© Shutterstock

Geboren in Luik, getogen in Turnhout: als Belg met Pakistaanse roots was het een lange zoektocht om een balans te vinden tussen mijn twee identiteiten. Zelfs nu is het nog steeds op zoek gaan naar wat juist of fout handelen is volgens beide culturen. In heel de familie ben ik de enige vrouw van de tweede generatie die heel haar leven in de westerse wereld is opgegroeid. Het was en is nog steeds een zoektocht voor mij. Maar hoe gaan andere Belgen met een dubbele identiteit hiermee om? En hoe zit het bij hen?

Opgroeien in twee culturen is heel plezant, maar het brengt ook een heleboel tegenslagen en uitdagingen met zich mee. De echte zoektocht begon toen ik naar het middelbaar ging. In het eerste en tweede jaar begon ik sowieso al meer mijn eigen kant op te gaan. Ik kreeg uiteraard veel Westerse invloeden op school en op de toneelschool, maar thuis leefde ik in een heel andere, een Oosterse wereld. Ik ging  vaak niet akkoord met wat er daar werd gezegd of gedaan.

Dat gevoel bleef nog sterk tot in het vijfde middelbaar. Ik kom uit een traditionele Pakistaanse familie, die toch open-minded is op het vlak van gelijke rechten en onderwijs. Onze ouders staan achter onze ambities en dromen, maar hanteren nog steeds de traditionele denkwijze.

Mijn zoektocht naar mijn Pakistaanse identiteit begon in het zesde middelbaar. Ik was de enige moslim met migratieroots in de klas. Mijn klastitularis vond dat een meerwaarde. Ik mocht presentaties geven over mijn land en cultuur. Mijn leerkracht van islamitische godsdienst hielp me ook om mijn twee identiteiten in balans te brengen. Hij was één van de weinige mensen die wist dat ik het daar moeilijk mee had.

Ik heb mijn eigen waarden en normen, en neem het beste van de Pakistaanse identiteit mee, maar ik voel nog veel angst tegenover mijn ouders. Ik wil geen keuzes maken die hen zouden kunnen kwetsen of tegen hun waarden en normen zouden kunnen ingaan.

Maar ik ben ook heel trots op mijn Pakistaanse roots. Ik luister veel naar Pakistaanse muziek, eet thuis enkel Pakistaans en draag Pakistaanse traditionele kledij. Pakistan is een mooi land, met een rijke cultuur, vrijgevigheid en liefdevolle mensen. Het is nog steeds moeilijk om vanuit mijn Pakistaanse identiteit de juiste keuzes te maken. Ik heb mijn eigen waarden en normen, en neem het beste van de Pakistaanse identiteit mee, maar ik voel nog veel angst tegenover mijn ouders. Ik wil geen keuzes maken die hen zouden kunnen kwetsen of tegen hun waarden en normen zouden kunnen ingaan. Tegelijk ben ook fier dat ik de eerste persoon in de familie ben die openlijk heeft gesproken over haar mentale welzijn, haar stem heeft laten horen wanneer er iets onrechtvaardig gebeurde en voor zichzelf keuzes heeft gemaakt waarbij haar eigen geluk eerst staat.

Ik vroeg me af hoe andere jongeren uit migratie de balans hebben gevonden tussen hun twee identiteiten. Ik legde mijn oor te luister bij Fukhar Nadeem Abbas (20), Esin Ulcun (21), Maryam Jamshid (32) en Hammad Shahid (27), vier jonge mensen, waarvan twee studenten die knokken om hun carrière op te bouwen, en twee die al een tijdje op de werkvloer actief zijn.

© Fukhar Nadeem Abbas

Fukhar Nadeem Abbas (20) is student Internationaal Ondernemen aan Karel de Grote hogeschool. Hij werd geboren in Pakistan en kwam naar België toen hij tien jaar was. Fukhar  heeft in een korte tijd heel wat bereikt. Op zijn achttiende kwam hij op voor de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen en op zijn negentiende stond hij op de lijst als 6e opvolger voor het Federaal Parlement, waar hij verkozen werd. Daarnaast engageerde hij zich gedurende twee jaar ook voor het Vlaams Jeugd Parlement waar hij als fractie-ondervoorzitter zetelde. Hij is nu actief in de wereld van de internationale handel en doet aan import en export.

