De cocaïnehandel in Antwerpen groeit. Grotendeels wordt deze cocaïne getransporteerd naar andere landen in Europa. Maar hoe zit het met het cocaïnegebruik in Antwerpen zelf? Een stad vol met jonge mensen, een bruisend nachtleven en ook de grootste invoerhaven van cocaïne in Europa. Volgens de Britse krant The Independent is cocaïne na heroïne de meest verslavende drug. Wat betekent dit voor al die gebruikers in Antwerpen?
Julien (33) en Maarten (28) werken als counselor bij de eerste privé-ontwenningskliniek in België in het Antwerpse. “Wij werken hier als counselor, maar zijn zelf ook verslaafd. Wij gebruiken alleen niet meer natuurlijk.” Verslaafd ben je voor het leven, dat maken ze meteen duidelijk. Dat wil dus ook zeggen dat 'clean zijn' iets is waar je je hele leven mee bezig bent.
Jullie zijn de eerste privé-ontwenningskliniek in België. Hoe gaan jullie te werk? En hoe verschilt deze werking met die van een open kliniek?
“Het grootste verschil is dat wij werken volgens het Minnesota-model. Dit model om verslavingen te behandelen is het meest bekende en wereldwijd meest gebruikte systeem. Het Minnesota-model bestaat uit een twaalf stappenplan en de focus ligt op zelfonderzoek en geloof in jezelf. Het probleem is dat dit model door de Belgische overheid niet wordt erkend. Open centra, die financieel gesteund worden door de overheid, gebruiken dit systeem dus niet. Het Minnesota-model wordt ook door het EMCDDA erkend en wetenschappelijke studies wijzen op enerzijds een daling in herval en anderzijds minder druggebruik en andere verslavingen bij adolescenten.”
“Het probleem daarbij is dat open centra worden gedekt door de ziekteverzekering en onze behandeling dus niet. Een behandeling bij ons duurt drie maanden. De eerste twee maanden sturen we de persoon in kwestie naar Zuid-Afrika. Daar werken we samen met zusterklinieken. Hier ligt de focus op afkicken en werken aan jezelf. Daar krijg je dagelijks therapie van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en is contact met het thuisfront beperkt. Je wordt dus afgesloten van je eigen omgeving om je volledig te focussen op je eigen ontwikkeling. Na die twee maanden word je hier nog een maand behandeld. Dat wil zeggen: dagelijkse therapie in de week, maar na de uren ben je vrij om te gaan en staan waar je wil.”
“Daarnaast zijn er nog enkele fundamentele verschillen met de behandeling in open centra. In open centra wordt vooral gewerkt met verplegers. Wij werken met ervaringsdeskundigen, dat wil zeggen mensen die zelf verslavingen hebben, klinische psychologen, psychiaters etc. Dat is zeker geen afbreuk aan open centra. De subsidies voor deze centra zijn enorm laag. Daar hebben ze vaak maar geld genoeg om vier uur therapie per dag te geven. Zij moeten dus roeien met de riemen die ze hebben. Een ander groot verschil is dat er bij ons na de behandeling wordt gefocust op nabehandeling: naar meetings gaan, aan jezelf blijven werken etc. Wanneer je een open centrum verlaat sta je er in principe alleen voor.”
Wat is het belang van die laatste maand bij jullie in Brasschaat?
“De overgang van Zuid-Afrika naar je eigen omgeving is erg overweldigend. Je wordt geconfronteerd met enorm veel impulsen en mensen die je meteen willen zien. Om die overgang vlot te laten gebeuren en de mensen een plaats te geven om tot rust te komen loopt de behandeling de laatste maand verder bij ons. Dit vermindert ook de verleidingen om te hervallen.”
Wat zien jullie als grote mentale impact op jongeren die op vroege leeftijd veel drugs gebruiken?
