frustratie, verdriet en rouw, hopeloosheid en machteloosheid. “Het gaat er ook om dat jongeren het gevoel hebben dat volwassenen en de overheid hen in de steek laten. Steeds wordt hen verteld dat er actie komt. Keer op keer worden ze ontgoocheld.”

Bijna de helft van de jongeren die Hickman bevroeg, voelde zich genegeerd. “De schade die we veroorzaken, is dat jongeren geen vertrouwen meer hebben. Ze geloven niet meer dat we om de planeet, en dus ook om hen, geven.”

Het is een gevoel dat Eva Roussel, striptekenares en 32 jaar oud, herkent. “Eigenlijk ben ik niet zo bang voor klimaatverandering. Wat me wel de stuipen op het lijf jaagt, is dat we niets doen terwijl we het al zo lang weten. Soms heb ik echt een crisis. Dan wil ik me klein maken en oprollen in een balletje.”

Voor de Brusselse striproute, Parcours BD, mocht ze een stadsmuur beschilderen. Op de muurschildering zit ze in een bolletje ineengekrompen, verscholen achter bloemen die hun blaadjes verliezen. Alsof het tranen zijn.

Existentiële wrijving

De Finse onderzoeker Panu Pihkala maakt een onderscheid tussen twee verschillende, maar niet van elkaar losstaande niveaus van klimaatangst. “Praktische gevoelens zijn gekoppeld aan een ethische vraag. Wat is juist om te doen? Wat moet ik doen? Dat kan voor een conflicterend gevoel zorgen, bijvoorbeeld wanneer we voelen dat we minder moeten vliegen, maar er tegelijkertijd een goede vriend in een ver land om ons bezoek vraagt.”

Er bestaat ook een existentieel niveau dat gepaard gaat met diepe vragen over de betekenis van het leven. Sinds de Verlichting en de industriële revolutie geven we betekenis aan ons leven in termen van vooruitgang. Vandaag is beter dan gisteren, en morgen beter dan vandaag. We bouwen iets op, ook voor onze kinderen. “Maar met klimaatverandering en de biodiversiteitscrisis”, zegt Pihkala, “staat dat beeld, onze bron van zingeving, op de helling. En dat geeft existentiële wrijving.”

Lang was het narratief dat klimaatangst iets is voor de rijke westerse samenleving. Alleen westerlingen met genoeg tijd en luxe konden het zich veroorloven om existentiële zorgen te hebben. Maar dat klopt niet, zegt de Nigeriaanse activiste Jennifer Uchendu. “Mensen uit het Globale Zuiden kregen gewoon geen podium om hun zorgen te uiten.”

In 2019 ging Uchendu naar de COP25 in Madrid. Ze had de macht nog nooit van zo dicht mogen aanschouwen, maar zag vooral onkunde. “Het was zo stresserend om te zien hoe weinig verandering die top bracht en hoe laconiek er met de klimaatproblematiek werd omgegaan.” Jennifer zag het niet meer zitten. “Ik wilde het activisme achter me laten. Kon ik niet beter gewoon van het leven gaan genieten?”

Het was opgeven of uitvissen wat er met haar aan de hand was. Ze informeerde bij de universiteit van Sussex in het Verenigd Koninkrijk, waar ze haar master in ontwikkelingsstudies afwerkte. Al snel kwam ze erachter dat de gevoelens van machteloosheid en frustratie te vatten waren onder ‘klimaatangst’.

Veel mensen uit het Globale Zuiden voelen zich net zoals Uchendu. Het zijn net die landen die samen met de grootste fysieke impact ook de grootste psychologische gevolgen van klimaatverandering dragen, geeft Hickmans studie aan. Waar in het Verenigd Koninkrijk en de VS respectievelijk 28 en 26 procent van de ondervraagde jongeren dagelijks met klimaatangst worstelt, is dat in de Filipijnen en India bijna drie keer zoveel.

Levensbedreigend

Mensen uit het Globale Zuiden voelen niet alleen meer klimaatangst, ze voelen die ook anders, denkt Uchendu. Hoewel de oorzaak van de klimaatverandering voornamelijk bij het Westen ligt, ontsnapt het aan de ergste gevolgen.

Bovendien beschikken rijke landen over de financiële middelen om zich aan klimaatverandering aan te passen. Uchendu: “Mensen uit het Globale Noorden beseffen dat ze geprivilegieerd zijn en dat zorgt voor gevoelens van schaamte en schuld voor de geschiedenis van kolonisatie en exploitatie.”

