Steeds minder jongeren maken de lerarenopleiding af. Van diegenen die toch afstuderen en in het onderwijs aan de slag gaan, verlaat meer dan twintig procent hun school weer na vijf jaar. Wat maakt het beroep, en de daarmee gepaard gaande opleiding, zo onaantrekkelijk voor jongeren?

Elma Menzil.

In het secundaire onderwijs staan momenteel maar liefst 1.592 lerarenvacatures open, voor diverse vakken. Dat is geen wonder: van de jonge leerkrachten die instromen, verlaat één derde het beroep na vijf jaar. Maar vaak verdwijnt het enthousiasme van jonge leraars in spe al tijdens de lerarenopleiding.

De beslissende stage

Elma Menzil (24) uit Wilrijk zat in haar laatste jaar toen ze besloot de opleiding achter zich te laten. Haar stage gaf de doorslag. “De communicatie tussen mijn hogeschool en mijn stageschool verliep slecht. De hogeschool hanteert een moderne methodiek van lesgeven, met veel aandacht voor interactie en voorbeelden. Mijn stageschool had een andere kijk op lesgeven. Ik kon die twee visies niet balanceren, want mijn lessen ontwerpen op de manier dat AP (Hogeschool in Antwerpen, red.) het wilde, zorgde voor slechte punten van mijn stageschool en omgekeerd.” Er kon geen consensus worden gevonden en Menzil besloot uiteindelijk de lerarenopleiding te verlaten.

Machteld Leboy.

Ook Machteld Leboy (24) uit Brasschaat liep tijdens haar stage op een muur. “Theoretisch gezien was ik voor alles geslaagd, maar er was altijd wel iets wat ik niet goed deed. Ik werd steeds vergeleken met andere studenten.”

Het verschil tussen theorie en praktijk is volgens Leboy enorm: “De theorie is logisch, maar de praktijk is onvoorspelbaar. Simulatielessen en -oefeningen zijn geen accurate weerspiegeling van de realiteit. In de praktijk zit je met lastige pubers, geen klas medestudenten die braaf antwoorden. De feedback die ik kreeg van mijn stagementor was nihil. Ik moest me aan de richtlijnen houden, ook al ging dat praktisch gezien niet.”

“De theorie is logisch, maar de praktijk is onvoorspelbaar. Simulatielessen en -oefeningen zijn geen accurate weerspiegeling van de realiteit” – Machteld Leboy (24), Brasschaat
Yannick Liekens.

Yannick Liekens (26) uit Schilde besefte eveneens tijdens zijn stage dat hij niet is gemaakt voor de lerarenopleiding. “Ik heb voor die studie gekozen vanuit een passie voor de vakinhoud en omdat ik graag mijn kennis wilde overbrengen naar andere jongeren. Maar leerkracht zijn tegenwoordig betekent veel regels volgen. Er is weinig ruimte voor eigen inbreng. Ik kon mijn klas niet enthousiast krijgen en wilde graag van tactiek veranderen. Maar dat mocht niet.”

Het pedagogische aspect overheerst te veel de inhoud van de lessen, volgens Liekens: “Pedagogische vakken zijn noodzakelijk, maar de slinger is doorgeslagen. Men is meer bezig met hoe je moet lesgeven in plaats van de inhoud.”

Studenten switchen vaker

Op de vraag wat er moet veranderen aan de lerarenopleiding opdat de uitval niet zo groot zou zijn, antwoorden alle jongeren hetzelfde. Meer ondersteuning tijdens de stages is noodzakelijk. Ook moet er een beter contact komen tussen de hogeschool en de stageschool. Er ligt eveneens te veel op het bord van de nog niet geroutineerde student-leerkrachten. De focus zou weer meer op het lesgeven zelf moeten liggen.

