© Jordy Wuyts

Steven werd door de rechter in een weeshuis geplaatst, maar de verpleegster die hem verzorgde, werd uiteindelijk zijn pleegmama. Hij voelde zich meer thuis bij zijn pleeggezin dan bij zijn echte moeder. Een getuigenis.

“Begin jaren 80 trouwde mijn moeder met een bandiet die in de gevangenis zat. Maar ze bedroog hem en raakte zwanger van mij. Als ze geen abortus pleegde, zou haar man ons allebei vermoorden, zwoer hij. Waarop ze besloot om mij na de geboorte achter te laten in het ziekenhuis en zelf weg te vluchten van dat monster dat ons geen leven gunde.”

“Op bevel van de jeugdrechter werd ik in een weeshuis geplaatst, maar de verpleegster die mij verzorgde, kreeg het niet over haar hart om me te laten gaan en nam me mee naar huis. Zij werd mijn pleegmoeder, bijna vier jaar lang heeft ze voor mij gezorgd alsof ik haar eigen kind was. Ze wou me zelfs adopteren. Alles werd in gang gezet, ik kreeg een nieuwe naam, werd gedoopt, het papierwerk was bijna afgerond. Toen dook plots mijn moeder weer op – niemand had verwacht dat zij me weer bij zich wilde hebben en dat ze daar alles voor zou overhebben.”

“Uiteindelijk kreeg ze het hoederecht over mij: ineens had ik nieuwe ouders. Al hadden die het beste met me voor, mijn natuurlijke moeder wist niet hoe ze met mij moest omgaan. Ze heeft me wel nooit verboden om contact te houden met mijn pleeggezin. In de jaren die volgden, ging ik elke schoolvakantie naar hen toe – ik voelde me er meer thuis dan bij mijn eigen moeder. Waren er spanningen, dan streek mijn papa (officieel mijn stiefpapa) de plooien glad, en keerde de rust tussen mij en mijn moeder weer.”

“Maar toen ik 13 was, overleed hij plots aan een hartinfarct. Nadien werd ik van de ene voorziening naar de andere gestuurd – nergens werd ik begrepen. Ik ben in het systeem gebleven tot ik mijn diploma bakker/chocolatier op zak had. Zo snel als kon, ben ik beginnen werken. Ondertussen heb ik al verschillende beroepservaringen gehad. Vandaag ben ik 32 en aan de slag als onthaalmedewerker in een revalidatieziekenhuis. Elke dag daar maakt me dankbaar dat ik mijn armen, benen en verstand nog heb. Ik kan nog altijd alles bereiken wat ik maar wil in dit leven.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Weliswaar op 15/09/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Sociaal.net op 18/09/2017

vorige volgende