© Corine Nelemans

Hij komt helemaal niet uit een extreemrechts nest, en toch is Cedric Cornelissen (21) al bijna een jaar jongerenvoorzitter van Vlaams Belang Antwerpen. “Ik kan me bij ons thuis geen gesprek herinneren dat over politiek ging voor mijn zeventiende of achttiende. Mijn politieke engagement kreeg ik dus niet met de paplepel ingegeven”.

In oktober 2018 werd Cedric Cornelissen verkozen tot districtsraadlid voor het district Antwerpen. Daarnaast studeert hij toegepaste psychologie aan de Thomas More Hogeschool in Antwerpen.

Eind februari begint Cedric met zijn stage in de kinder- en jeugdpsychiatrie. “Oorspronkelijk was het mijn droom om psychiater te worden. Op de middelbare school heb ik voor humane wetenschappen gekozen, omdat ik ervan overtuigd was dat ik met die richting psychiater kon worden. Later kwam ik erachter dat je daar eerst zeven jaar geneeskunde voor moet studeren. In humane wetenschappen krijg je niet zo veel wiskunde, dus ik wist al vrij snel dat geneeskunde niet ging lukken. Dus werd het toegepaste psychologie op hogeschoolniveau. Dat leunt zo dicht mogelijk aan bij wat ik graag had willen doen.”

Cornelissen kijkt ernaar uit om te werken met kinderen. “Ik had ook voor de volwassenenpsychiatrie kunnen kiezen, maar met kinderen werken vind ik leuker. Ik kan beter praten met kinderen dan met volwassenen. Als zij iets willen zeggen, dan doen ze dat ook. Ze zijn rechttoe rechtaan. Een beetje zoals ik.”

Niet met de paplepel

Toen Cedric nog op de middelbare school zat, werd er bij hem thuis vrijwel nooit over politiek gesproken. “Ik kan me bij ons thuis geen gesprek herinneren dat over politiek ging voor mijn zeventiende of achttiende. Mijn politieke engagement kreeg ik dus niet met de paplepel ingegeven.” Dat betekende niet dat Cornelissen niet geïnteresseerd was in politiek. “Ik denk dat ik in de derde of vierde klas van de middelbare school zat toen het begon te borrelen. Het was met de opkomst van de N-VA: in mijn ogen sloeg Bart De Wever nagels met koppen. Ik begon daar sympathie voor te krijgen. Toch had ik al snel door dat er een partij was waar ik nóg meer sympathie voor had. Dat was het Vlaams Belang.” 

Die interesse voor politiek kwam niet uit het niets. Toen Cedric nog op de middelbare school zat, hebben zich een aantal voorvallen voorgedaan waardoor zijn voorkeur voor rechtse partijen werd versterkt. “Het eerste was toen ik in de vierde klas zat. De school organiseerde een geldinzamelingsactie voor Broederlijk Delen, voor Afrika. Ik ging naar school in Leuven en ik kan mij nog goed herinneren dat er overdag op het Ladeuzeplein veel daklozen zaten. Veel van hen waren duidelijk Vlaming. Dus ik zei op school: ‘Ik wil gerust de mensen in Afrika helpen, maar kunnen wij ook iets doen voor de arme mensen hier in Vlaanderen?’ Daar werd zeer aanvallend op gereageerd door mijn leerkrachten die antwoordden dat iedereen het hier toch goed heeft en dat de mensen in Afrika het veel meer kunnen gebruiken dan wij. Ik was daar echt door aangedaan.” Het tweede voorval deed zich voor tijdens de les Frans toen Cornelissen in de vijfde klas zat. “Ik had een infopakket aangevraagd van het Vlaams Belang en daar zat een pen bij. Mijn leerkracht moet die pen gezien hebben toen hij mij bijles gaf. Op een bepaald moment was er een politieke discussie gaande in de klas. Toen mijn leerkracht binnenstapte zei hij: ‘Mensen die op N-VA of Vlaams Belang stemmen, zijn mensen waar je niet mee om moet gaan.’ Ik heb dat niet laten passeren en heb dat direct tegen mijn klastitularis gezegd. Ik vind dat een leerkracht zijn politieke mening niet in de klas mag verkondigen, want hij zorgt zo automatisch voor een geviseerde groep binnen de klas. Ik noem dat gewoon indoctrinatie.”

