Jonge mantelzorgers zijn een grote, maar vaak een onzichtbare groep in onze samenleving. Ook binnen de Limburgse hogescholen en universiteiten kan er meer aandacht gaan naar deze jongeren. Er bestaat in iedere school een mantelzorgersstatuut, maar vaak zijn de studenten daar niet van op de hoogte.
Een mantelzorger is iemand die de zorg voor een naaste op zich neemt. Het is een grote investering van tijd en geld, en dat zorgt er soms voor dat mensen hun job of studies op een lager pitje (moeten) zetten. Om dat te vermijden, werd in 2014 de wet voor de erkenning van de mantelzorger goedgekeurd. De bedoeling was om een zogenaamd ‘mantelzorgstatuut’ uit te werken, dat mantelzorgers ondersteuning biedt. Maar het duurde tot 2019 tot de erkenning ook wettelijk geregeld was. Sindsdien kunnen mantelzorgers een erkend statuut aanvragen.
Zeker voor jonge mantelzorgers die nog studeren kan het statuut een groot verschil maken. Jonge mantelzorgers vervangen thuis de rol van moeder of vader, omdat die laatsten door ziekte hun taak niet meer kunnen vervullen. Het gaat om tieners die zelf moeten koken en broertjes of zusjes in bed moeten stoppen omdat hun ouders dit niet meer kunnen. Dat maakt hun leven anders dan dat van een ‘gewone’ tiener. Studeren is daardoor niet altijd evident.
Extra ondersteuning
Universiteiten en hogescholen bieden hiervoor extra hulp aan. Het mantelzorgersstatuut kan door een young carer aangevraagd worden op school. Ze komen hiervoor in aanmerking wanneer ze een zorgende taak vervullen ten aanzien van een ander gezinslid. Het statuut zorgt voor extra ondersteuning en faciliteiten bij het onderwijs en de examens. De meeste studenten weten echter niet dat zo’n statuut bestaat.
Bij het woord mantelzorgers wordt er vaak gedacht aan volwassenen die voor hun bejaarde ouders zorgen, maar niet aan kinderen die dezelfde taken op zich nemen.
Jonge mantelzorgers blijven een vrijwel onzichtbare groep in de samenleving. Bij het woord mantelzorgers wordt er vaak gedacht aan volwassenen die voor hun bejaarde ouders zorgen, maar niet aan kinderen die dezelfde taken op zich nemen. Voor volwassenen bestaan er mantelzorgerscafés en premies van de overheid, maar voor jongeren is er weinig omkadering en ondersteuning. “Toch groeien in Vlaanderen zo’n 20.000 tot 40.000 kinderen en jongeren tussen 5 en 18 jaar op in een gezin waar één van de gezinsleden – ouder, broer of zus – zorg of ondersteuningsnoden heeft,” zegt journaliste Sara Vandekerckhove in een artikel in De Morgen. “Dat staat in het Mantelzorgbeleidsplan van het kabinet van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) uit 2016. Het gaat om een schatting. Wellicht ligt het werkelijke cijfer nog een pak hoger.”
Geen gewoon studentenleven
“Het is allemaal begonnen rond mijn twaalfde. Mijn papa begon vaker dingen te vergeten en dagelijkse taken werden steeds moeilijker. Drie jaar later, toen ik vijftien was, kregen we eindelijk de diagnose. De dokters vertelden ons dat hij jongdement was. Daarna ging alles erg snel achteruit. Een jaar lang kreeg hij thuisverpleging, maar uiteindelijk werd ook dat te zwaar voor ons.”
“Twee jaar nadat we te weten kwamen wat er met mijn papa aan de hand was, hebben we hem moeten overplaatsen naar een rusthuis in de buurt. Het was mentaal en fysiek te zwaar voor mijn mama en voor mij om hem thuis te houden. Ik studeerde, mama werkte en we konden hem niet langer alleen thuislaten. We hadden geen andere optie. Nu zijn we drie jaar later en hij herkent niemand meer. Mij niet, mijn moeder niet en zelfs zichzelf niet meer.”
"Het gaat steeds slechter met mijn papa en dat maakt het alleen maar zwaarder. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal."
