Een hoofddoekenverbod voor meisjes en vrouwen in het onderwijs ondermijnt de mensenrechten, zegt Stamp-reporter Ridvan Denizoğlu. Als toekomstig leerkracht pleit hij voor de afschaffing van het hoofddoekenverbod, met het oog op een vrije zelfontwikkeling voor àlle leerlingen.
2020 overrompelde ons tot nu toe met allerlei onaangename verassingen: de dood van basketballegende Kobe Bryant, de spanningen tussen de V.S. en Iran, het coronavirus en de moord op George Floyd. Die laatste zorgde wereldwijd voor een keerpunt in de geschiedenis van de mens. Overal ter wereld waren het racisme en de discriminatie van mensen van kleur beu.
Ook in ons land kwamen vooral jongeren de straat op om hun stem uit te dragen voor een België waar men niet beoordeeld wordt op basis van huidskleur, religie en/of etniciteit. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De standbeelden van Leopold II worden langzaamaan weggehaald en het Belgisch koloniaal verleden is opgenomen in de eindtermen van het onderwijs.
Ik ben oprecht trots op wat wij, jongeren, verwezenlijkt hebben. Samen, ongeacht huidskleur, origine, religie en seksuele voorkeur, lieten we onze stem horen om duidelijk te maken dat het genoeg was. Het was het moment waarop ik altijd heb gewacht.
Maar dat gevoel van trots was van korte duur. Enkele dagen geleden keerde namelijk een oude en welbekende vriend terug: het hoofddoekenverbod in het onderwijs.
Ik ben moslim, maar dat bepaalt niet mijn standpunt in het hoofddoekendebat. Elk maatschappelijk onderwerp probeer ik zo neutraal mogelijk te benaderen. Voor dit debat zet ik dus mijn islamitische identiteit aan de kant, en probeer na te denken als mede-Belg die ook het beste wil voor zijn land.
Ik heb niet de intentie om de Belgische of Vlaamse overheid te bekritiseren en te zeuren over beslissingen van politici. Het is bedoeling dat we met oplossingen komen. Door elkaar te bekogelen met argumenten om elkaars standpunt te weerleggen, komen we nergens.
Ik ondersteun het initiatief van de overheid om gelijkheid en vrijheid na te streven voor alle meisjes en vrouwen. Ik begrijp dus deels waarom ze zich richten op meisjes en vrouwen met een hoofddoek. Men gaat ervan uit dat die meisjes thuis door hun vader, broer en/of echtgenoot onderdrukt worden en verplicht worden om een hoofddoek te dragen. Ik ga niet zeggen dat dat niet gebeurt.
Door het dragen van een hoofddoek te verbieden, maak je geen einde aan onderdrukking. Wel integendeel: je creëert er extra onderdrukking mee.
Er is inderdaad een kans dat er meisjes/vrouwen zijn die thuis onderdrukking ervaren. Maar het gaat me hier niet om het bestaan van dit probleem. Wel om de manier waarop de overheid dit probleem willen oplossen. Door het dragen van een hoofddoek te verbieden, maak je geen einde aan onderdrukking. Wel integendeel: je creëert er extra onderdrukking mee. Hypothetisch gezien, als er zelfs 90% van de moslima’s thuis zouden worden onderdrukt, dan discrimineer je nog altijd die 10% meisjes en vrouwen die vrijwillig een hoofddoek dragen.
In dat geval wordt het probleem dus niet opgelost maar doorgeschoven naar een andere groep. Er is noch vrijheid, noch gelijkheid gegenereerd. Van de vrouwen die zelf kiezen om een hoofddoek te dragen, worden de mensenrechten met de voeten getreden.
Ik heb zelf nooit een meisjes of vrouwen gekend die gedwongen werden om een hoofddoek te dragen. Al die meisjes proberen ook hun plek te krijgen in de maatschappij. Ondanks hun ambitie en wilskracht om iets te verwezenlijken, komen ze steeds oog in oog te staan met hetzelfde probleem: de 2 – 0 achterstand. Hun naam én hun hoofddoek. Zelfs als we hun naam zouden negeren, blokkeert de hoofddoek nog steeds hun kwaliteiten. Het is normaal dat je de hoofddoek ziet, maar het is niet de bedoeling dat je hem als een reden aanwendt om mensen anders te behandelen.
Als leerkracht in spé haal ik veel inspiratie uit mijn opleiding. Ik probeer zoveel mogelijk neutraal te blijven. In het onderwijs is neutraliteit een taak van de leerkracht en niet van de leerling. Het creëren van één ideaalbeeld door allerlei zaken te verbieden, is geen bewijs van neutraliteit of vrijheid. Een leerling moet zichzelf vanaf de kleuterklas tot in het hoger onderwijs kunnen ontdekken en ontwikkelen. Een hoofddoekenverbod belemmert dat voor moslima’s, omdat ze daardoor een deel van hun identiteit moeten afstaan. Want een hoofddoek is wel degelijk een deel van identiteit en geen accessoire om te tonen dat je moslima bent. De geloofsovertuiging van mijn toekomstige leerlingen is voor mij van ondergeschikt belang. Ik zal en moet iedereen, ongeacht huidskleur, origine, religie en seksuele voorkeur, gelijk behandelen en ondersteunen. Ik hoop dan ook uit de grond van mijn hart dat al mijn toekomstige collega’s hetzelfde zullen doen.