© Corine Nelemans

Jong en rebels

Intussen is Cedric al twee jaar zeer actief binnen het Vlaams Belang. Zijn keuze is er niet zonder slag of stoot gekomen. Hij heeft lang getwijfeld om zich politiek te engageren, omdat de samenleving het over het algemeen niet echt begrepen heeft op Vlaams Belangers. “Vanaf het moment dat je een partijkaart koopt, naar bijeenkomsten gaat en je politiek verkiesbaar stelt, sluiten enkele deuren zich. Toch wilde ik me daar niet door laten tegenhouden. Ik wilde écht iets met Vlaams Belang gaan doen. Ik denk wel dat er vandaag een aantal deuren voor mij gesloten zijn. Maar ik ben er ook van overtuigd dat er ondertussen veel geopend werden.”

Vandaag wordt er bij Cornelissen thuis wel meer over politiek gesproken, maar het liefst nog altijd niet te veel. “De familie aan mijn vaders kant steunt mij voor honderd procent. Of hij dit jaar op Vlaams Belang heeft gestemd, weet ik niet. Misschien wel. Ik vraag dat ook niet. Mijn moeder steunt mij door te zeggen dat ze trots is op wat ik heb bereikt en dat ze vindt dat ik het goed doe, maar ze is het zeker niet eens met de partijlijn. Mijn stiefvader is ook absoluut niet Vlaams Belang-gezind. Als ik over het Vlaams Belang begin, zie ik mijn moeder al kijken met een blik die zegt: ‘Zwijg, alsjeblieft.’ Ik provoceer graag, gooi graag een beetje olie op het vuur. Ik ben jong en rebels.”

Utopie

Cornelissen droomt van een België dat controle heeft over wat er binnenkomt en naar buiten gaat. Hij hoopt dat de drie grote pijlers van het Vlaams Belang met betrekking tot immigratie, veiligheid en economie het middel kunnen zijn voor de verwezenlijking van zijn droommaatschappij. “Als we onze veiligheid willen vergroten, moeten we de grenzen sluiten. Op de Meir hebben ze nu van die paaltjes geplaatst als beveiliging tegen een eventuele aanslag. Maar die angst voor terroristische aanslagen zou helemaal niet nodig moeten zijn. Het is een gevolg van het opengrenzenbeleid. Het belangrijkste wat er vandaag moet gebeuren in onze maatschappij, is dat we  opkomen voor ons eigen volk. Eerst onze mensen. Dat is niet hetzelfde als alle buitenlanders buitengooien. Immigratie is nodig, dat geef ik toe. Als jij bijvoorbeeld een dokter bent uit Pakistan, Amerika, Frankrijk of Marokko, wees dan welkom, alsjeblieft. Maar als jij hier bent om te profiteren en criminele feiten te plegen, dan hoor je hier niet thuis.” 

Cedric moet even nadenken als hem gevraagd wordt wat hij ervoor over heeft om zijn utopie te bereiken. “Wat wil je mij nu horen zeggen? Dat ik over lijken zou gaan …?” zegt hij peinzend. “Ik denk dat iedere politicus zijn idealen wil bereiken. Ik zal dan ook iedere dag voor mijn idealen staan en nooit terugdeinzen voor wat andere mensen denken of zeggen. Ik spreek met veel mensen in de hoop dat ik hun stem kan winnen. Dat is het belangrijkste, dat het volk voor je kiest. Er valt geen diploma te behalen waarmee je morgen bij het parlement je cv kunt gaan indienen. Vandaar dat ik ook nog een diploma in de toegepaste psychologie wil behalen, als back-up. Politiek staat niet vast. Het geeft je geen contract waarmee je binnen bent voor de rest van je leven. Maar ja, als ik moet kiezen tussen een carrière als psycholoog of een als politicus, dan kies ik sowieso voor het tweede.”

Meer verantwoordelijkheden

Heeft Cedric als politicus nu het gevoel dat hij zich in de studentencafés moet inhouden wat betreft alcoholgebruik en vrouwen? “Dat zijn jouw woorden”, zegt hij lachend. “Ik ben niet meer enkel Cedric Cornelissen van Primus Scaldiae. Ik ben nu Cedric Cornelissen van het Vlaams Belang. Bij allebei had en heb ik verantwoordelijkheden, maar ik kan nu geen echt zotte dingen meer doen. De kans bestaat nu eenmaal dat ze een foto van mij maken en dat die gelekt zal worden. Dan zit ik in de problemen, ja. Dus ik let wel op met wat ik doe. Natuurlijk kan ik eens een pint te veel drinken, maar iemand op z’n gezicht slaan bijvoorbeeld, dat kan ik niet meer maken.”

Het leven als rechtse politicus gaat niet altijd over rozen. “Ik heb al eens meegemaakt dat ik ’s avonds niet meer alleen naar huis kon, omdat ik werd bedreigd. Die mannen hadden al wat gedronken en dat vind ik het gevaarlijkst. Als iemand nuchter bedreigingen uit, fijn. Dat heb ik ook al voorgehad, maar daar trek ik me niets van aan. Als iemand gedronken heeft, weet je maar nooit wat er kan gebeuren. Een paar vrienden zijn toen met me mee naar huis gelopen en die mannen zijn daarna ook zelf naar huis gegaan. Het was toen een paar weken voor de verkiezingen. Ik kon het me niet permitteren om dood te gaan.”   

