© Jonathan Cieters

Regina Sluszny is een Antwerpse Jodin die tijdens de oorlog ondergedoken leefde. Ze werd gedurende drie en een half jaar verzorgd door Charel en Anna, die een kruidenierszaak hadden in Hemiksem. Regina Sluszny deelde haar verhaal reeds in de het Canvasprogramma Kinderen Van De Holocaust, nu vertelt ze het aan Den Triangel.

Regina werd in 1939 geboren. Haar familie is van Poolse afkomst en ze wonen in België sinds het begin van de jaren ‘30. “Mijn ouders zijn naar België gekomen omdat mijn vader de huidziekte lupus had. In die tijd konden ze dat niet behandelen in Polen waardoor ze elders een oplossing moesten gaan zoeken”, vertelt Sluszny. “Mijn oom leefde al in België en werkte in de diamantsector.Dankzij een brief van mijn grootmoeder vond mijn vader een behandeling in Antwerpen.” Na die behandeling keerde Regina’s vader terug naar Polen om te huwen, waarna het koppel terugkeerde om te gaan werken op de markten.

Een gelukkig kind in tijden van oorlog

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers België binnen. Dat markeerde het begin van een lange bezetting. Regina was toen nog geen jaar oud. De familie Sluszny wist net op tijd te ontsnappen en ze vonden onderdak in Hemiksem. “Mijn ouders kenden een secretaresse van de werkersbond in Antwerpen. Zij raadde mijn vader aan om zo snel mogelijk Antwerpen te verlaten en onder te duiken. Zo zijn we dan terecht gekomen bij haar moeder”, vertelt Sluszny. 

“Wij verbleven daar in een café pension. Ik was het enige familielid dat naar buiten mocht om te spelen. Naast dat café pension was de kruidenierszaak van Charel en Anna. De twee gebouwen werden gescheiden door een klein muurtje waar een gat in zat”, vertelt Regina. “Anna had drie katten. Elke middag, wanneer ze eten maakte voor haarzelf en haar man, maakte ze ook ineens eten voor de katten. Ik kroop door het gat om het eten te  stelen.”

© Jonathan Cieters

De familie verbleef een lange tijd in de kamer van het café pension. Charel en Anna zorgden ervoor dat ze dagelijks eten kregen, waarmee het koppel grote risico’s liep. “Iedereen wist dat Charel en Anna geen kinderen hadden, en in die tijd kon je eten krijgen door bepaalde zegeltjes te kopen. Mensen stelden zich vragen waarom Charel en Anna ineens meer zegeltjes nodig zouden hebben. Die waren erg duur, daarom kocht Anna de zegeltjes op de zwarte markt”, vertelt Regina. Veel van die zegeltjes die omgingen in de zwarte markt waren vervalst. Om die vervalste zegeltjes te bemachtigen moest je lid zijn van de weerstand. “Charel was lid van het verzet”, vertelt Regina. “Hij kon makkelijk aan die zegels geraken en zo konden ze ons gezin eten blijven geven.”

Op een dag werd het gezin verraden. De Gestapo stapte naar de burgemeester van Hemiksem met het bevel om de familie Sluszny op te pakken. “De burgemeester stuurde zijn zoon naar de kruidenierszaak om ons te waarschuwen. Mijn gezin heeft snel alles ingepakt en vertrok. Charel en Anna vroegen echter om mij bij hen achter te laten”, vertelt Sluszny. “Wat ook gebeurde.”

De familie zou op vijftien verschillende onderduikadressen in en rond Hemiksem verblijven. Regina logeerde voor de rest van de oorlog bij Charel en Anna. “Ik was gelukkig bij hen. Ik had een dak boven mijn hoofd, een eigen kamer, ik had dagelijks eten en ik kreeg ongelooflijk veel liefde van die mensen. Welk ondergedoken Joods kind kan dat zeggen?” 

“Ik wist helemaal niets van het Jodendom.Mezelf aanpassen was moeilijk en ik maakte grove fouten. Toen wij een vleesmaaltijd aten vroeg ik een glas melk achteraf."

