Buurtbewoners en parkbezoekers van het Caputsteenpark in Mechelen ondervinden al jaren overlast vanuit de gevangenis, die vlak naast het park ligt. Volgens experts is de oorzaak van de problematiek de overbevolking, het tekort aan personeel en de nagenoeg onmenselijke leefomstandigheden in de gevangenis. Maar die uitdagingen zijn niet uniek voor Mechelen. Ze weerspiegelen de bredere problematiek binnen het Belgische gevangeniswezen.
In Mechelen lijkt het stadsbestuur een vreemde keuze gemaakt te hebben: in 2016 legde het een kinderspeelpark aan in de Caputsteenstraat, naast de muren van de oude gevangenis aan het centrum van de stad.
Sindsdien krijgen de gevangenisdirectie en de politie regelmatig klachten binnen over het gedrag van de gedetineerden, die vanuit hun celramen zicht hebben op het park en de bezoekers van het park lastigvallen met ongepaste opmerkingen. Tijdens de coronaperiode, toen bezoek in de gevangenis niet meer toegelaten werd, hoorden en zagen verschillende bezoekers en buurtbewoners gedetineerden gesprekken voeren over de muur heen. Ook vandaag zijn er klachten over nachtelijk lawaai, vrouwen die nageroepen worden en onbekenden die pakketjes – al dan niet gevuld met drugs – over de muren gooien.
De frustraties stapelen op
Ondanks de inspanningen van de gevangenisdirectie en het stadsbestuur de afgelopen jaren is de overgooiproblematiek nooit verdwenen. Vangnetten plaatsen is niet mogelijk: de oude muren kunnen het gewicht ervan niet aan. Steunpilaren om de vangnetten aan te bevestigen zouden een oplossing kunnen zijn, maar die zouden de bewegingsvrijheid van de gedetineerden tijdens de wandeling kunnen hinderen.
Resultaat is dat er via de oude muren al jarenlang drugs en andere verboden goederen de gevangenis wordt binnengesmokkeld. Buurtbewoonster Ann Deneyer woont al 28 jaar in de Caputsteenstraat. Haar tuin grenst aan de gevangenismuren. ”De pakketjes komen ook af en toe in de nabijgelegen tuinen terecht”, zegt ze. “Soms lopen er onbekende figuren over de daken van de huizen, op zoek naar hun pakketjes. Onlangs vond onze buurman nog een tennisbal gevuld met drugs in zijn tuin.”
Deneyer zelf wordt ’s nachts ook wakker van het geroep van gedetineerden. “Regelmatig zie ik mensen op de parking naast hun auto naar de gevangenis schreeuwen om in contact te komen met de gedetineerden.” Ondanks verschillende pogingen om de gevangenisdirectie hierover te spreken, wilde die liever niet reageren.
“Soms lopen er onbekende figuren over de daken van de huizen, op zoek naar hun pakketjes. Onlangs vond onze buurman nog een tennisbal gevuld met drugs in zijn tuin” - Ann Deneyer (Buurtbewoner)
Ook begrip
Bij een rondvraag naar de ervaring van de parkgebruikers komt een mix van begrip en frustratie naar boven. Sveta, die haar familienaam liever niet wilde delen, woont vlakbij en komt regelmatig met haar kinderen naar het park. “Ze vragen me soms waarom de mensen zo roepen en boos zijn op elkaar”, vertelt ze.
Ook Sanne Callaerts is een regelmatige bezoeker van het Caputsteenpark. “Soms zie je de armen van de gedetineerden uit de ramen steken, alsof ze echt naar buiten willen. Dat geeft wel een raar gevoel,” zegt ze, “maar ik voel me hier niet onveilig.”
Raf Rens woont vlakbij en bezoekt het park vaak met zijn twee zoontjes. “We waren ons ervan bewust toen we hier introkken”, zegt hij. “Het is een beetje zoals aan de luchthaven wonen: je weet dat dat bepaalde gevolgen met zich meebrengt.”
