De vrouw achter de warme en opgewekte stem die haar luisteraars elke weekdag door hun middagdip loodst op Studio Brussel, is Kirsten Lemaire. De voelbare band met de luisteraar is volgens haar de kracht van het medium en de reden dat ze nog steeds van haar job houdt.
Het is kwart over vier. Kirsten Lemaire presenteerde net het middagblok op Studio Brussel. In haar kleurrijke blouse wacht ze ons op aan de ingang van het VRT-gebouw. We nemen de lift naar boven en ze vertelt ons enthousiast dat het een geslaagde uitzending was. Ze leidt ons binnen in ‘De Jos’, zo heet de vergaderzaal van Studio Brussel. “Vernoemd naar de gepensioneerde productiesecretaris die hier heel graag gezien werd.”
Sinds 2006 staat Kirsten Lemaire trouw op post aan de micro in de studio van StuBru. Oorspronkelijk was ze één van de stemmen die de luisteraar nieuwe muziek liet proeven in avondprogramma’s zoals ‘Antenna’ en ‘Select’. Nu loodst ze ons elke weekdag door de middaguren bij ‘Music@Work’.
Gezelschap en verlangen
Nu Lemaire al achttien jaar bij Studio Brussel werkt, is ze sterk overtuigd van de kracht van radio. “De good-companionship is de reden dat we nog steeds luisteren. Er is niets beter dan radio om mensen bij jou te houden. Radio is perfect gezelschap. Daarnaast is radio helemaal in the moment: wanneer het grijs weer is buiten, pas ik mij daaraan aan.”
“Maar ook op een zonnige dag waarop ik vanuit een gelukzalig gevoel radio sta te maken, houd ik altijd in mijn achterhoofd dat er misschien luisteraars zijn die zich slechter voelen. Als ik ’s ochtends toekom op de redactie, dan peil ik naar wat de mensen bezighoudt. De dingen die ik dan oppik, probeer ik mee te nemen in mijn programma. Als er veel slecht nieuws in de actualiteit passeert, zoals de laatste tijd het geval is, kan ik met mijn playlists net wat meer comfort bieden.”
“Op een zonnige dag waarop ik vanuit een gelukzalig gevoel radio sta te maken, houd ik in mijn achterhoofd dat er luisteraars zijn die zich slechter voelen”
Naast het gemoed van de luisteraars neemt ze ook haar eigen smaak en verlangen als uitgangspunt voor de selectie. “Als je een heel steriel programma moet maken en enkel liedjes speelt waar je zelf weinig mee hebt, hoor je dat ook. Ik had deze middag bijvoorbeeld zin om ‘Boygenius’ te draaien, en ik heb dat dan ook gedaan. De beste presentatoren zijn mensen die een stukje van zichzelf in hun radio kunnen leggen.”
Bij dat stukje van zichzelf horen ook haar geliefde artiesten en Kirsten Lemaire heeft er al een paar mogen interviewen. “Mijn helden ontmoeten was in mijn geval niet altijd de beste ervaring. Mensen willen vaak de verhalen van de grote artiesten horen, maar je mag het belang van een goed gesprek met een jong bandje niet onderschatten. Voor mij zijn de meest geslaagde interviews die waarin ik een connectie maak met iemand.”
“Mensen willen vaak de verhalen van de grote artiesten horen, maar je mag het belang van een goed gesprek met een jong bandje niet onderschatten”
Presenteren deed Lemaire ook al toen ze jong was, in haar fantasie. “Ik speelde vaak radiootje met mijn zus in mijn kamer. We namen met cassettes de toffe liedjes op vanop de radio. Daar zaten ook vage stukjes tussen, want we vergaten weleens op de stopknop te drukken”, lacht ze.
