Door de jaren heen zijn er heel wat mythes over voeding ontstaan. Welke zijn gebaseerd op wetenschap en welke helemaal niet? Lotte Lemoine is diëtiste met een eigen praktijk ‘Gezond met Lotte’ in Antwerpen. Zij weerlegt of bevestigt een aantal populaire mythes.

1. Light voedingsmiddelen zijn steeds een betere keuze dan de gewone varianten

Lotte Lemoine: “Naargelang welke voedingsmiddelen zal ‘light’ iets anders betekenen. Zo worden light kazen gemaakt van melk die op een lager vetgehalte worden gestandaardiseerd. Bij light dranken ligt het dan weer wat anders. Bij deze dranken werd een stuk van de suiker of de volledige hoeveelheid suiker vervangen door zoetstoffen. Deze zoetstoffen zijn op zich veilig, maar het is niet de bedoeling om hiermee te overdrijven. Probeer niet meer dan 500 ml light of zero frisdranken per dag te drinken. Zo zal je niet de aanvaardbare dagelijkse inname overschrijden en geen zoete gewenning creëren. Het is daarom belangrijk om op een verstandige manier met lightproducten om te gaan en advies in te winnen bij een diëtist.”

2. Je kan verslaafd geraken aan suiker

“Wanneer je van een drugs-, alcohol- of rookverslaving spreekt, zal er in je hersenen een soort beloningssysteem geactiveerd worden. Op zo’n moment maak je het gelukshormoon dopamine aan. Wanneer je stopt met drugs, alcohol en roken krijg je ontwenningsverschijnselen en wil je de roes snel opnieuw ervaren.”

“Als je (veel) suiker eet, komt er geen dopamine vrij in de hersenen. Daarom is suiker in strikte zin niet verslavend. Wanneer mensen spreken van een suikerverslaving heeft dit gewoonlijk een mentale oorzaak of wordt deze nood getriggerd door een wisselende suikerspiegel. Door een onregelmatig eetpatroon en voeding te willen gebruiken als troost of genot zal je sneller naar suikerrijke voeding grijpen. Hier gaat dan weer je suikerspiegel op reageren waardoor je het gevoel krijgt opnieuw suiker nodig te hebben.”

“Als je (veel) suiker eet, komt er geen dopamine vrij in de hersenen. Daarom is suiker in strikte zin niet verslavend” – Lotte Lemoine (diëtiste)

3. Rauwe groenten zijn gezonder dan bereide groenten

“Bij het bereiden van groenten zal je altijd mineralen en vitaminen verliezen, variërend van twintig tot vijftig procent. Dit is afhankelijk van je bereidingswijze. Wanneer je groenten lang kookt, verlies je veel meer dan wanneer je ze stoomt. In rauwkost zullen de mineralen en vitaminen dan nog rijker aanwezig zijn. Toch zijn er ook groenten die net een beetje warmte of voorbereiding nodig hebben om bepaalde voedingsstoffen te laten vrijkomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij lycopeen in tomaten (bioactieve stof met een antioxidant werking, red.) in tomaten en beta-caroteen in wortelen (stof die in het lichaam wordt omgezet in vitamine A, red.).”

“Er zijn ook veel mensen die rauwkost niet zo goed verteren, omdat het verwerken hiervan meer van je maag- en darmstelsel vraagt. Het is dus zeker niet noodzakelijk om enkel voor rauwkost te kiezen. Het is belangrijk om de groenten te stomen of koken in een beperkte hoeveelheid water en niet langer dan nodig. Zo behoud je ook zoveel mogelijk mineralen en vitaminen. Probeer om bij de lunch wat rauwkost te eten en ’s avonds bereide groenten. Zo krijg je een mooi evenwicht tussen beide.”

“Er zijn groenten, zoals tomaten en wortelen, die net een beetje warmte of bereiding nodig hebben om bepaalde voedingsstoffen te laten vrijkomen” - Lotte Lemoine (diëtiste)

4. Om het meeste uit je trainingen te halen, kan je het beste zowel voor als na het sporten eten

“Je eet het beste zowel voor als na je training, maar de invulling van wat je eet is heel verschillend. Voor de training neem je het liefste iets van koolhydraten, zoals een banaan. Koolhydraten zijn een ideale energiebron tijdens het sporten. Om je energie daarna weer aan te vullen en je spieren te laten recupereren, heb je dan weer een combinatie van koolhydraten en eiwitten nodig. Denk hierbij aan skyr (een soort kruising tussen yoghurt en kwark, red.) met een portie fruit of een volwaardige maaltijd als dit zo past in je dag.”

5. Het tijdstip waarop je eet heeft niet of nauwelijks invloed op bijkomen of afvallen

“Bij voorkeur eet je niet te laat en neem je overdag grotere porties dan ’s avonds. Alles wat je ’s avonds eet, zal sneller in vet worden omgezet. Je zal ook niet alles wat je opneemt, kunnen verbruiken. Overdag heb je de nodige energie nodig, dus is het logisch om overdag grotere porties binnen te spelen.”

“De gemiddelde Belg ziet zijn avondmaaltijd als de belangrijkste en grootste maaltijd van de dag. Probeer daarom om minstens een half bord groenten te eten en niet te overdrijven met de hoeveelheid pasta, rijst of aardappelen. Op deze manier kan je nog wel een grote maaltijd nemen, maar is de invulling hiervan anders.”

6. Met gezonde voeding kan je de negatieve gezondheidseffecten van nachtshiften verminderen

“Uit studies blijkt dat het werken in (nacht)schiften meer en sneller gezondheidsrisico’s oplevert. Zo is er een verhoogd risico op het ontwikkelen van obesitas, diabetes, verhoogde cholesterol en metabool syndroom (verzameling van klachten rondom de stofwisseling, combinatie van verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk, overgewicht en een hoge bloedsuikerspiegel, red.). Door een gezond voedingspatroon kan je hierop invloed hebben en kunnen gezondheidsproblemen voorkomen en verminderd worden.”

7. Ingrediënten op verpakkingen van voedingsmiddelen staan in een willekeurige volgorde

“De ingrediënten op een verpakking staan in aflopende volgorde. Zo zal het eerste ingrediënt het meeste aanwezig zijn en het laatste het minste. Als er een percentage bij staat zal dat ingrediënt effectief in een aanzienlijke hoeveelheid aanwezig zijn in het product. Als er geen percentage wordt aangegeven, zal dit ingrediënt slechts beperkt aanwezig zijn.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Antwerps Persbureau op 24/03/2023.

vorige volgende