Fukhar: “Mijn vader woont al dertig jaar in België. Hij vond dat mijn zussen en ik eerst van het leven in Pakistan moeten proeven. Ik heb tijdens mijn tien eerste levensjaren in Pakistan heel veel talen en culturen leren kennen. We kregen thuis veel bezoek uit andere Aziatische landen. Dat heeft onbewust een rol gespeeld in de verrijking van mijn cultuurkennis. Ik spreek ondertussen zes talen: Nederlands, Engels, Urdu, Punjabi en Siraiki. Met Frans kan ik uit de voeten en mijn Duits is ‘under construction’.”

“Volgens mij bestaat de mens uit vier verschillende elementen: emoties, ratio, het spirituele en het fysieke. Toen ik in België aankwam, moest ik het emotionele en het rationele aspect serieus bijwerken. Ik voelde me emotioneel zwak omdat ik mijn vrienden en familie had achtergelaten in Pakistan. Ik had niemand om dingen mee te delen. Op rationeel vlak was het vooral moeilijk omdat ik de taal nog niet onder de knie had. Daardoor kon ik  in het begin ook geen onderwijs volgen. Ik begon in het vijfde leerjaar en mocht enkel de vakken Nederlands en Wiskunde samen met de rest van de klas volgen. Voor de andere lessen zat ik in een apart lokaal, met een begeleidende leerkracht die mij de inhoud en klanken van het Nederlands uitlegde. Ik heb het altijd gemakkelijk gevonden om mij aan te passen. Ik hou mij daarbij aan de theorie van de The Survival of The Fittest: diegene die zich het best aanpast, overleeft."

 “Ik ben trots op mijn Belgische en Pakistaanse identiteit, maar mens-zijn blijft het allerbelangrijkste voor mij."

“Langzamerhand begon ik de taal onder de knie te krijgen en bouwde ik stilletjes aan mijn carrire op. Ik weet hoe mensen in Azië in elkaar zitten. Ik ken ook de Europese cultuur en weet hoe mensen hier in elkaar zitten. Ik heb de juiste informatie en kennis over beide werelden om goed te kunnen handelen. Maar kennis is waardeloos als je het niet implementeert. Dus gebruik ik het bij het sluiten van deals, onderhandelingen en communicatie op de internationale markt.”

“Ik wil de tradities van de Pakistaanse cultuur behouden, maar dat wil niet zeggen dat ik mijn Europese identiteit verwaarloos. Kennis hebben van de beide werelden is een verrijking. The trick is to find the balance and adapt. Ik heb altijd moeten knokken om de persoon te worden die ik nu ben. Je moet vertrouwen hebben in jezelf en altijd geloven dat je echt iets kan bereiken. Dit heet de law of attraction: wanneer je echt gelooft dat je iets kan doen, dan kan je het ook doen. Je moet altijd nieuwe doelen vooropstellen, die doelen willen bereiken en er hard voor werken. Je moet jezelf niet in een slachtofferrol vastzetten. If you don’t believe in yourself, then who will?

“De wereld is een dorp geworden vandaag. Het is van levensbelang dat je het gedachtegoed van verschillende culturen en mensen kan inschatten en daarop kunt inspelen. Ik ben trots op mijn Belgische en Pakistaanse identiteit, maar helemaal bovenaan staat voor mij het mens-zijn. Dat blijft het allerbelangrijkste."

© Esin Ulcun

Esin Ulcun (21)  is studente communicatie aan de Thomas More hogeschool in Mechelen en woont in Sterrenbeek. Ze is youtuber, blogger en influencer. Ze werd geboren in Ukkel, maar haar roots liggen in Turkije, het geboorteland van haar vader. Haar moeder heeft ook Turkse wortels, maar werd in België geboren. Dat zorgt soms voor onderlinge meningsverschillen.

Esin: “Mijn moeder is heel religieus. Het grappige is dat ik meer conflicten heb met haar dan met mijn vader, die in Turkije is geboren en opgegroeid. Mijn ouders hebben een gearrangeerd huwelijk. Mijn vader leidde een goed leven in Turkije, met een goede job en een goed loon. Een ideaal leven, eigenlijk. Hij moest zijn luxeleven verlaten om naar België te komen. Hij ging van rijk naar arm. Mijn moeder woonde hier met haar hele familie. Ze heeft enkel een diploma secundair onderwijs. Na het middelbaar ging ze meteen werken om bij te dragen aan het gezinsinkomen.”