“Klimaatangst gaat ook over de politieke en sociaal-economische onrechtvaardigheid” – Jennifer Uchendu (Nigeriaanse activiste)

Uchendu voelt geen schaamte of schuld. Wel angst, voor de gevolgen van klimaatverandering die in Nigeria nu al merkbaar zijn: toenemende droogte en voedselonzekerheid, overstromingen en een stijgende zeespiegel. In de arme landen uit het Globale Zuiden zijn klimaatgevoelens existentieel in de betekenis van ‘levensbedreigend’.

Er is ook veel woede, zegt Uchendu. “Klimaatverandering is voor velen uit het Globale Zuiden de zoveelste manifestatie van een geschiedenis van uitbuiting. Het is iets wat hen werd opgedrongen. Klimaatangst gaat daarom niet alleen over het ontwrichte ecosysteem, maar ook over de politieke en sociaal-economische onrechtvaardigheid.”

De stem van het Globale Zuiden

Het doet verschillende wetenschappers twijfelen of de term ‘klimaatangst’ wel wenselijk en functioneel is. Een begrip met zoveel verschillende ladingen verliest zijn betekenis. Die wordt dan al te makkelijk gekaapt ten koste van de opvatting van gemarginaliseerde groepen.

Het zijn vaak net die groepen, die op een alternatieve en natuurminnende wijze handelen, waar het Westen nog iets van kan leren. “Het water, het hout en de bodem zijn heilig. Hoe zou je dat ooit met geld kunnen compenseren?”, vraagt de Colombiaanse Valentina Torres Marrin (17) zich af in een eerder jongerenpanel.

Toch wil Uchendu aan het algemene begrip ‘klimaatangst’ blijven vasthouden. Opnieuw de verschillen tussen Noord en Zuid benadrukken is juist de onwenselijke scheiding die ons tot hier heeft gebracht, vindt ze. “Uiteindelijk dragen we allemaal de gevolgen van deze crisis.”

Het is noodzakelijk dat ook Afrika een stem krijgt om de visie en ervaring van het continent over klimaatangst te vertegenwoordigen. Daarom lanceerde Uchendu in februari TEAP, of The Eco-anxiety in Africa Project. Dat project wil onderzoek verrichten naar klimaatangst in Afrika en naar manieren om ermee om te gaan. “Het gaat over het erkennen van de impact van klimaatverandering op ons mentaal welzijn.”

Angst, een slechte raadgever

“Angst is een slechte raadgever, zeker als het over klimaatverandering gaat”, schreef N-VA-kamerlid Anneleen Van Bossuyt afgelopen zomer op Doorbraak. De onheilspellende en apocalyptische titels in kranten volgen elkaar op, terwijl niet bericht wordt over al het positieve dat gebeurt, vervolgde ze. Daarom is het niet zo raar dat mensen last hebben van klimaatangst. “We zouden ons beter wat meer focussen op de gemaakte vooruitgang.”

Alleen zijn er gewoonweg weinig belangrijke wendingen om een dosis positiviteit uit te putten. De wereldwijde uitstoot van broeikassen is nog altijd niet aan het dalen. Die van Europa, historisch gezien de op een na grootste veroorzaker van klimaatopwarming, daalt wel, maar veel te traag. Het doel om de klimaatopwarming tot anderhalve graad te beperken lijkt verder weg dan ooit.

Het laatste IPCC-rapport over de impact van de klimaatcrisis en de mogelijkheden tot aanpassingen daaraan, bracht een alarmerende boodschap. Enkele dagen lang leverde dat oproer op, maar dat werd vervolgens toch snel weer bedolven onder andere problemen die onze aandacht opeisten. Er lijkt geen tekort aan positiviteit. Wel aan ‘caring’, aan geven om.

“Wanneer een leeuw je huis wil binnenbreken, dan schiet je in actie”, zegt psychotherapeute Caroline Hickman. “Maar wanneer ze je vertellen dat dat pas binnen tien jaar zal gebeuren, dan haal je eens je schouders op en zeg je ‘oké, we zien wel binnen negen jaar’.”

We kennen de feiten, maar negeren de impact. Uit gemakzucht nemen we zelfs afstand. “Maar ook door beschermingsmechanismen. Het is een voortdurend minimaliseren, reduceren en opsplitsen van de pijn en het gevoel van schuld.”

Afstand nemen deed ook de Nederlandse filosoof Wouter Kusters. “Het komt wel goed, dacht ik samen met veel anderen. Technologie lost alles wel op. Maar toen las ik De provocerende aarde van Clive Hamilton en viel het kwartje. We zijn niet goed bezig. Mijn hele wereldbeeld kantelde. Het leidde tot wanhoop en treurigheid.”