Zijn oudste zoontje vindt het geroep van de gedetineerden storend. Rens: “Wij worden soms wakker van de mensen in de gevangenis die roepen. Er is meer geroep wanneer het warmer is. Dat zal ook voor hen niet gemakkelijk zijn, opgesloten zitten in de hitte.”
Bewuste keuze
“Er was een grote vraag van de buurtbewoners naar een groene zone en speelgelegenheid”, zegt Mechels schepen van Preventie en Samenleving Abdrahman Labsir (Open VLD). “De Caputsteen-site bood daarvoor genoeg ruimte.” Labsir staat nog altijd achter die beslissing, want het park wordt dagelijks veel gebruikt.
Ook voor schepen van onder andere Groenontwikkeling, parken en stadstuinen Patrick Princen (Groen) was de locatie een bewuste keuze. “Op die manier zorgen we voor meer groen voor de buurt, maar ook voor meer tolerantie voor de gevangenis.”
Volgens Princen biedt het park ook een vorm van sociale controle, omdat buurtbewoners en parkgebruikers voortdurend aanwezig zijn en een oogje in het zeil houden. Omdat het park vlak naast de gevangenismuren ligt, merken omwonenden en parkbezoekers sneller ongebruikelijke situaties op, zoals verdachte activiteiten of pogingen tot communicatie met de gedetineerden.
“Bij de aanleg hebben we rekening gehouden met zowel de veiligheid van de parkgebruiker als die van de gedetineerden. Bomen en speeltuigen hebben we niet te dicht bij de gevangenismuren geplaatst, om beschadiging van de muur of ontsnappingsmogelijkheden te vermijden”, vertelt Princen. “Het is de bedoeling om het park in de toekomst nog uit te breiden.” Volgens Labsir zou de gevangenisdirectie ook werken aan de heroriëntering van luidruchtige gedetineerden en denkt ze na over de installatie van beloningsystemen.
Grondslapers
De gevangenis van Mechelen ligt aan het centrum van de stad en is gebouwd in 1874. Officieel is het een arresthuis met gesloten regime, alleen voor gearresteerden en gedetineerden met een middellange straf tot tien jaar.
“Maar de grenzen tussen al die penitentiaire instellingen vervagen steeds meer”, zegt Eddy De Smedt, ex-cipier en secretaris-generaal van vakbond VSOA (de vakorganisatie voor de personeelsleden van de geïntegreerde politie, red.). “Dat komt omdat onze gevangenissen overbevolkt zijn. Er zitten vandaag veel gedetineerden in gevangenissen waar ze eigenlijk niet horen te zitten en waar dus ook niet genoeg plaats meer is. De gevangenis van Mechelen, bijvoorbeeld, heeft normaal gezien een capaciteit van 84 mannen. Vandaag zitten er 154 gedetineerden. Daarvan zijn er al zeker tien ‘grondslapers’: mensen die tussen twee bedden in op een matras op de grond moeten slapen.”
“De derde gedetineerde kan ook niet aan het tafeltje eten, dat maar net groot genoeg is om twee dienbladen op te zetten. De enige mogelijkheid is dan op het bed te eten, of soms op het open toilet” – Yo Haeleydt (Beschermcomité Mechelen)
In een standaardcel voor twee personen is één vierkante meter tussen de tafel en de stapelbedden. Met een derde persoon erbij, wordt er een extra matras in de doorgang gelegd. De derde gedetineerde kan dus alleen maar op bed gaan liggen als zijn celgenoten dat ook doen.
“De derde gedetineerde kan ook niet aan het tafeltje eten, dat maar net groot genoeg is om twee dienbladen op te zetten. De enige mogelijkheid is dan op het bed te eten, of soms op het open toilet”, zegt Yo Haeleydt. Zij is vrijwilliger bij en voorzitster van het Beschermcomité Mechelen, een organisatie die zich inzet voor een humaner detentiesysteem. “De combinatie van krappe en onmenselijke omstandigheden, uiteenlopende persoonlijkheden, verveling en drugsgebruik leiden tot spanningen en frustraties, zowel onder de gedetineerden als tegenover het personeel.”