“Wanneer je van jongs af aan drugs gebruikt, stopt de ontwikkeling van de hersenen ook. Dat geldt evengoed als je er op latere leeftijd mee begint. Als je voor een lange periode verslaafd bent aan een bepaalde drug dan leer je je hersenen af hoe ze om moeten gaan met bepaalde situaties zoals tegenslagen, complimenten etc. Je leert niet meer omgaan met emoties. De echte trauma’s worden behandeld bij de psycholoog, dus niet door ons. Maar we leren ze wel omgaan met emoties op een gezonde manier, leren omgaan met tegenslagen en nieuwe situaties. Daarnaast leren we ze ook dat er mensen zijn die trauma’s meemaken en niet naar drugs grijpen. Het kan ook anders.”
Merken jullie dat er in Antwerpen een drug- en vooral cocaïneprobleem heerst? Zeker in het uitgaansleven?
“Dat valt toch enorm op, ja. Bij jongeren uit de randgemeenten zien we vooral dat ze bij ons komen voor problemen met alcohol. Wanneer je de binnenstad bekijkt zie je wel degelijk dat Antwerpen een cocaïnestad is. Wij kennen weinig mensen uit het Antwerpse die nog nooit cocaïne hebben gesnoven, dat zegt toch iets. We zien vooral ook dat verslavingen zelden alleen komen. Wanneer iemand gevoelig is voor verslavingen manifesteert zich dat meestal op verschillende fronten. Dan bedoelen we niet alleen drug- of alcoholverslavingen. Ook gok-, seks- en werkverslavingen zien we vaak. Zo zie je vaak dat gokverslaafden ook een alcoholprobleem hebben, of cocaïneverslaafden eigenlijk ook verslaafd zijn aan alcohol.”
“Cocaïnedealers zijn ook slimme gasten, hé. Zij weten dat cocaïne duur is voor de modale burger, maar houden hen aan het lijntje door geregeld promoties aan te bieden via sms-verkeer, bijvoorbeeld een ‘twee plus één gratis’-actie voor de kerstperiode. Daarnaast horen wij verhalen van drugsdealers die buiten De Sleutel (centrum voor het behandelen van drugproblemen in Antwerpen) staan te wachten tot de verslaafden naar buiten komen om hen vervolgens coke aan te bieden. In een open behandelingscentrum in Boechout heeft een dealer zich eens laten opnemen om vervolgens cocaïne te verkopen onder de patiënten.”
Tot slot, hoe zien jullie de drugproblematiek evolueren in Antwerpen? Denken jullie dat er een oplossing is?
“We denken niet echt dat daar een eenzijdige oplossing voor bestaat. Het kan ook niet anders dan dat politie in hoge rangen onder een hoedje spelen met de drugmaffia. Als je ziet hoeveel cocaïne er hier binnenkomt en circuleert op de straten, lijkt het ons sterk dat er geen betere manier is om die import tegen te houden.”
“Echter is een volledige war on drugs ook niet de juiste oplossing. Er zijn nu al afrekeningen in het drugsmilieu en dat kan enkel erger worden, mits betere controles. Daarnaast zou de straatprijs van cocaïne enorm stijgen, waardoor verslaafden grijpen naar gevaarlijkere alternatieven. Een stap in de goede richting zou de volgende zijn: wanneer een verslaafde een winkel overvalt om zijn verslaving te financieren, gooi die man dan niet in de gevangenis. Gebruik de financiële middelen om die man in een instelling te steken. Geef mensen de mogelijkheid om zich te laten behandelen.”
Kortom, het cocaïne-gebruik in Antwerpen is een aspect dat niet snel uit de realiteit zal verdwijnen. Het is er, mensen doen het, en het is slecht. Onlangs nog verscheen in De Standaard dat er afgelopen jaar een recordaantal cocaïne –maar liefst 39,6 ton– werd gevonden in de Antwerpse haven. De ladingen worden steeds groter en de smokkel inventiever. We zijn er dus nog niet vanaf en de stad aan de Schelde kabbelt waarschijnlijk ook in 2018 rustig verder op het witte goud.
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 23/03/2018
Dit artikel werd gepubliceerd door (Het Nieuwsblad) op (23/03/2018)