Onze identiteit bepaalt wie we zijn en hoe we ons voelen. Maar wat als een stukje van wie je bent, onderdrukt wordt? Twee Belgen met Afrikaanse roots vertellen over hoe ze hun Afrikaanse deelidentiteit hebben ontdekt. “Ik vind het fascinerend om met een voet in beide werelden te staan.”
“Over de Afrikaanse cultuur is er in onze contreien heel weinig te vinden”.
Don Moussa Pandzou (33)
Geboren in Kinshasa en verhuisde met zijn ouders naar België
“Op het moment dat ik in Vlaanderen kwam, probeerde ik me zo veel mogelijk aan te passen aan de cultuur hier. In afwachting van je papieren om Belg te worden, probeer je je zo klein mogelijk te maken. Mijn ouders gaven me mee om zo wit mogelijk te zijn, dat wil zeggen om zo snel mogelijk de taal van hier te spreken. Hierdoor werd die Belgische identiteit heel dominant, en alle aspecten zoals religie en Afrikaanse cultuur verdwenen naar de achtergrond. Dat zorgt uiteindelijk voor een afkeer van je thuiscultuur.
Ik ontdekte mijn Congolese identiteit vrij laat. Ik ging door een scheiding, dat was een heftige periode . Ik ben op zoek moeten gaan naar mezelf en ben ook een tijdje terug bij mijn ouders gaan wonen. Mijn moeder zei op een gegeven moment: “Misschien is het tijd dat je even terug naar Afrika gaat?”. En samen met haar ben ik naar Kinshasa gegaan en heb ik mijn volledige identiteit hervonden.
Wie ben ik? Waar kom ik vandaan?
Die reis heeft mij eigenlijk getriggerd om nog dieper te graven en vragen te stellen. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? En op de duur ben ik dan in een soort van safespace beland. Het was alsof ik de grond terug onder mijn voeten voelde.
De stap zetten om je Afrikaanse identiteit te ontdekken is vandaag misschien eenvoudiger voor jongeren. Maar er is ook een spanningsveld. Zeker omdat de Afro-Amerikaanse cultuur zo prominent is. Ik noem dat ‘de Beyonce-cultuur’. Er zijn veel mensen die teruggrijpen naar dat Afro-Amerikaanse cultuur omdat dat deze ook goed gearchiveerd is. Er zijn films over slavernij, over het noorden-zuiden verhaal, over discriminatie, de ‘Civil Rights Movement’ en de ‘Human Rights Movement’. Maar over de Afrikaanse cultuur is er in onze contreien heel weinig te vinden.
"Ik noem dat de 'Beyonce-cultuur'"
Het zijn niet alleen jongeren die hun Afrikaanse identiteit ontdekken. Ik ken ook oudere vrouwen die jarenlang na een adoptie een Vlaamse naam hebben gedragen en na al die tijd teruggrijpen naar hun authentieke naam. Dat gebeurt niet uit wrok maar eerder vanuit het idee: ‘Ik wist niet wie ik was, nu ben ik gaandeweg te weten gekomen vanwaar ik kom en ik wil dat eren door die naam ook te dragen en door te geven aan mijn familie’.
Ik kom met mijn Congolese deelidentiteit in aanraking door cultuur, eetgewoontes en de manier waarop ik met mijn familie omga. Je moet toegeven dat de waarden en normen die wij linken aan familie groter zijn dan bij sommige witte mensen. Vrienden die ik van mijn vier jaar ken zijn echt familie geworden. Ik noem hun moeder ook mijn moeder. Dat is allemaal heel Congolees. Ik heb ook mijn moedertaal terug opgepikt. Vroeger had ik heel wat sportkledij met de Belgische vlag, vandaag is dat allemaal met de Congolese vlag. Ik voel mij beter bij die identiteit.