Te weinig cipiers
Ook het personeelstekort in de gevangenis van Mechelen is nijpend. Uit het jaarverslag van 2023 van de Commissie van Toezicht Mechelen blijkt dat er de afgelopen twee jaar nauwelijks verbetering is gekomen in beide problematieken. “Doorgaans zijn er slechts vier cipiers om de wandeling, de bezoeken en doktersbezoeken van 153 gedetineerden in goede banen te leiden”, aldus De Smedt van VSOA. “Het gebeurt te vaak dat twee cipiers zich ziek melden, en dan blijven er nog maar twee cipiers over om de drie vleugels te monitoren.”
Dat heeft niet alleen gevolgen voor de veiligheid van gedetineerden en cipiers, het zet ook een rem op de activiteiten en dagbestedingen in de gevangenis. Als gedetineerden niets om handen hebben en met zo veel dicht op elkaar zitten, kan er wel eens ruzie van komen.
Volgens De Smedt ligt verveling dus ook aan de bron van de overlast die de gedetineerden veroorzaken. Zou een heroriënterings- en beloningssysteem dan een deel van de oplossing kunnen betekenen? Daar heeft De Smedt serieuze twijfels bij. “Het personeelstekort wegwerken is nu prioritair. Heroriëntering en belonen is zeker geen slecht idee, maar wat we momenteel nodig hebben is een ad hoc aanpak van de overlast: ingrijpen op het moment zelf. En daarvoor is er te weinig personeel.”
De gevangenis van Mechelen is niet de enige gevangenis die te kampen heeft met overbevolking en personeelstekort. Het is een probleem in bijna alle Belgische gevangenissen. Door de hoge bezettingsgraad en de beperkte middelen verblijven de gedetineerden vaak in mensonwaardige omstandigheden, zijn er te weinig bedden, is er minimale bewegingsruimte en is er te weinig toegang tot activiteiten. België werd al meerdere keren veroordeeld door het Europees Hof voor de rechten van de mens wegens de ontoereikende detentieomstandigheden.
Gedetineerd, maar ook mens
Initiatieven zoals het aanleggen van een park naast een gevangenis, met als doel meer begrip en tolerantie bij de buurtbewoners te creëren, zijn nobel, maar lijken in de praktijk een pleister op een houten been. Voor ex-gedetineerden is het vaak een uitdaging om na hun straf opnieuw aansluiting te vinden bij de samenleving, zeker wanneer ze er jarenlang geen deel van uitgemaakt hebben. Volgens experts hangt die moeilijke herintegratie samen met de omstandigheden binnen de gevangenismuren.
Praktische steun en menselijk contact bieden aan gedetineerden, zoals Yo Haeleydt doet, is volgens Tom Vander Beken, professor Criminologie en Strafrecht (Universiteit Gent) en directeur van het ‘Institute for International Research on Criminal Policy’ (IRCP), essentieel voor een succesvolle herintegratie. “We weten dat gevangenisstraffen eigenlijk meer schade toebrengen aan mensen en hen kwetsbaarder maken voor criminaliteit, dan dat het hen uit de criminaliteit drijft.”
Haeleydt organiseert welzijnsmarkten in de gevangenis van Mechelen. “De gedetineerden kunnen dan tijdens hun wandeling kennismaken met wat we doen en wat we voor hen kunnen betekenen”, zegt ze. “Het gros van de gedetineerden hier zijn namelijk gearresteerden, geen veroordeelden. Het Beschermcomité zorgt voor praktische zaken, zoals kledij, leesbrillen, pen en papier, … Zelfs een eenvoudige kalender is zo belangrijk voor hen. Ze kunnen dan bijhouden welke dag het is en kunnen kleine plannen maken. Dat biedt perspectief.”