In de lagere school verliep alles vlot voor Esin. Van jongs af nam ze haar Turkse cultuur mee naar school. “Ik nam voor mijn klasgenoten Turkse gerechten mee en werd daarvoor erg gewaardeerd. Toen ik naar het middelbaar ging, werd ik me bewuster van mijn twee identiteiten. De eerste drie jaar zat ik op een katholieke school. Als ik daaraan terugdenk, moet ik zeggen dat het een ongemakkelijk tijd was. Ik heb toen heel hard geworsteld met religie. Ik was de enige moslim in de klas, maar werd verplicht om de katholieke waarden en normen te volgen. Ik voelde me ook heel awkward omdat ik - uiteraard - geen vlees mocht eten, en als enige altijd de vegetarische optie nam. In het derde middelbaar veranderde ik van school en ging ik naar een ‘normale’ school. Het is in die drie jaar dat ik mijn Vlaamse identiteit  heb leren kennen.”

“Iedereen kan een invloed op je hebben, maar jij bent de laatste persoon die beslist wie jij wil worden. Daar ligt het geluk.” 

“Mijn vrienden hebben me veel geleerd en hebben en een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van de balans tussen mijn twee identiteiten. Langzamerhand kon ik meer mezelf zijn en begon ik me meer op mijn gemak te voelen. In mijn Vlaamse identiteit heb ik nu uiteraard meer vrijheid.  Daar kan ik praten waarover ik wil en zijn er minder taboe-onderwerpen. Thuis moet ik me aan bepaalde regels houden. Ik zou bijvoorbeeld nooit met mijn benen gekruist voor mijn vader gaan zitten. Ook aan tafel begint niemand te eten voor mijn vader de eerste hap neemt. Als er iemand sterft, moet ik dessert maken omdat dat een traditie is in onze cultuur. Er wordt ook van mij verwacht dat ik die tradities behoud en later doorgeef aan mijn kinderen.”

“Mijn ouders en ik verschillen vooral van denkwijze en mentaliteit. Zij zijn vaak nog ouderwets en blijven fel bij hun standpunt. Mijn moeder is ervan overtuigd dat je de Koran in het Arabisch moet kunnen lezen, maar ik denk  daar anders over. Waarom de koran niet lezen in een taal die ik begrijp? We mogen zoveel gesprekken voeren als we willen, maar zij blijven bij hun standpunt en ik blijf bij het mijne. Zij geven mij hun waarden en normen door, maar het is aan mij om te beslissen wat ik ermee doe. Iedereen kan een invloed op je hebben, maar jij bent uiteindelijk de laatste persoon die beslist wie je wil worden. Daar ligt het geluk.”

“Toch blijft het moeilijk voor mij en mijn ouders om elkaar te overtuigen. Maar toch zit er ook iets positiefs in. Ondanks de meningsverschillen hebben we een sterke band met elkaar en tonen we veel begrip, omdat we het beste voor elkaar willen. Ik wou bijvoorbeeld niet verder studeren na het middelbaar. Ik wilde verder werken als influencer op Instagram en YouTube. Ik geloofde erin dat ik als influencer ver zou komen. Voor mijn ouders is een diploma behalen een prioriteit. Ze willen niet dat ik als hen eindig. Daar had ik begrip voor, dus koos ik uiteindelijk voor een richting die bij mijn carrière als influencer zou passen en mij de kans zou geven om daar verder in te groeien.”

© Maryam Jamshid

Maryam Jamshid (32) is een dappere vrouw. Ondanks de vele moeilijkheden die ze heeft gekend, heeft ze altijd iets moois willen maken van haar nieuwe leven in België. Ze is geboren in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, en vluchtte op tienjarige leeftijd met haar gezin naar België. Hier vond Maryam een mooie balans tussen haar beide identiteiten. Vandaag is ze gemeenteraadslid voor CD&V in Hasselt, coördinator bij Groep Intro Limburg en voorzitter van de Limburgse Integratieraad.

“In oktober 1997 zijn we met de auto van Afghanistan naar Pakistan gevlucht. Daar hebben we een half jaar gewoond. Op 26 november arriveerden we op de luchthaven Brussel. We hadden asiel aangevraagd en werden naar een asielcentrum in Lanaken gestuurd, waar we vijf maanden hebben gewoond. We hebben asiel aangevraagd en kregen twee maanden de tijd om een woning te vinden. We vonden er een in Hasselt en ondertussen woon ik al 22 jaar in deze mooie stad.”

