De werkgroep voor psychisch welzijn, in 2014 opgericht door de Vlaamse Jeugdraad, organiseerde in Brussel haar eerste dialoogmoment, Kop(op)zorgen. “Het is vooral de bedoeling om kennis te vergaren en het debat wat open te trekken”, aldus voorzitter van de Jeugdraad, Nozizwe Dube.

Een gezellig groepje zit aan een tafel te eten in afwachting van het begin van het evenement. Ook al lijken de meesten elkaar te kennen, toch krijgt iedereen een sticker met zijn naam erop. Om half twee komt een man van rond de dertig de groep bij elkaar roepen om naar het tweede verdiep te gaan. Daar wacht een klein lokaal met een groot scherm waarop ‘Adocare’ staat.

 

Roodgekleurd  

Eerste gastspreker was Evelien Coppens van Adocare, een Europees project dat de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren in kaart probeerde te brengen door onderzoek in tien Europese lidstaten. “Een op de vijf heeft psychische problemen, maar niet iedereen krijgt een behandeling”, aldus Coppens. Een recente literatuurstudie over het psychisch welzijn bij jongeren toont aan dat de afgelopen tien jaar het aantal jongeren met mentale problemen is gestegen.”

Het eerste opvallende punt was de inschatting van de beschikbaarheid van de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren. Coppens toont een kaart van Europa. Dat is bijna een volledig roodgekleurde kaart.

“De rode landen hebben een slechte, de groene een goede beschikbaarheid. Alleen Finland heeft volgens experts een degelijke beschikbaarheid van geestelijke gezondheidszorg. De rest is ondermaats, ook België.” Onrustwekkend, maar er is ook goed nieuws. Een kaart die de kwaliteit van jeugdhulp weergeeft, is een pak optimistischer. Er zijn veel meer groene landen, waaronder België. Onder kwaliteit verstaan we vooral toegankelijkheid, efficiëntie, maatschappelijke aanvaardbaarheid, relevantie voor de behoefte en de prijs.

“De belangrijkste behoeften zijn stigma’s rond jeugdhulp, toegankelijkheid, contact met andere jongeren enzovoort. Maar vooral preventie is een pijnpunt. De jongeren snappen niet dat de overheid daar niet meer geld in investeert.”

Daarnaast is vooral de opsplitsing van de geestelijke gezondheidszorg in jongeren en volwassenen een probleem. “Als jongeren achttien worden, worden ze overgeplaatst naar een volwasseneninstelling. Die overgang is vaak problematisch omdat sommige jongeren daar helemaal nog niet klaar voor zijn. Er is ook niet voldoende samenwerking tussen jeugd- en volwassenenzorg. Daardoor gaat er tijdens de overgang veel informatie over de jongere verloren”, concludeert Coppens.

 

Antwoorden

“Ik ben heel trots op de voordracht van Evelien”, glunderde tweede spreekster en TEJO-medewerkster Lieve Van Boxem, “TEJO kan een antwoord bieden op een aantal voorgestelde stellingen.” TEJO werd zes jaar geleden opgericht door Ingrid De Jonghe. Ze startte in Antwerpen, maar intussen zijn er vestigingen in onder meer Gent, Mechelen en Turnhout.

“TEJO vertrekt vanuit het idee dat jongeren behoefte hebben aan een begeleider”, vertelt Lieve, “We hebben psychologen die ook een therapie-opleiding gevolgd hebben. Deze mensen hebben een vaste  baan en doen dat er gratis. We bieden wekelijks of tweewekelijks individuele sessies aan, waarbij we proberen jongeren weer kracht te geven. We zijn open na schooltijd en zijn gratis en anoniem. De kinderen hebben dus geen toestemming van hun ouders nodig. Gelukkig nemen veel kinderen hun ouders wel mee.”

TEJO richtte ook themagroepen zodat jongeren kunnen leren van elkaar en beseffen dat anderen het ook moeilijk hebben. De meest voorkomende problemen zijn relaties met ouders, vrienden en leerkrachten. “We kunnen hen natuurlijk niet helpen de situatie op te lossen, maar we kunnen hen er wel mee leren omgaan”, aldus Van Boxem. “Het leukste vind ik dat jongeren elkaar aansporen naar ons te komen. In zes jaar hebben we al 3. 000 jongeren geholpen en het worden er steeds meer”, besluit Van Boxem.

 

Advies

Uiteraard is dit dialoogmoment maar een onderdeel van het plan van de Jeugdraad. “Op basis van alle input geven we een advies”, legt Nozizwe Dube, voorzitster van de Vlaamse Jeugdraad, uit. “Het advies gaat naar de algemene vergadering van de Vlaamse Jeugdraad die het hoogstwaarschijnlijk zal goedkeuren.”

Jo Vandeurzen en Maggie De Block krijgen het advies op hun bureau. Tevens gaat de Jeugdraad ook lobbyen om druk uit te oefenen. Nozizwe is benieuwd naar de reacties en vooral de acties van de overheid.

© 2016 – StampMedia – Amber Van Sprundel / Gitte Bes