“Natuurlijk moeten we ons honderd procent inzetten voor de slachtoffers. Maar ook voor gedetineerden, want ook zij zullen op afzienbare termijn weer deel uitmaken van de samenleving” – Yo Haeleydt (Beschermcomité Mechelen)
Haeleydt: “We organiseren ook spelletjesavonden, bieden een luisterend oor en gaan op bezoek bij mensen die nooit bezoek krijgen. Wij kennen hun dossier niet en geven hen het gevoel dat zij het waard zijn om onze tijd in te investeren. Een gedetineerde is meer dan de feiten die hij gepleegd heeft. Hij is ook nog méns, zoon van, papa van, ...“
Haeleydt haalt regelmatig de kinderen van gedetineerden thuis op voor een bezoekje aan hun papa. Het Beschermcomité organiseert ook regelmatig kindernamiddagen: dan wordt de anders zo koele bezoekersruimte omgetoverd tot een knutsel- en speelplek. Het is een manier om de band tussen vader en kind te versterken. “Perspectief is heel belangrijk voor de gedetineerde, maar ook voor de familie”, weet Haeleydt.
“De afgelopen jaren waren er in het politieke debat veel voorstanders van de afschaffing van de vervroegde vrijlating. Maar hoe gaan we mensen stimuleren om het in de toekomst beter te doen, als we dat afschaffen?”, vraagt yo Haeleydt zich af. Toch wil ze met haar pleidooi geenszins het leed van de slachtoffers minimaliseren. “Uiteraard is het verschrikkelijk voor de slachtoffers. Ik heb al vele nachten wakker gelegen van de feiten die sommige mensen gepleegd hebben.”
Haar omgeving vraagt haar soms waarom ze haar tijd in gedetineerden investeert. “Het heeft me een andere kijk op de mens gegeven en ik ben milder geworden. Natuurlijk moeten we ons honderd procent inzetten voor de slachtoffers. Maar ook voor gedetineerden, want ook zij zullen op afzienbare termijn weer deel uitmaken van de samenleving.”
Maatschappelijke functie
Professor Vander Beken bezocht de afgelopen jaren verschillende Europese gevangenissen. De situatie in Mechelen, met het Caputsteenpark naast de gevangenis, doet hem denken aan een gevangenis die hij bezocht in het Noorse Trøgstad. “Die lag pal naast een school. Dat klinkt misschien raar voor ons, maar daar keken ze er anders naar. ‘Een gevangenis is een instelling zoals een ander’, zei de gids die me rondleidde. Daar heeft ze een maatschappelijke functie, waar ze trots op zijn. In België zien we de gevangenis als een parallelle wereld, waar we liefst zo weinig mogelijk contact mee hebben.”
In Europa zijn er zijn grote verschillen tussen gevangenissen onderling. In Frankrijk hebben penitentiaire ambtenaren – de cipiers – een bijna militaire functie, gericht op het onderdrukken van geweld. In Nederland en Scandinavië daarentegen dragen ze geen uniform en is het verschil tussen personeel en gedetineerden nauwelijks zichtbaar.
“Vandaag worden gedetineerden volledig losgekoppeld van de maatschappij. Detentiehuizen bieden een beter alternatief. Die liggen vaak in de stad en zorgen ervoor dat gedetineerden verbonden blijven met de samenleving” – Tom Vander Beken (professor Criminologie en Strafrecht, Universiteit Gent)
De Belgische aanpak ligt ergens daartussen. Technologie speelt een steeds grotere rol in het Belgische gevangeniswezen. De penitentiaire beambten moeten daardoor minder fysiek aanwezig zijn: via camera’s houden ze vanuit de controlekamer toezicht op de wandeling.
“Dat creëert een soort Big Brother-systeem met voordelen en nadelen”, zegt Vander Beken. “Enerzijds biedt het meer veiligheid voor het personeel, anderzijds wordt het contact met gedetineerden onpersoonlijker.” Toch is de rol van de penitentiaire beambte volgens hem cruciaal. “Ze begeleiden gedetineerden niet alleen, maar zijn vooral als méns aanwezig bij iemands strafuitvoering.”
Het Belgische detentiesysteem heeft wel de ambitie om te evolueren naar een warmer en mensgerichter beleid. En dat is belangrijk, want volgens Vander Beken toont internationaal onderzoek aan dat het moment waarop mensen uit de criminaliteit stappen (de zogenaamde Desistance from crime, red.), samenhangt met kantelpunten in het leven en sociale verankering: ouder worden en tot inzichten komen, een partner hebben, mama of papa worden … Net daarom zijn initiatieven die gedetineerden perspectief bieden, zoals het Beschermcomité in Mechelen, zo belangrijk.
