Over vol gesproken.
Volledig vol lege mensen op het eerste zicht.
Sardienen dienen op tijd te komen met rug en zakken.
Met akten en tassen blikken ze vooruit.
Ik ruik de koffie nog.
Minstens een iemand hier heet Verheyen.
En nu maar rijden, rijden, rijden met het karretje.
Tot de eindhalte.
Daar zwermt iedereen uiteen alsof ze net uit het nest komen.
De laatste doet de deur niet toe.
Dat is voorbehouden aan de chauffeur die zijn thermos koestert.
Gewoon zwart. En klik.
Natte tramvloer, natte banken, natte wereld.
Natuurlijk gaan we door.
Op het juiste spoor, zonder af te wijken.
Laswerken, lastig om niet te kijken.
Last post.
Langs de poort.
De stad maakt geluid in een schijnbaar continue loop.
Filter en ruik fragmenten van olie en bol.
Vuil, vintage, duiven, stront.
Ik ben met het juiste been uit mijn tram gestapt.
Zonder echt indruk te maken.
Betonnen ondergrond met rokerige mond zuigt de volgende tram op.
TL lichten en brulpijpen, perrons die per ongeluk
op elkaar lijken.
Ze verschillen alleen van naam.
Net als wij.
Levenden lijken op elkaar.
Alarm heeft steeds een andere kleur.
Dat hoort zo: voor de veiligheid.
Zullen we nog wat netwerken?
Netjes gaan werken?
Ja vriend, tot straks.
Tussen de soep en de patatten denk ik aan jou.
Scale