Familierechters moeten jongeren vanaf twaalf jaar verplicht inlichten over hun recht om gehoord te worden, maar in de praktijk gebeurt dat vaak niet. In een dossier pleit het Kinderrechtencommissariaat voor meer inspraak voor kinderen en jongeren, ook voor zij die jonger dan twaalf zijn. “Ik mocht mijn zegje doen, maar merkte dat er niet echt rekening mee werd gehouden.”
Het Kinderrechtencommissariaat (KRC) stelt vrijdag in het Vlaams parlement het dossier ‘Spreekrecht: het kind weegt te licht’ voor. Uit onderzoek blijkt dat de mening van kinderen te weinig in acht wordt genomen in de scheidingsprocedure van hun ouders. “Alle kinderen die het willen, moeten de kans krijgen te spreken met de familierechter. Dat moet op maat van de kinderen gebeuren. Stem het gespreksformat af op maat van het kind en laat kinderen of jongeren toe een vertrouwenspersoon mee te nemen”, aldus Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens.
Familierechters moeten jongeren vanaf twaalf jaar verplicht inlichten over hun recht om gehoord te worden. Kinderen jonger dan twaalf jaar worden volgens het KRC zelden uitgenodigd, ook niet als ze het zelf vragen. Wanneer de jongeren dan toch worden uitgenodigd voor een gesprek, hebben ze vaak het gevoel dat hun inzicht er niet echt toe doet.
Hannelore Delvaux (18) uit Kessel-Lo was tien jaar toen haar ouders de stap zetten uit elkaar te gaan. Uiteindelijk duurde het nog tot haar twaalfde voor de scheidingsprocedure echt werd ingezet. “Een moeilijke periode”, getuigt ze. “Mijn ouders zetten mij vaak tegen elkaar op.” Toen er na een moeilijke scheidingsperiode een regeling werd afgesproken, verbleef Delvaux om de week afwisselend bij haar mama en papa. Dat verliep weliswaar niet zo vlot. “Een half jaar later heb ik besloten niet meer langs mijn vader te gaan. Ik voelde me er totaal niet op mijn gemak. Ik heb toen een verklaring opgesteld dat ik niet meer bij hem wilde wonen.”
Intimiderend
Delvaux en haar broer werden gehoord door de familierechter, maar ze heeft niet het gevoel dat er echt naar haar werd geluisterd. “Het was dankzij de advocaat van mama dat we ons verhaal mochten doen. Maar ik weet niet of het veel heeft uitgehaald. Het was een heel vluchtig gesprek van amper een kwartier. We werden apart gehoord in het kabinet van de rechter, heel intimiderend voor een kind van twaalf zonder vertrouwenspersoon erbij.”
“Het eerste wat de familierechter tegen me zei, was dat van alles wat ik vertelde een rapport wordt opgesteld dat mijn ouders altijd mogen inkijken”, herinnert Delvaux zich nog. “Ik voelde me geremd en durfde niet eerlijk te zijn, uit schrik voor de reacties van mijn ouders.” Delvaux betreurt dat haar jongere zussen nooit aan het woord zijn gelaten. “Ze waren jonger dan twaalf en mochten niet op gesprek komen. Toch had de beslissing van de rechter impact op ons allemaal.”
Tiddo Nees (18) uit Heist-op-den-Berg had minder ‘geluk’ en mocht zelfs niet langskomen bij de familierechter voor een gesprek, wat hij nog altijd betreurt. “De relatie tussen mijn ouders was altijd onstabiel. Ook al zijn ze tot een akkoord gekomen over de verblijfsregeling, de familierechter heeft zich geen goed beeld gevormd van onze thuissituatie. Onze ouders hebben een regeling getroffen die voor hen voordelig was, maar ik en mijn broer waren er het slachtoffer van.”
“Onze ouders hebben een regeling getroffen die voor hen voordelig was, maar ik en mijn broer waren er het slachtoffer van” – Tiddo Nees (18)
Nees was twaalf jaar oud toen zijn ouders scheidden. Hij was opgelucht toen ze uit elkaar gingen, want hun relatie ging gepaard met hevige ruzies waarbij de politie vaak moest tussenkomen. De verblijfsregeling die voor Nees en zijn broertje werd vastgelegd, had een grote impact op de jeugd van Nees. “Ik en mijn broer gingen week om week afwisselend naar onze moeder en vader, maar we vielen financieel beiden onder een andere ouder. Mijn moeder had het niet breed. Ik moest als kind altijd vragen of ze de rekeningen van mijn kleren en school kon betalen, terwijl mijn broer alles kreeg van mijn vader. We werden volledig anders opgevoed.
Yorn Maes (19) uit Pelt werd al op zijn elfde gehoord door de familierechter. “Ik moest mijn verhaal kunnen vertellen. Mijn ouders zaten verwikkeld in een typische vechtscheiding. De situatie was onleefbaar en ik had het gevoel dat mijn stem ook gehoord moest worden.”
Zware last op jonge schouders
Maes heeft een dubbel gevoel bij het gesprek. “De rechter nam wel tijd om naar mij te luisteren. Het gesprek duurde drie kwartier en er zijn achteraf wel wat zaken aangepast, zoals de verblijfsregeling. Maar toch bleef het vrij oppervlakkig en werd er niet op alle punten rekening gehouden met mijn mening. Terwijl de beslissingen die werden gemaakt mij wel aanbelangden.”