Popcorn

Ook via sociale media krijgt Cedric regelmatig bedreigingen. “Ik lees ze wel, maar besteed er verder geen aandacht aan. Zodra je op sociale media een discussie aangaat, verlies je alleen maar tijd. De rest van Vlaanderen kan er popcorn bij pakken en meelezen. Dat is stom. Nee, mensen die mij online uitmaken voor racist, zijn geen reactie waard.” De bedreigingen in real life zijn moeilijker om te negeren. “Toen ze me op café bedreigden, heb ik dat weggelachen. Ik heb gezegd: ‘Mannekes, ik hoop dat jullie een goede avond hebben, dan kan ik dat ook hebben.’ Je moet daar verder niet op ingaan, want dat kan alleen maar nadelig zijn voor jou. Het kan gefilmd worden of je krijgt kletsen, haha. Dat heb ik in Leuven eens voorgehad. Dat was voor alle duidelijkheid wel de enige keer.”  

Hij is er zich van bewust dat deze dingen in de toekomst vaker kunnen gebeuren, maar dat maakt hem niet bang. “Het motiveert me juist meer. Als mensen mij bedreigen, weet ik dat ik juist bezig ben. Het zijn of mensen die me haten of bang van me zijn. De bedreigingen komen er namelijk pas als je wint. De verliezer wordt nooit bedreigd, want die heeft niets te verliezen. De winnaar wel. Dat gescheld en de bedreigingen maken me alleen maar sterker.” Cornelissen houdt zich groot, maar leuk is anders. “Voor racist of fascist uitgemaakt worden, of horen dat ze je neer gaan steken: het komt aan. Je moet een olifantenhuid hebben om te doen wat ik doe.”

De Kapelse ex-vriendin van Cornelissen, Romy Robert, was het gezicht van de nationale precampagne van het Vlaams Belang. Ze poseert op deze affiches en campagneborden met de Vlaamse Leeuw. Snel nadat de campagne was gelanceerd, werd een van die borden in Ekeren beklad met onder andere een Hitlersnorretje en okselhaar. Op Twitter circuleerde een filmpje waarop ze Romy’s gezicht op de affiche in brand staken. “Toen wij samen waren, hebben wij vaak gepraat over de gevolgen die onze kandidatuur bij Vlaams Belang voor ons zou kunnen hebben. We wisten waar we aan begonnen. Ik kan me heel goed inbeelden dat het pijn gedaan moet hebben om zulke dingen te zien. Ik kan niet voor haar spreken, maar misschien heeft dit haar wel bang gemaakt. Je kunt iets tegen onze partij hebben, tegen onze standpunten, maar je kunt onmogelijk een jongedame van 21jaar zo gaan viseren en zelfs bedreigen, gewoon omdat ze met haar foto op een campagnebord van het Vlaams Belang staat.”

Geen verloren vrienden

Cedric heeft nooit doekjes gewonden om het feit dat hij een Vlaams Belanger is. “Ik ben er al vroeg voor uitgekomen. Ik ben er geen vrienden door verloren. Er zijn wel mensen waarmee ik vrienden had kúnnen worden als ik geen Vlaams Belanger was geweest, maar dat vind ik geen verloren vrienden. Dat zijn mensen die vooraf bepalen: ‘Dat is iemand van het Vlaams Belang, dus dat zal er wel zo ene zijn. Daar ga ik niet mee om.’ Laat ze doen. Dat is voor mij geen probleem. Die mensen dragen oogkleppen, ze kijken niet verder. Ik zie het juist als een verrijking als je met mensen die er verschillende meningen op nahouden, aan tafel kunt zitten. Je zult het misschien niet met elkaar eens zijn, maar je hebt in ieder geval wel een interessant gesprek gehad.” Toch heeft Cedric niet enkel rechtse vrienden. “Natuurlijk heb ik ook vrienden aan de linkerzijde van het politiek spectrum. Ik heb vrienden die voor PVDA stemmen, voor sp.a zijn, en vrienden die zijn opgekomen voor Groen. Maar mijn de meeste van mijn vrienden zijn uiteraard wel rechts. Politiek is een deel van mijn persoonlijkheid geworden, een deel van mijn leven. Daar kan niemand meer omheen.”


Dit artikel werd gepubliceerd door NewsMonkey.be op 18/01/2019

vorige volgende