Volgens Liesbet Stevens, adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, is er al veel werk verzet in de strijd tegen straatintimidatie, maar moet de grote mentaliteitswijziging nog komen. "Het lijken relatief ‘kleine feiten’ en een relatief ‘onbelangrijk’ fenomeen. Maar net omdat heel veel vrouwen er zo vaak mee geconfronteerd worden, beïnvloedt het niet alleen ons denken, maar ook ons gedrag.”
De straat is van iedereen, maar toch een beetje meer van mannen dan van vrouwen. Zo lijkt het wel, als we de cijfers over catcalling – het nageroep, nafluiten of aanspreken met een seksuele toespeling op straat – bekijken. Maar liefst vier op de vijf vrouwen maken in hun leven seksueel geweld zonder aanrakingen mee. Catcalling is met de komst van de Seksismewet in 2014 officieel strafbaar in België, maar heeft dat ook daadwerkelijk geleid tot een daling in absolute gevallen? En zijn de daders zich bewuster geworden van wat ze doen?
In 2014 werd in ons land de zogenaamde Seksismewet gestemd: de wet veroordeelt seksuele intimidatie in het openbaar. Ze kwam er naar aanleiding van de documentaire 'Femme De La Rue' van documentairemaakster Sofie Peeters, uit 2012. Concreet bestraft de wet alle openbare gebaren of handelingen die bedoeld zijn om iemand als minderwaardig te beschouwen of te minachten wegens diens geslacht. Straffen gaan van een maand tot een jaar gevangenisstraf en geldboetes van vijftig tot duizend euro.
Catcalling is de Engelse term voor straatintimidatie. Het kadert in bredere overtuigingen van seksisme: vastgeroeste ideeën, gewoontes, en gedragingen die duiden op verschillen tussen mannen en vrouwen. Dat komt tot uiting in ongeoorloofd onderscheid, ongewenst gedragingen en ook straatintimidatie.
Toch maar een joggingsbroek
“Het probleem is dat alledaags seksisme, alledaags is”, steekt Liesbet Stevens van wal. Naast haar functie als adjunct-directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is Stevens ook gastdocent seksueel strafrecht aan de KU Leuven. Sinds 2023 zetelt ze in de raad van bestuur van het Vlaams Mensenrechteninstituut. In 2014 was ze net aangetreden als adjunct- directeur van het Instituut en was ze een van de verdedigers van de Seksismewet. “Catcalling is nog steeds een ondergerapporteerd fenomeen”, gaat Stevens verder. “Het kost het slachtoffer buitenproportioneel veel moeite, tijd en energie om het aan te geven. Dat staat in schril contrast met de luttele seconden en minieme energie die een dader nodig heeft om een vrouw lastig te vallen. Het aantal aangiftes geeft dus zeker geen goed beeld van de mate waarin catcalling voorkomt. Het lijken dus relatief ‘kleine feiten’ en een relatief ‘onbelangrijk’ fenomeen. Maar net omdat heel veel vrouwen er zo vaak mee geconfronteerd worden, beïnvloedt het niet alleen ons denken, maar ook ons gedrag.”
Wat bedoel je daarmee?
“Ik heb het dan over ‘verborgen energievreters’ voor vrouwen: zaken die van vrouwen veel energie vragen, waarvan mannen niet weten dat vrouwen er last van hebben. Je afvragen of je een wel een rok zou aantrekken als je de deur uitgaat, of toch maar voor die jogging kiest. ’s Avonds nog op de fiets springen: veel vrouwen doen dat niet uit angst om geïntimideerd of aangevallen te worden. Dat gaat je gedrag bepalen. We weten bovendien uit onderzoek dat catcalling heel wat vrouwen angstig en ongerust maakt en zelfs hun zelfvertrouwen aantast. En de energie die je moet besteden om daar allemaal mee om te gaan, gaat niet naar andere dingen.”
Nérgens meer veilig (voelen)
“Uit onderzoek van de Universiteit Gent (het UN-MENAMAIS-onderzoek van 2021 over de mechanismes, aard, omvang en impact van seksueel geweld in België, red.) blijkt dat vier op de vijf vrouwen hands off- seksueel geweld meemaakt in haar leven. Bij mannen is dat twee op de vijf. Daders beseffen vaak niet dat ze een strafbaar feit plegen. En als ze dat feit plegen, ze zeker niet de eerste zijn. Voor velen is het ook al de zoveelste keer dat ze het doen. Dat heeft als gevolg dat veel meisjes en vrouwen zich al snel nérgens meer veilig voelen op straat of in hun buurt.”