In de week Joods, tijdens het weekend niet

In 1944 werd België bevrijd en werden de nazi’s verdreven. Regina had haar moeder tijdens de bezetting maar één keer gezien. Haar reünie met haar Joodse familie was vreemd. “Ik was zes jaar oud toen we werden bevrijd. Wanneer mijn ouders mij komen halen had ik geen idee wie deze mensen waren. Toen we op het punt stonden om te vertrekken vroeg mijn moeder hoe ze Anna en Charel ooit konden bedanken”, vertelt Regina. “Charel en Anna konden mij niet loslaten. We kwamen tot een overeenkomst waarbij ik in het weekend naar Hemiksem zou gaan.”

Regina moest schakelen van een leven bij een niet-Joods gezin naar een leven bij een Orthodox Joods gezin. “Ik wist helemaal niets van het Jodendom.Mezelf aanpassen was moeilijk en ik maakte grove fouten. Toen wij een vleesmaaltijd aten vroeg ik een glas melk achteraf. Achteraf kwam ik te weten dat Joden na het nuttigen van een vleesmaaltijd zes uur moeten wachten om melkproducten te kunnen eten of drinken. Ik heb toen de hand van mijn vader mogen voelen. Ze stuurden me naar een Joodse school waar ik alles leerde over het Jodendom. 

Het toenemende antisemitisme

Regina Sluszny komt ook aan bod in de Canvas-reeks Kinderen Van De Holocaust. Het is de volgende reeks na Kinderen Van De Collaboratie, Kinderen Van Het Verzet en Kinderen Van De Kolonie. “De samenwerking met Sigrid, de documentairemaker, was erg fijn. Ze zijn twee dagen komen filmen, van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat. Ze hingen aan mijn lippen over wat ik vertelde.” 

Sluzsny heeft ook Kinderen Van De Collaboratie gezien. De eerste reeks die het nageslacht van bekende collaborateurs kaderde en hoe zij met het collaboratieverleden omgingen. Regina verschoot echter van een paar uitspraken van Ledy Broeckx (Vlaams Belang). In de reeks zei Broecx dat ze graag een bom onder België zou leggen. “Wat zij durfde vertellen op televisie was ronduit schandalig. Wat Professor Jan Tollenaere vertelde over Joden maakte me bang. Dat zijn mensen die steevast overtuigd zijn dat Joden nog altijd de oorzaak zijn van alle miserie in de wereld.” 

“Wanneer ik naar een school ga, luisteren de leerlingen naar elk woord dat ik vertel. Het is belangrijk dat we de herinnering in leven houden. Zo worden de mensen die zijn omgekomen in die tijden nooit vergeten, en dat het nooit meer mag gebeuren.”

Wanneer er wordt gesproken over het groeiende antisemitisme onder de Belgische bevolking, bevestigd Regina dat. “Ik ontvang sinds het begin van de coronacrisis mails dat het virus de schuld is van de Joden, wat belachelijk is. Doorheen de geschiedenis kregen we altijd de schuld van alles. Daarom is het belangrijk dat de Holocaust altijd wordt herinnerd.” 

Als het gaat over het behandelen van klachten van gevallen van antisemitisme bij Unia, het Interfederaal Gelijkenkansencentrum, is Sluszny echter kritisch. “Er is een verhaal van een oude Joodse dame die de kampen heeft overleefd. Ze is 90 jaar en komt ten val waardoor ze een verschrikkelijke pijn heeft in haar heupen. De dokter van wacht weigerde te komen en vertelde haar dat ze moest rusten.Haar kleinzoon kwam langs en hij merkte de verslechterde pijn op. Vervolgens belde hij diezelfde dokter, wiens antwoord ‘neem haar maar mee naar Gaza dan’ was. Dat hebben we allemaal op papier naar Unia gestuurd, die er niets mee hebben gedaan.” 

Regina spreekt tot op heden nog altijd op scholen over haar oorlogsverleden en het oorlogsverleden van haar man. “Wanneer ik naar een school ga, luisteren de leerlingen naar elk woord dat ik vertel. Het is belangrijk dat we de herinnering in leven houden. Zo worden de mensen die zijn omgekomen in die tijden nooit vergeten, en dat het nooit meer mag gebeuren.”

Kinderen Van De Holocaust wordt uitgezonden op Canvas en kan herbekeken worden op VRT NU.


Dit artikel werd gepubliceerd door Den Triangel op 29/05/2020

vorige volgende