Niet alleen werden er beslissingen gemaakt over het hoofd van Maes, zijn verhaal had ook een impact op de situatie van zijn zus: “Ik was verantwoordelijk voor haar verhaal, zij had geen recht van spreken want ze was jonger dan twaalf. Dat voelt als een enorme druk op de schouders van een jong kind.”
Ook Ilke* (15) en Jannoek* (13), die om privacyredenen niet met hun echte naam vermeld willen worden, werden al op jonge leeftijd gehoord door de familierechter. Ilke was elf jaar oud, Jannoek was negen. “We wilden de verblijfsregeling heel graag aanpassen. We hebben toen een brief gestuurd naar de rechter met de vraag of we ons verhaal mochten doen.”
De meisjes voelden zich niet goed bij de afgesproken verblijfsregeling. Eerst verbleven ze afwisselend bij hun moeder en vader volgens de 3/2/2-regeling (drie dagen bij de ene ouder verblijven, daarna twee dagen bij de andere en weer twee dagen bij de ene, red.). De regeling werd later omgezet in een week-om-week-stelsel. “Maar we wilden echt niet bij papa blijven. Hij werd vaak boos op ons en we misten mama”, zeggen de meisjes. Toch heeft het meer dan zes jaar geduurd voor ze echt werden gehoord. Sinds hun zaak is doorverwezen naar de jeugdrechtbank, wonen de zusjes voltijds bij hun moeder.
Vandaag hebben de meisjes niet het gevoel dat het gesprek iets heeft uitgehaald. “Papa was erbij, want hij moest ons naar de rechtbank brengen. Hij zei dat hij alles ging nalezen wat we hadden verteld”, aldus Ilke. “Ook zat er een dunne muur tussen de kamer waarin wij om beurten werden gehoord en de kamer waarin papa zat. Ik was bang dat papa me kon horen.”
Jannoek: “Ik ging na Ilke naar binnen. Intussen maakte papa me bang voor de gevolgen van het gesprek, niet gemakkelijk om nadien te zeggen wat je voelt en wenst. Maar ik heb het toch gedaan. Daarom is het extra pijnlijk dat er nadien niks veranderd is.”
“De inbreng van kinderen tijdens een scheiding moet serieus worden genomen”, vindt Hannelore Delvaux. “Kinderen moeten open kunnen praten met de familierechter zonder meteen afgeschrikt te worden door een rapport. Ook is het beter het gesprek te voeren in een neutrale ruimte die hen geruststelt.”
Ilke en Jannoek zijn voorstander van het idee om kinderen onder de twaalf jaar standaard uit te nodigen voor een gesprek. “Het initiatief zou van de familierechter zelf moeten komen, niet van het kind. Ouders moeten eveneens gewezen worden op het feit dat het kind niet verplicht is hen te vertellen wat er is besproken.”
“Kinderen zijn vandaag trouwens mentaal veel volwassener dan vroeger” – Omar*
Ook Omar* (28) uit Antwerpen is voorstander van het idee om jongere kinderen aan het woord te laten. De scheiding van zijn ouders werd niet in de rechtbank gevoerd en hij is als kind dus niet gehoord door de familierechter, maar de breuk in zijn gezin had wel een grote impact op hem. “Kinderen liegen niet”, vindt Omar. “Mits goede begeleiding en de aanwezigheid van een psycholoog tijdens het gesprek kunnen verhalen van jonge kinderen ook in acht worden genomen. Kinderen zijn vandaag trouwens mentaal veel volwassener dan vroeger.”
Dat argument haalt ook Tiddo Nees aan. “Vanaf je twaalfde besef je misschien beter wat een scheiding inhoudt, maar een kind liegt niet. Het is belangrijk dat de familierechter luistert naar wat het kind vertelt over de thuissituatie en hoe de ouders met elkaar omgaan, om een beter beeld te krijgen van wat er zich afspeelt. De stem van jonge kinderen is ook waardevol.”
*Ilke, Jannoek en Omar zijn schuilnamen. Hun gegevens zijn bekend bij de redactie.
“Jongeren zijn vaak loyaal aan hun ouders”
Jeugdpsychiater Lieve De Backer (Universiteit Antwerpen) benadrukt het belang van kinderen en jongeren hun verhaal te laten doen tijdens het scheidingsproces van hun ouders. “Een scheiding heeft een gigantische impact op het leven van jongeren, zeker als ze in de pubertijd zitten. Dat is een enorm kwetsbare periode waarin omgaan met emoties voor hen een hele uitdaging is. Hen actief betrekken en hun mening vragen is dus de beste keuze.”
Volgens De Backer zou het een goed idee zijn dat familierechters samen met een expert het gesprek voeren met kinderen. “Jongeren zijn vaak loyaal aan hun ouders en willen voor beide partijen goed doen”, weet De Backer. “Zelfs als ze gehoord worden, is het moeilijk voor hen te zeggen wat ze echt denken. Een expert ter zake kan non-verbale communicatie beter lezen of jongeren op hun gemak stellen zodat ze alsnog het achterste van hun tong laten zien.”
Meer info over het dossier ‘Spreekrecht: het kind weegt te licht’: www.spreekrecht.be.