Meer Belg dan Congolees
Er zijn sommige momenten dat ik me meer Belg voel dan Congolees. Dat zijn de momenten dat ik heel hard twijfel. Ik heb een plan van aanpak nodig en ik ga geen stap zetten voor ik weet wat de risico’s zijn. De Congolese aanpak is eerder gewoon doen en we zien wel. Het kan niet slechter zijn dan nu. Dat is een andere state of mind.
Ik voel me geroepen om me te engageren voor mijn geboorteland. Ik ben een sociaal werker pur sang en heb in België en Congo verschillende projecten lopen. Ik ben momenteel peter van een Congolese boksclub en we zijn met de vzw ‘Waka Waka Generation’ ook een school aan het bouwen in Congo. Als ik dertig jaar lang in een land waar ik niet de norm ben, op die sociale ladder heb kunnen klimmen, moet mij dat in Congo ook lukken. En ik wil daar mijn daarvoor inzetten.”
“Ik vind het fascinerend om met een voet in beide werelden te staan.”
Henok Geysemans (21)
Geadopteerd uit Ethiopië
“Ik voelde nooit de druk om mijn Afrikaanse identiteit te verstoppen, het was eerder andersom. Toen ik ongeveer vijftien was, wilde ik veel bij de Afrikaanse jongeren hangen en daar moest ik echt mijn Vlaamse identiteit verstoppen om er helemaal bij te horen. In die periode vond ik dat moeilijk. Ik kende toen veel Afrikaanse jongeren maar niet echt Ethiopiërs. Ik probeerde er alles aan te doen om mijn Afrikaanse roots boven te halen en te laten zien hoeveel ik over Afrika wist. Ik heb toen ook geprobeerd de taal te leren. Amhaars neigt naar het Arabisch en er is een periode geweest dat ik het sprak. Vandaag schiet daar nog weinig van over.
Het grootste verschil is het geloof
Ik sloot me in die periode ook af van mijn Vlaamse vrienden en uiteindelijk had ik daar wel spijt van. Maar nu denk ik ook dat dat normaal is, je bent op zoek. Ik heb wel veel gehad aan die periode. Je ziet de andere cultuur, het verschil in opvoeding, hoe Afrikanen naar dingen kijken. Ik heb een goede Congolese vriend en het grappige daar is: de oudste krijgt altijd de schuld, ook al doet de jongste iets verkeerd. De oudste had maar op de jongste moeten letten. Als ik afspreek met mijn Afrikaanse vrienden om acht uur ’s avonds, dan is dat ook niet om acht uur ‘s avonds. We zien elkaar dan om negen uur. Het grootste verschil vind ik nog het geloof. Ik heb veel Congolese vrienden die het niet super breed hebben, maar die wel tevreden zijn door hun geloof. Ik vind het fascinerend om met een voet in beide werelden te staan.
Ik volg het nieuws in Ethiopië ook op, zeker omdat er een oorlog aan de gang is. Ik zit er al lang mee in mijn hoofd om Ethiopië te helpen en me te engageren voor het land. Ook al is het voetballen voor de Ethiopische nationale ploeg als dat iets zou betekenen. Ik vind het ook leuk als Vlaamse vrienden geïnteresseerd zijn in Ethiopië, binnenkort ga ik met twee Vlaamse vrienden naar een Ethiopisch restaurant en ik ben daar echt trots op om hen die cultuur te tonen.
“Er zit nog wel iets van Ethiopië in mij”
In het algemeen voel ik me meer Belg, maar dat Ethiopische dat is er ook altijd. In bepaalde dingen merk ik dat ik nonchalanter ben. Soms heb ik minder stress en dat is wel iets typisch wat je bij Afrikaanse mensen terugziet. Dan weet ik: “Er zit nog wel iets van Ethiopië in mij”. Ik wil dat zeker ook behouden, dat probeer ik echt te doen. Mijn adoptieouders hebben ook de kleren waarin ik geadopteerd ben bijgehouden. Een baby T-shirt in de kleuren van de Ethiopische vlag en babysandalen. Dat zijn dingen die belangrijk zijn voor mij."