Andere droom
Radiootje spelen deden ze met een bijzonder uitzicht, want het raam van de kleine Kirsten keek uit op het VRT-gebouw, wat later haar natuurlijke habitat zou worden. Hoewel het lijkt alsof het in de sterren geschreven stond dat ze radio zou maken, was dat niet haar droom. “Ik vond het gewoon heel leuk om met stemmen en muziek bezig te zijn, maar er was geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht om daar mijn job van te maken.”
Als kind had Kirsten Lemaire namelijk een andere droom: “Tot de verbazing van mijn ouders zei ik al toen ik acht of negen jaar oud was dat ik tolk wilde worden. Uiteindelijk ben ik ook voor die droom gegaan en heb ik mijn diploma behaald.”
Ze heeft nooit als tolk gewerkt, maar de kneepjes van het vak hebben haar wel geholpen om goede radio te maken. “Ik leerde toen vooral de kunst om heel veel dingen tegelijkertijd te doen. Wanneer je tolkt, krijg je veel input en moet je op tijd zijn voor de output. Radio maken is net zo.”
Radiootje spelen deed Kirsten Lemaire met een bijzonder uitzicht, want het raam van de kleine Kirsten keek uit op het VRT-gebouw
Eerste liefde
Tijdens haar opleiding tot tolk liet ze haar eerste liefde – muziek en alles wat daarbij komt kijken – niet in de steek. “Ik was een student met een beperkt budget, maar wilde zoveel mogelijk concerten zien. In Gent heb ik me binnengewurmd als vrijwilliger bij de ‘Democrazy’ en ‘De Vooruit’. Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik bijna elke avond een concert zag.”
Als jonge tiener pikte ze al graag optredens mee. “Een van mijn eerste concerten die een sterke indruk op me heeft nagelaten, was van Rage Against the Machine op het Reading Festival. Voor het begon, deed mijn toenmalige lief druppels in mijn oog. Plots klonk die eerste knal op dat podium, heel de massa stoof naar voren en ik werd meegesleurd. Daardoor viel mijn bril en zag ik geen steek. Dat was mijn meest intense concert ooit, gewoon omdat het puur auditief was. Toen wist ik het zeker: Alright, festivals zijn helemaal mijn ding!”
Veelbelovende flarden
De ideale zomer voor Kirsten Lemaire is er dan ook één waar ze naar zoveel mogelijk festivals kan gaan. Het lukt aardig om die wens te vervullen, want intussen presenteert ze ieder jaar op verschillende festivals. “Als ik nu in België naar een festival ga, zelfs als ik niet echt moet werken, zijn er altijd dingen die moeten gebeuren. Toch ben ik er goed in geworden om ook te genieten van de festivals waar ik moet werken. Ik plan mijn dag in functie van de concerten waar ik bij wil zijn. Het is vaak frustrerend dat ik niet alles kan zien. Maar dan besef ik dat ik de leukste job van de wereld heb, dus ik ga niet klagen.”
Kirsten Lemaire had nooit gedacht dat ze tot vandaag bij Studio Brussel zou werken. Toch horen we haar stem nog dagelijks op de radio. “Omdat ik het nog altijd graag doe. En er heeft nog niemand gezegd dat ie me beu is”, gniffelt ze. “Wat ik in de toekomst wil doen, houdt me uiteraard steeds meer bezig. Maar eens je de radiomicrobe te pakken hebt, is dat een verslaving. Een goede wel, maar het is moeilijk om hem achter je te laten.”
“Met een micro in mijn hand voel ik me als een vis in het water”
Toch durft ze wel al na te denken en stiekem te dromen over de toekomst. Haar ideeën schrijft ze neer in een schriftje. Ze lacht: “Soms lees ik ze terug en besef ik dat het echt wel flarden waren. Maar ik wil sowieso graag ooit een podcast maken, en het zou misschien goed zijn dat het eens niet over muziek gaat. Ik vind het superleuk om me af en toe vast te bijten in iets compleet anders. Wat het ook wordt, met een micro in mijn hand voel ik me sowieso als een vis in het water."