“Ik ging voor het eerst naar school in België. Ik mocht in het vijfde leerjaar beginnen. In het centrum van Lanaken had ik al intensieve taallessen gevolgd en sowieso ben ik iemand die snel een nieuwe taal leert. Ik was nog maar tien jaar, maar was al snel volwassenen. Ik ben de oudste van drie zussen en deed al heel vroeg administratief werk en speelde tolk voor mijn ouders.”

“Je bent als individu een puzzel en je moet op zoektocht gaan en jezelf vervolledigen.”

“Op school was het heel moeilijk om vrienden te maken. Gelukkig ben ik sociaal en durf ik op mensen af te stappen. Mijn zussen en ik verschillen onderling niet zo heel veel van leeftijd, dus we deden letterlijk alles samen. In de lagere school had ik vrienden die me vanaf het begin al mee op sleeptouw namen en me aanvaardden zoals ik was. In het middelbaar leerde ik enkele meisjes kennen die me meteen in de groep opnamen.”

“Op de lagere en middelbare school waren er veel leerkrachten die me vanaf de eerste dag hielpen. Maar er waren ook twee leerkrachten die me discrimineerden. Toch hebben de meeste mensen me als nieuwkomer een supergoed gevoel bezorgd.  We werden ook goed geholpen door vrijwilligers van verschillende organisaties. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets tekort kwam. Ook al hebben we op het randje van armoede geleefd, ik heb nooit het gevoel gehad dat we arm waren, omdat we zoveel hulp van buitenaf kregen.”

Over haar Afghaanse en Belgische identiteit is Maryam zeer duidelijk: “Ik zal nooit mijn Afghaanse afkomst verliezen of verloochenen. Ik ben in Afghanistan geboren. Je ziet het aan mijn huidskleur, ik heb de cultuur en de tradities in mij. Het religieuze aspect heb ik niet volledig geïntegreerd. Religie is een onderdeel van je identiteit. Ik kom uit een progressieve familie: we zijn heel islamitisch opgevoed, maar praktiseren niet. Ik beschouw mezelf als een mix van alles. Aan vaderskant heb ik een heel grote familie. Als ik daar ben, ben ik gewoon Afghaanse.”

"Ik heb de laatste jaren het gevoel dat we in hokjes worden geduwd. Er wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen wie blank en bruin is, of wie moslim is en wie niet."

“Binnen de Vlaamse maatschappij heb ik voor mezelf geen ‘kleur’. België is thuis voor mij. Ik heb hier alle kansen gekregen. Mijn ouders zijn hier gelukkig, mijn zussen en ik ook. Ik ben altijd naar goede scholen geweest en heb goede vrienden. Maar heb de laatste jaren toch het gevoel dat we in hokjes worden geduwd. Er wordt bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen wie blank en bruin is, of wie moslim is en wie niet. Maar als je er diep over nadenkt, merk je dat wanneer die vragen gesteld worden, wij als mens allemaal heel verschillend zijn.”

“De Afghaanse cultuur is heel belangrijk voor mij en ik heb er dan ook veel respect voor. Omdat ik de taal ken, kan ik me goed inleven in de waarden en normen. We brengen veel tijd met door in de familie en zijn vrijgevig. Natuurlijk zijn er ook een aantal elementen die minder goed zijn. Maar die worden dan weer gecompenseerd door de Vlaamse cultuur. Die mix vind ik erg cool. Ik heb op die manier het beste van de twee werelden. Toch ben ik in de loop van mijn leven erg veranderd. De basis die ik heb meegekregen van mijn familie verandert niet. Maar alles wat daarna komt, zorgt ervoor dat je als mens evolueert.”

“En natuurlijk zijn er ook tradities in mijn cultuur waarvan mijn ouders verwachten dat ik me eraan hou. Het suikerfeest vier ik niet, omdat ik niet deelneem aan de ramadan. Maar mijn ouders verwachten wel dat ik mijn tantes en grootouders in Afghanistan opbel om ze een fijn suikerfeest te wensen. Ook als een familielid ziek is of sterft, rekenen mijn ouders erop dat ik ze opbel en vraag hoe het met hen gaat. Die hechte familiebanden zijn heel belangrijk. Het is soms vervelend, maar ik vind het ook heel leuk. Ik heb veel respect voor mijn grootvader en mijn familieleden. Om de één of twee maanden spreek ik een boodschap in, of stuur ik hen een berichtje.”

