Steeds meer jongeren komen in contact met middelen die verslavend zijn. De leeftijd waarop dit gebeurt ligt ook steeds lager. Andy van Bergen is een ex-alcoholverslaafde. Arne Nilis was eens een beloftevolle voetballer, tot hij zijn carrière opgaf door een aanhoudende gokverslaving. Vandaag proberen beide heren zo veel mogelijk jongeren te waarschuwen voor de gevaren van een verslaving.
Hoe ontstaat een verslaving?
Andy: “Niet iedereen is even vatbaar voor verslavingen. Twee op de tien verslaafden hebben van nature een zwak voor verslavende middelen. Ook wie in zijn jeugd geconfronteerd wordt met zulke middelen, is vatbaarder voor een verslaving. Dat kan thuis zijn maar net zo goed onder je vrienden. In mijn jeugd werd ik thuis elke dag geconfronteerd met alcohol. Een ander belangrijk aspect is de gewenning die ontstaat als je rond de puberteit, tussen de 16 en 18 jaar, vaak een verslavend middel gebruikt. Dan is de kans groot dat je in de richting van een verslaving gaat. Aanleg, confrontatie en gewenning zijn dus de drie grondleggers van een verslaving.”
Is een verslaving erfelijk?
“Ik geloof ergens wel dat dit genetisch kan worden doorgegeven. Maar vaak komt er veel meer bij kijken. Het hangt in mijn ogen meer af van de situatie waarin de persoon verkeert.”
Hoe kun je een verslaving of een afhankelijkheid van een bepaald middel vermijden?
“Dit kan je alleen vermijden door het met mate te doen of te gebruiken. Als dat niet gaat, ben je dus bij die twee van de tien mensen die een zwak hebben voor verslavende middelen. Dan zoek je best hulp. Van een verslaving ga je nooit echt afraken zonder professionele hulp. Slechts vier procent van de verslaafden slaagt erin om af te kicken, wat schrijnend is. Ikzelf zit bij de 2,3 procent en ben nu drie jaar volledig clean.”
Wat is het grootste probleem van een verslaving?
“Geld was in mijn geval het grootste probleem. Ik had altijd veel geld en had dus nooit een probleem om rond te kunnen komen.”
Wanneer besefte je dat je verslaafd was?
“Toen ik begin de twintig was, kreeg ik van een paar mensen die dicht bij mij stonden te horen dat ik te veel dronk. Op dat moment negeerde ik die commentaren volledig. Toch besefte ik op een gegeven moment dat ik wel een probleem had en er eigenlijk geen weg meer terug was zonder externe hulp. Ik ben toen ook alles en iedereen rondom mij beginnen te verliezen. Ik kreeg het financieel moeilijker en het ging ook niet meer goed met mijn gezin.Vanaf dan kwam ik zelf tot het besef dat ik verslaafd was.”
Op welke manier was jij verslaafd aan alcohol?
“Ik was een bourgondische drinker. Ik dronk niet om zat te worden, maar voor de smaak. Ik kook en eet heel graag en daar komt altijd alcohol bij kijken. Zeker in mijn geval want ik zat in de voedingssector en moest vaak gaan lunchen met mijn klanten. Tijdens het koken dronk ik ook graag eens een lekker glas wijn, maar het bleef niet altijd bij één glas. Door de jaren heen werden dat flessen. Ik was ook erg geïnteresseerd in wijnen en was er dus niet vies van om naar de wijnbar te gaan en daar wat te proeven. Ik ben nooit lichamelijk verslaafd geweest maar vooral psychisch. Alcohol was voor mij een manier van rust vinden.”
Hoe komt het dat mensen meer beginnen te drinken?
“Dat hangt af van persoon tot persoon en van de situatie. Sommigen doen het omdat ze het leuk vinden. Anderen doen het omdat ze verdriet hebben en op zoek zijn naar een vluchtpunt. In mijn geval was dat gewenning. Ik heb nooit last gehad van lichamelijke symptomen. Mijn probleem was vooral psychisch, ik moest drinken om mijn rust te vinden en te kalmeren.
Hoe komt het dat jij verslaafd bent geworden?
“Bij mij kwam dat door mijn hele zware jeugd. Mijn ouders waren zelf alcoholisten. Ik ben ermee opgegroeid.”