Dat gevoel wordt vaak niet aanvaard. ‘Klimaatgekkies’ worden ze in Nederland wel eens smalend genoemd. “Maar het zijn juist die ‘gekkies’ die in de afgrond staren waar de anderen overkijken”, zegt Kusters. “Iemand op die manier gemakshalve wegzetten als abnormaal dient meestal één doel: het bewaken van de status quo. Ze doen alsof klimaatangst een individueel probleem is, in plaats van een probleem van de wereld.”

Klimaatangst valt daarom met geen ander psychologisch probleem te vergelijken, vindt Hickman. Het is namelijk geen probleem dat zomaar even opgelost dient te worden. “Het is net het wegkijken dat ons van collectieve actie weerhoudt. Daarom moeten we het niet over klimaatangst hebben, wel over klimaatempathie, klimaatcompassie en klimaatbewustzijn.”

Hickman wil de politiek en het bedrijfsleven niet buiten schot houden: zij hebben ook verantwoording af te leggen. Maar zonder een sturende burger en consument komt de politiek hopeloos te laat en blijft het bedrijfsleven zijn vervuilende gangetje gaan. “Ik zeg niet dat we nooit meer mogen vliegen, maar onze keuzes maken een verschil. We moeten er bewust over nadenken.”

Verlamming

Hoe zet je klimaatangst op een gezonde manier om in actie? De Engelse klimaatpsycholoog Patrick Kennedy-Williams schreef het neer in zijn boek Turn the Tide on Climate Anxiety. “We willen mensen zich beter laten voelen, maar we willen ook dat ze actief worden of blijven.”

Kennedy-Williams had altijd al een groene identiteit. Hij was de man die mensen aansprak om ze van Google naar de Ecosia-zoekmachine te doen switchen. Plots kwam er in de mentale gezondheidskliniek die hij runt een klimaatwetenschapper over de vloer.

Plots kwam er in de mentale gezondheidskliniek een klimaatwetenschapper over de vloer

De kennis die de wetenschapper verzamelde, maar waar toch oh zo weinig mee werd gedaan, bezorgde hem zoveel stress dat hij voortdurend angstaanvallen kreeg. “Hij was cliënt zero”, vertelt Kennedy-Williams via Zoom. “Vanaf dan ben ik me in klimaatpsychologie beginnen verdiepen.”

Regelmatig krijgt Kennedy-Williams mensen over de vloer die met onaangename klimaatgevoelens kampen. Ze willen iets voor het milieu doen, maar weten niet hoe te starten. “Ze ervaren een gevoel van verlamming.” De opeenvolging van klimaatdoemberichten veroorzaakt stress waar ons hoofd en lichaam op drie verschillende manieren op kunnen reageren. “We vechten, we vluchten of we bevriezen”, stelt Kennedy-Williams. “Dat is een ingebouwd overlevingsmechanisme.”

Zelfzorg voor het klimaat

Voor een deel van de milieubeweging is bevriezen of wegvluchten van de problematiek geen optie. De klimaatwetenschapper Michael Mann stelt bijvoorbeeld in zijn meest recente boek, The new Climate War, dat de nieuwste vorm van klimaatontkenning – er is bijna niemand die de klimaatcrisis nog effectief in twijfel trekt – uit wanhoop bij de pakken blijven zitten is. ‘Doomers’ worden op dezelfde lijn als klimaatontkenners gezet.

Daar is filosoof Wouter Kusters het helemaal niet mee eens. Klimaatgevoelens zijn iets waardevols en dat moeten we niet zomaar even aan de kant schuiven, vindt hij. “Ze dienen net als noodzakelijk bewustwordingsproces dat ons toelaat om met een vol hart een andere richting uit te gaan. Maar dat kan pas als ze gedeeld worden, en niet langer individueel worden gedragen.”

Kennedy-Williams treedt hem bij: “Het allerbelangrijkste is om de gevoelens niet weg te duwen maar ze juist met anderen te delen. En soms mogen we het klimaatperfectionisme ook eens laten varen. Gelukkig zetten steeds meer klimaatbewegingen het belang van zelfzorg op de agenda.”

“Langzaamaan is het Raam van Overton, dat het accepteerbare discours aangeeft, aan het bewegen”, zegt Kennedy-Williams. Iedereen praat nu over de klimaatcrisis. Zo komt ook klimaatbewustzijn er langzaamaan in. “Wat is er dan niet allemaal mogelijk?”


Dit artikel werd gepubliceerd door MO* Magazine op 09/07/2022.

vorige volgende