"Ik was zeventien toen ik mijn ouders vertelde dat ik niet religieus was. Mijn vader ontplofte. We hebben hierover honderd-en-één gesprekken gevoerd. Zelfs vandaag zeggen ze nog vaak dat ik moet bidden om te hopen dat het goed komt. Dan antwoord ik: ‘Bid jij maar voor mij’."

“Omdat ik de oudste van de kinderen was, ben ik wel een paar keer gebotst met mijn ouders. Als ik iets voor mezelf en mijn zussen wilde, moest ik mijn stem laten horen. Mijn ouders zijn niet altijd zo open geweest. Ik wilde bijvoorbeeld ooit eens bij een vriendin blijven slapen, maar dat was geen optie voor hen. De eerste keer dat ik op stap wilde gaan was ook moeilijk, net zoals voor het eerst met vrienden afspreken of naar de schoolfuif gaan.

Ik was zeventien toen ik mijn ouders vertelde dat ik niet religieus was. Mijn vader ontplofte. We hebben hierover honderd-en-één gesprekken gevoerd. Zelfs vandaag zeggen ze nog vaak dat ik moet bidden om te hopen dat het goed komt. Dan antwoord ik altijd: ‘Bid jij maar voor mij’.

Mijn ouders zijn intelligente mensen waarmee je kan discussiëren. Dat is echt leuk. Uiteindelijk willen ze het allerbeste voor mij.”

“Mijn allerbelangrijkste boodschap is dat je altijd eerlijk moet blijven tegenover jezelf. Dat is moeilijk, en het is hard omdat mensen zich geregeld tegen je keren. Maar het is de enige manier om echt ver te komen in het leven. Naar je identiteit op zoek gaan is een zoektocht voor het leven. Zelfs op je 18de of  24ste  kan je je ware identiteit nog niet ontdekken. Je bent steeds op zoek en past je steeds aan nieuwe situaties aan. Je bent als individu een puzzel, en die je moet je zelf vervolledigen.”

© Hamad Shahid

Hammad Shahid (27) werd geboren in Pakistan en kwam op zijn twaalfde naar België met zijn moeder, broer en zus. Hij studeerde af als handelsingenieur aan de Universiteit Antwerpen en werkt nu als Business Insights Manager voor de EMEA-regio bij Janssen Pharmaceutica. Daarnaast is hij ook één van de drijvende krachten achter PEP vzw, een organisatie die ervoor ijvert om meer jongeren een diploma te laten behalen en jongeren een richting te laten volgen die echt bij hen past. 

Hammad: “Mijn vader woonde al in België toen wij naar hier kwamen. Tot mijn twaalfde woonde ik in Pakistan, waar ik ook naar school ging. Toen ik naar België kwam, moest ik naar de onthaalklas om Nederlands te leren. In Pakistan was het onderwijs in het Engels, waardoor ik goed Engels kon. En omdat Nederlands en Engels allebei Germaanse talen zijn, was het een stuk eenvoudiger om de taal te leren. Voor mijn broertje en zusje was dat anders, want zij begonnen in de lagere school. Na zes maanden had ik het Nederlands onder knie. Ik ging vaak voetballen op de pleintjes in de stad, waardoor ik snel nog meer Nederlands bijleerde. Een taal leer je altijd door fouten te maken en daaruit te leren. Ik ben tijdens de zomervakantie ook vaak op zomerkamp geweest en dat hielp enorm.”

“Het tweede middelbaar was een echte boost voor mij. Op vlak van onderwijs en studies heb ik nooit een cultuurschok gehad. In Pakistan werkte ik even gedisciplineerd als hier. Daar ligt de studiedruk hoger. Daar wil iedereen het beste zijn. Dat heeft mij geholpen om discipline te hebben.”

“In het derde middelbaar had ik geen taalachterstand meer. Toen naar de universiteit ging, twijfelde ik eerst nog tussen de studies handelsingenieur of toegepaste economische wetenschappen. Iedereen zei me dat handelingenieur een moeilijke studie was en dat ik moest opletten. Maar ik heb mijn studie succesvol afgerond. Uiteraard heb ik hard gewerkt, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik harder moest werken dan iemand anders.”