Heeft het lang geduurd vooraleer je was afgekickt?
“Vijf dagen. Ik ging nuchter binnen in de ontwenningskliniek, en kwam er nuchter terug uit. Ik heb er een jaar en acht maanden gezeten omdat ik een psychisch probleem had. Nu ben ik een goede drie jaar helemaal clean en voel me weer perfect. Het afkicken zelf duurt helemaal niet lang, de gedachte dat je nooit meer mag gebruiken weg krijgen, dat is het aller moeilijkst.”
Ook Arne Nilis kampte jaren met een verslaving. Hij gokte tot enkele jaren geleden obsessief, wat hem uiteindelijk ook zijn voetbalcarrière kostte.
Hoe oud was je toen je begon met gokken?
“Dat begon allemaal heel onschuldig op mijn dertiende. Ik ging dan naar de krantenwinkel met mijn zakgeld en zette daar vooral in op voetbalweddenschappen.”
Was dit onder invloed van leeftijdsgenoten?
“Gedeeltelijk. Ik had ook oudere vrienden die dat al langer deden. Het maakte het ook extra leuk omdat ik zelf toen in de voetbalwereld zat en ik er vaak met mijn vrienden over bezig was.”
Welke invloed had jouw verslaving op je dagelijks leven?
“Eigenlijk had mijn probleem een hele grote impact op mijn dagelijkse leven. Ik begon het zelf pas te merken vanaf dat er meer tijd naar het gokken ging dan naar mijn voetbal, wat toen mijn werk was. Het werd erger doordat ik niet meer op normale tijdstippen at en dat ik niet meer genoeg nachtrust had. Mijn sportieve prestaties leden er dus onder. Ik begon mijn werk te verwaarlozen. Voordat ik het wist moest ik ook niet meer komen.”
Hoe groot is de gokverslaving in de voetbalwereld, voornamelijk bij de jeugd?
“Dat is een vraag die ikzelf niet kan beantwoorden, omdat ik niet voor een ander wil zeggen of hij of zij gokverslaafd is. Wat ik wel kan zeggen, uit eigen ervaring, is dat het niet moeilijk is om te gaan gokken. Vaak besef je zelfs niet dat je verslaafd bent, totdat het te laat is.”
Je bent naar Zuid-Afrika getrokken om af te kicken, waarom daar?
“Ik ging samen met mijn moeder op zoek naar hulp. Eerst belandde ik bij een dokter die mij dan weer doorverwees naar psychologen en psychiaters. Na een goede vier jaar was mijn gokverslaving nog steeds niet onder controle. Ik wilde wel stoppen, maar dat ging niet. Vanaf dat moment ben ik samen met mijn moeder op zoek gegaan naar andere mogelijkheden, maar al snel bleek dat er hier in België niet direct een opnamecentrum voor gokverslaafden was. Zo kwam ik terecht bij Solutions-Belgium waar ik doorverwezen werd naar een opnamecentrum in Zuid-Afrika.
Heb je schrik om te hervallen?
“Neen, totaal niet. Ik loop vandaag hand in hand rond met mijn verslaving. Wat ik wel weet is dat het altijd om de hoek schuilt, en dat ik verslaafd ben voor mijn leven. Ik zal dus wel moeten oppassen om niet te hervallen. Maar ben ik bang? Neen.”
Ben je vandaag nog op de een of andere manier bezig met voetbal?
“Neen, ik ben niet meer zoveel bezig met voetbal deze dagen. Ik kijk zeker nog wel op tv naar de Champions League en andere soort wedstrijden.”
Je geeft nu lezingen over verslaving. Ontmoet je daar dan ook vaak jongeren met hetzelfde probleem?
“Ik geef als vrijwilliger lezingen rond het thema verslaving. Ik geef deze lezingen preventief in sportclubs, bedrijven en scholen. Ik geef getuigenissen en vertel mijn levensverhaal. Ik kom op scholen vooral veel jongeren tussen de 16 en de 18 jaar tegen, die al vaak online wedden op sportwedstrijden. Dit is in mijn ogen toch zeer verontrustend.”
Dit artikel werd gepubliceerd door WAT WAT op 01/10/2018