Binnen hetzelfde als buiten
“In een ideale situatie zou het leven in detentie zoveel mogelijk moeten lijken op het gewone leven buiten de gevangenismuren”, zegt Vander Beken. “Vandaag worden gedetineerden volledig losgekoppeld van de maatschappij: hun sociale zekerheid vervalt, hun werk heeft geen officieel statuut en ze worden uitgeschreven op hun woonadres. Detentiehuizen bieden dan een beter alternatief. Die liggen vaak in de stad en zorgen ervoor dat gedetineerden verbonden blijven met de samenleving.”
Ook Yo Haeleydt, ziet hierin een toekomst. Ze pleit voor meer structuur en zinvolle tijdsbesteding in detentie. “Ik denk vaak: die jongens zijn allemaal gezond en zitten daar gewoon te niksen. Doe daar toch iets mee.” Volgens haar zou werken binnen detentie hen niet alleen een doel en perspectief geven, maar ook de overstap naar het gewone leven vergemakkelijken. Tom Vander Beken deelt die visie: “De maatschappij heeft het recht om pijn te doen, nadat iemand slachtoffers en de maatschappij pijn heeft gedaan. Maar de vrijheidsberoving an sich zou de straf moeten vormen.”
Elders, maar niet beter
De problematiek van overbevolking, verouderde infrastructuur en te weinig personeel is niet uniek voor Mechelen. Ook de gevangenissen van Haren, Dendermonde en Sint-Gillis kampen met de problematieken, al verschillen de gevolgen van gevangenis tot gevangenis.
Haren
De gevangenis van Haren is in gebruik sinds 2022 en functioneert als een heus gevangenisdorp met plaats voor 1.035 gedetineerden. Daarmee is het ook de grootste gevangenis in ons land. Anders dan de meeste (oude) gevangenissen in Vlaanderen ligt deze buiten de kern van de stad, in industrieel gebied. Dat brengt dan weer nieuwe problemen met zich mee. “Een open gebied zorgt voor meer ruimte om inventief te zijn”, zegt Eddy De Smedt, ex-cipier en secretaris-generaal van vakbond VSOA. “Onlangs werd er zelfs een katapult gebruikt om zaken over de gevangenismuren te krijgen. De locatie is ook niet ideaal voor het personeel: sommige mensen geraken niet of in ieder geval veel minder vlot op het werk omdat de gevangenis niet gemakkelijk bereikbaar is met het openbaar vervoer.”
Dendermonde
Ook de gevangenis van Dendermonde heeft een unieke omgeving: een Colruyt-parking. Niet anders dan in Mechelen werden Dendermondenaars en supermarktklanten nageroepen door gedetineerden op de parking. In augustus 2006 wisten 28 gevangenen zelfs de oude sloten open te prutsen, over de muren te klimmen en te ontsnappen. “De gevangenis van Mechelen heeft daarentegen nog een vrij degelijke infrastructuur”, meent De Smedt.
Sint-Gillis
In de regio Brussel krijgt het gevangenispersoneel premies, die jaarlijk worden verhoogd. Het is een ingreep om het personeelsverlies in de gevangenis te beperken. De maatregel is bedoeld om zowel nieuwe medewerkers aan te trekken als huidige medewerkers te behouden. De gevangenis kampt namelijk al jaren met hygiëne- en gezondheidsproblemen bij de gevangenen en drugsgebruik. Hoewel Sint-Gillis normaal gesproken eind 2024 zou sluiten, werd omwille van de algemene overbevolking in de Belgische gevangenissen in december 2024 een akkoord gesloten om het oude gevangenisgebouw nog langer open te houden tot eind 2025.
Dit artikel is tot stand gekomen met de steun van het samenwerkingsverband YoCoJoin, dat gefinancierd wordt door Creative Europe van de Europese Unie.