"Hoe meer je met verschillende mensen omgaat, hoe rijker je leefwereld wordt. We zijn vaak geneigd om in een kleine cirkel te leven, met mensen en gewoontes die we goed kennen, en enkel vrienden te worden met andere mensen met een migratieachtergrond. Maar je zult zien, als je je openstelt voor anderen, gaat er een hele wereld open.”

“In Pakistan is mijn familie afkomstig van de stad Lahore, een grote stad met een dynamische omgeving. Het is een mix van liberalen en conservatieven. Ik kom vanuit een open familie, en in België voelde ik niet meteen veel verschil qua levensstijl. Maar mocht ik op mijn achttiende naar hier gekomen zijn, denk ik dat ik wel een heel ander verhaal zou hebben verteld. Hoe jonger je bent, hoe makkelijker het is om je aan te passen.”

“Wat beide culturen gemeen hebben - en eigenlijk is het iets universeels - is dat je respect moet hebben voor iedereen en alles. De opvoeding en opvattingen die je van thuis meekrijgt spelen daar een grote rol bij. Wie meekrijgt dat enkel zijn manier van leven goed is en dat alle andere mensen fout zitten, dan ga je dat als kind interioriseren. Ik ben hier in België ongetwijfeld een andere persoon geworden dan als ik in Pakistan was gebleven, maar dat heeft niets met mijn dubbele identiteit te maken. Ik voel me vandaag wel meer een Belg dan een Pakistaan. Het grootste deel van mijn leven heb ik nu in België doorgebracht.”

“Het is voor mij heel belangrijk om mijn kennis uit te breiden, steeds weer. Het slechtste wat je kunt doen is jezelf isoleren. Ontwikkel een open kijk op de wereld. Hoe meer je met verschillende mensen omgaat, hoe rijker je leefwereld wordt. We zijn vaak geneigd om in een kleine cirkel te leven, met mensen en gewoontes die we goed kennen, en enkel vrienden te worden met andere mensen met een migratieachtergrond. Maar je zult zien, als je je openstelt voor anderen, gaat er een hele wereld open.”

"Ik identificeer mezelf altijd als een Belg, maar niet als Vlaming. Je zal me nooit bier zien drinken op café, maar dat maakt van mij niet minder een Belg. Mijn identiteit blijft evolueren en ik probeer het beste van beide werelden mee te nemen."

“Religie speelt een grote rol in wie ik ben. Moslim zijn is voor mij een bepalende factor. De Pakistaanse identiteit en het moslim-zijn heb ik van elkaar losgekoppeld. Mensen in Pakistan zijn wantrouwig en willen iedereen onder controle hebben. Hier hebben mensen veel meer vertrouwen in elkaar. Hier krijg je in je opvoeding, maar ook op school, mee dat je respect moet hebben. Er is hier ook meer gelijkheid dan in Pakistan. Mensen uit de arbeidersklasse worden daar bijvoorbeeld met minder respect behandeld dan iemand die rijker is. Dat soort verschillen vallen me hard op.”

“Ik zoek een evenwicht tussen mijn beide identiteiten. Ik identificeer mezelf altijd als een Belg, maar niet als Vlaming. Een Vlaming is een ras, denk ik, maar een Belg dat is meer algemeen. Je zal me nooit bier zien drinken op café, maar dat maakt van mij niet minder een Belg. Mijn identiteit blijft evolueren en ik probeer het beste van beide werelden mee te nemen. Ik denk dat dat een voordeel is. Als je maar één cultuur hebt en daarbinnen doe je iets wat daar niet bij past, zal je gezien worden als een rebel. Maar iemand met twee culturen kan je kiezen wat bij welke cultuur beter past. Mijn ouders accepteren bovendien ook dat we een andere generatie zijn dan zij. Wederzijdse begrip en respect zijn daarbij heel belangrijk. Mijn moeder denkt over bepaalde kwesties anders, maar verwacht niet dat ik daar hetzelfde over denk als zij.”

“Ik ben hier niet geboren, maar wel getogen. Het is onze rol om die identiteit aan te nemen. Ik heb neven en nichten in het Verenigde Koninkrijk, en zij voelen zich heel Brits. En toch heb ik het gevoel dat veel mensen met een migratie-achtergrond van de vierde generatie zich nog steeds niet helemaal Belg voelen. Terugkeren naar Pakistan is voor mij geen optie. Ik ben hier opgegroeid en dit is waar ik nu leef.”


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen 22/06/2020

vorige volgende