Pedro De Bruyckere, pedagoog en docent aan de Gentse Arteveldehogeschool, zegt dat de opleiding doorheen de jaren pittiger is geworden. Maar in het algemeen twijfelen studenten tegenwoordig vaker over hun studierichting: “Door het studiepuntensysteem worden studenten vandaag harder afgestraft als ze een opleiding niet afmaken. Ze stappen sneller over naar een andere opleiding, omdat ze anders te veel studiepunten verliezen.”

Zet de vakinhoud weer centraal

Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is fan van het idee om lesgeven zelf weer naar voren te schuiven. Weyts stelde vorige week woensdag tijdens de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement voor pas afgestudeerde leerkrachten aan een test te onderwerpen. Zo wil hij nagaan of de vakinhoud, specifiek voor de vakken Nederlands en wiskunde, voldoende is gekend vooraleer afgestudeerde leerkrachten voor een klas verschijnen. Dat zou nu namelijk niet het geval zijn.

Naomi Izabela, voorzitster van de Antwerpse Jeugdraad, is echter niet te spreken over dat idee: “Een bindende proef is prutsen in de kantlijn. Het zal alleen maar voor meer tekorten zorgen. Eerst heb je op korte termijn nieuwe leerkrachten nodig die het beroep kunnen opwaarderen en leerlingen kunnen inspireren. Nu zitten leerkrachten met propvolle klassen en een te groot takenpakket. Dat ontmoedigt en maakt de job onaantrekkelijk.”

“Als leerkracht heb je weinig doorgroeimogelijkheden in vergelijking met het bedrijfsleven” – Vicky Colman, docente vakdidcatiek AP Hogeschool

Vicky Colman, docente geschiedenis en vakdidactiek aan AP Hogeschool, beaamt dat het beroep van leerkracht aantrekkelijker moet worden gemaakt. “Er moet iets veranderen aan de maatschappelijke perceptie. Als leraar geef je tegenwoordig niet alleen les. Je hebt daarnaast een heleboel administratieve taken en die planlast kan doorwegen”, volgens Colman. “Ook heb je als leerkracht weinig doorgroeimogelijkheden in vergelijking met het bedrijfsleven. Veel leraars willen zich graag bijscholen, maar krijgen de mogelijkheid niet van de school wegens gebrek aan budget. Op die vlakken zouden er dingen moeten veranderen, zodat jonge leerkrachten terug met passie kunnen lesgeven.”

“Vacatures sneller ingevuld waar geen hoofddoekenverbod geldt”

De toegenomen media-aandacht voor het lerarentekort zwengelt het hoofddoekendebat weer aan. Meryem El Hahaoui (28) uit Boom en Hanane Llouh (29) uit Antwerpen wilden vol overtuiging leerkracht worden, maar besloten de lerarenopleiding toch links te laten liggen omdat ze hun hoofddoek voor de klas moesten afdoen. “Het voelde niet juist. Ik wilde niet voor de rest van mijn carrière een deel van mijn identiteit moeten wegstoppen”, vertelt Llouh.

El Hahaoui vindt het jammer dat op die manier rolmodellen voor jonge moslima’s verdwijnen. “Door leerkrachten hun hoofddoek te laten dragen, hebben jonge moslimmeisjes het gevoel dat hun identiteit wordt vertegenwoordigd en voelen ze zich welkom.”

El Hahaoui en Llouh zijn ervan overtuigd dat een kanteling in het hoofddoekendebat het lerarentekort niet zal oplossen. “Het is een druppel op een hete plaat”, aldus Llouh. “Maar er zijn scholen die het dragen van de hoofddoek toelaten en je ziet dat vacatures daar sneller worden ingevuld.”

Vaak wordt de hoofddoek geweerd uit het onderwijs omwille van het neutraliteitsprincipe. Llouh antwoordt: “Het debat gaat vandaag allang niet meer over neutraliteit. Het uiterlijk van de leerkracht hoeft niet neutraal te zijn, de lessen wel. Leerkrachten zonder hoofddoek zijn ook niet altijd neutraal.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Antwerps Persbureau op 14/06/2022.

vorige volgende