© Omar Abou Allal

“Voel jij je meer Belg of meer Marokkaan?”, wordt me gevraagd. “Beide”, zeg ik, maar dat klinkt als een paradox, onmogelijk in hun oren. “Maar als Marokko tegen België zou spelen, voor wie ben jij dan?”, werpt de andere op. Alsof mijn leven van die keuze afhangt, alsof ik per se moet kiezen.

Met ‘beide’ ben ik dus half-Belg, half-Marokkaan, dan? Een Marobelg ofzo iets. Etnisch gezien ben ik Marokkaan, maar op mijn identiteitskaart staat ‘Belg’. Wat ben ik nu? Ik weet het zelf niet meer. Voel ik me meer Marokkaans of meer Belg?

Als ik die vraag stel aan een Belg, zal hij zeggen dat ik Marokkaan ben. Maar als ik in Marokko juist dezelfde vraag stel, zullen ze zeggen dat ik Belg ben. Het voelt alsof ik in beide landen ‘een vreemde’ ben.

“Alle Marokkanen terug!”, klinkt het hier. Terwijl ik in Marokko word uitgemaakt voor ‘kharij’, buitenlander. Aan geen enkele tafel kan ik zitten, want ik zal nooit volledig één van hen zijn. Ze sturen me telkens naar de andere tafel als een pingpongbal. 

Ik zit in een leegte, in een soort niemandsland. Ik zit tussen twee culturen en twee volkeren. Ik luister graag naar Stromae, maar ook naar Nass El Ghiwane. Ik eet graag couscous, maar frieten op vrijdag smaken ook wel. Voetballer Achraf Hakimi vind ik geweldig, maar Kevin De Bruyne kan net wat beter shotten.  Mag dat? Mag ik mijn mening daarover uitspreken? Of ben ik daar net niet Marokkaans genoeg voor? Of ben ik daar net te veel Marokkaans voor?

Ik schrijf dit niet om een oplossing te zoeken, want die is er toch niet. Ik wil hiermee gewoon uiten waar ik al heel mijn leven mee kamp (en mee zal blijven kampen). Dit is een gevoel dat veel ‘Marobelgen’ kennen, maar wij kunnen er niets aan veranderen, wij zullen altijd ‘de Ander’ zijn. Wij zullen onze eigen gemeenschap moeten zijn, het beste van twee werelden, een brug tussen twee culturen. Een brug met een identiteitscrisis.

vorige volgende