“Hoe je het ook draait of keert, op vlak van perceptie zijn er grote sprongen gemaakt”
De straffeloosheid doorprikt
We zijn nu acht jaar verder na de implementatie van de seksismewet in 2014. Is de wet efficiënt gebleken in de strijd tegen catcalling?
“De Seksismewet is hoe dan ook een essentieel onderdeel van het beleid tegen seksuele intimidatie. Hoe je het ook draait of keert, op vlak van perceptie zijn er grote sprongen gemaakt. Als je enkele jaren voor het bestaan van de wet bij de politie aanklopte, botste je in veel gevallen op een muur. Het antwoord dat je toen vaak kreeg was: daar kunnen wij niets aan doen, meiske. Dat is nu wel anders. Zeker voor het doorprikken van de perceptie van straffeloosheid, is ze doeltreffend.”
“De politie schrijft nu boetes uit, daders worden aangesproken op hun gedrag, soms strafrechtelijk vervolgd of kunnen verplicht worden een opleiding te volgen. Daar leren ze om hun denken en gedrag tegenover vrouwen aan te passen. Zeker voor catcalling zijn die opleidingen uitermate geschikt. Iemand in de gevangenis steken heeft voor dit soort feiten geen zin, die straf is buiten proportie en de dader zal er zeker niet beter uitkomen. Ook sensibiliseringcampagnes kunnen mensen bewuster maken. De campagnes kunnen grote groepen bereiken en benadrukken hoe problematisch seksisme is. Ze sporen mensen op een positieve manier aan om respectvol met elkaar om te gaan.”
“Het gaat erom een beleid uit te werken dat stereotiepe ideeën over wat vrouwen wel of niet mogen in de openbare ruimte, aanpakt"
Maar er kan nog meer gedaan worden?
Er is zeker samenwerking nodig, tussen zowel de politie-en beleidsdiensten op alle niveaus, maar ook het onderwijs en de media spelen een belangrijke rol. Samen kunnen we ernaar streven om seksisme uit te roeien. Het gaat erom een beleid uit te werken dat stereotiepe ideeën over wat vrouwen wel of niet mogen in de openbare ruimte, aanpakt. Want dát is de kern: daar begint de problematiek van seksuele straatintimidatie.
Lokagenten
“Specifiek voor catcalling is het belangrijk kort op de bal te spelen. Als je bijvoorbeeld nageroepen wordt en je wil dat aangeven, dan is de vogel doorgaans al lang gaan vliegen. Initiatieven met lokagenten kunnen hierbij wel helpen. Die agenten dagen als mogelijk slachtoffers op zodat daders op heterdaad betrapt kunnen worden. Bij zo’n betrappingen, kan er dan meteen een gepaste reactie volgen.”
Welke rol kan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in de strijd tegen catcalling spelen?
“Vrouwen komen bij ons aankloppen als ze het slachtoffer zijn van discriminatie, seksisme, seksistische haatspraak, partnergeweld en dus ook catcalling. Wij informeren hen over hun rechten en doen alles om slachtoffers te beschermen en gelijkheid te stimuleren. We doen ook veel onderzoek. Zo merkten we uit recent onderzoek dat er sprake is van een zogenaamde ‘witte-ridder-reactie’ bij politieagenten. Wanneer ze zien dat een vrouw nageroepen of geïntimideerd wordt, komen ze tussenbeide. Daarna beschouwen ze de zaak als afgehandeld en maken ze geen proces-verbaal op of maken ze er geen melding van. Dat komt omdat ze dikwijls niet op de hoogte zijn van het bestaan van de seksismewet. Het IGVM voorziet infobrochures over de seksismewet. Die kunnen vrouwen meenemen naar het politiebureau of tonen aan agenten, om hen duidelijk te maken dat wat hen is overkomen wel degelijk strafbaar is.
Het Instituut heeft ook aanbevelingen geschreven om de seksismewet te versterken. Zo willen we de wet breder toepasbaar maken. Momenteel moet er sprake zijn van een ‘ernstige aantasting van de waardigheid van het slachtoffer’ voor je de Seksismewet kan inroepen. Het Instituut stelt voor dat het voldoende zou zijn wanneer er een ‘bedreigende, beledigende omgeving’ wordt gecreëerd voor het slachtoffer. In de wetgeving over welzijn op het werk is dat namelijk al het geval voor seksueel grensoverschrijdend gedrag.