“Ik studeer nu Orthopedagogie aan de UCLL in Hasselt. Ik zit in het tweede jaar van de graduaatsopleiding en het is niet altijd even gemakkelijk te combineren met de zorg voor mijn papa. Hiervoor volgde ik een bacheloropleiding maar dat was nog zwaarder. Toen ik aan deze opleiding begon, heb ik direct een gesprek gehad met mijn mentor. Ik wou onmiddellijk mijn thuissituatie uitleggen, zodat mijn leerkrachten begrepen dat ik het soms erg moeilijk kan krijgen. Mijn mentor heeft toen het concept van een mantelzorgersstatuut uitgelegd. Met een attest van mijn huisdokter zou ik daarvoor in aanmerking komen. Ik heb het statuut daarna aangevraagd en het heeft mij echt geholpen.”
“Ik hoop dat ik mijn studies nu kan afmaken. Het gaat steeds slechter met mijn papa en dat maakt het alleen maar zwaarder. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Ik krijg natuurlijk ook veel steun van de mensen rondom mij en dat is een grote hulp.”
“De overgang van onbezorgde tiener naar jonge mantelzorger was voor mij vrij drastisch," vertelt Sammy. "Toen ik vijftien was moest ik mijn vader vervangen in het gezin en voor mijn jongere broertje en zusje zorgen. Dat was niet altijd even gemakkelijk. Ik werd beperkt in de dingen die een normale tiener doet of wil doen. Eenvoudige dingen, zoals uitgaan, ging bijna niet meer, omdat ik thuis taken te doen had die ouders normaal gezien doen. Rond mijn achttiende vroeg mijn moeder om mee in te staan voor alle administratieve zaken. Zij is de enige die voor ons kan zorgen. Mocht haar iets overkomen, moet ik in staat zijn om het over te nemen.”
"Mijn leven verschilt erg van dat van andere studenten. Ook mentaal is het een stuk zwaarder. Ik kan als ‘vader’ van het gezin bepaalde dingen, die voor een ‘gewone’ student vanzelfsprekend zijn, niet doen."
“Nu studeer ik industriële ingenieurswetenschappen, met de optie nucleaire en medische technologie. Mijn leven verschilt erg van dat van andere studenten. Ook mentaal is het een stuk zwaarder. Ik kan als ‘vader’ van het gezin bepaalde dingen, die voor een ‘gewone’ student vanzelfsprekend zijn, niet doen. Als ik een zware lesweek heb gehad, vrijdagavond een voetbalmatch heb gehad en zaterdagavond ben gaan werken, is het niet gemakkelijk om thuis te zeggen dat ik zondagavond bij mijn vriendin wil zijn. Mijn zusje kan bijvoorbeeld niet slapen als ik haar niet welterusten wens. Dat zijn dingen waar andere jongeren geen niet mee moeten bezig zijn. Ook moet ik er rekening mee houden dat mijn mama ‘quality time’ nodig heeft. Als zij een avondje weg wil, is het mijn verantwoordelijkheid dat thuis alles goed verloopt.”
“Van de school krijg ik enkel financiële steun door middel van een studiebeurs. Maar ik heb ook nooit andere hulp gevraagd, omdat dat een zwaktebod vindt. Het lukt me zo ook wel, ook al is het soms ietsje moeilijker. Vragen krijgen over de thuissituatie kan bij veel studenten een ongemakkelijk gevoel veroorzaken. Het is dus best als je uit jezelf naar steun vraagt. Als je dat doet, vind ik het wel belangrijk dat de school hulp biedt.”
"De student moet zelf het initiatief nemen. Als school is het erg moeilijk om elke leerling nauw op te volgen. Zeker als het gaat over gevoelige situaties als deze."
Gevoelige situatie
Jonge mantelzorgers bereiken is niet altijd gemakkelijk. Ze zien zichzelf vaak niet als mantelzorger, omdat ze hun situatie normaal vinden. “Studenten zien hun situatie ook niet altijd als een hinderpaal, zeker niet bij de start van het academiejaar,” zegt Erik De Winter, verantwoordelijke voor studievoorlichting aan de hogeschool UCLL (University College Leuven-Limburg). “Naarmate het jaar vordert, krijgen ze het drukker door taken en examens. Dan komen er wel meer studenten vragen naar hulp.”
Hogeschool UCLL gelooft dat studenten hulp zullen zoeken wanneer ze die echt nodig hebben. “De student moet zelf het initiatief nemen,” zegt De Winter. “Als school is het erg moeilijk om elke leerling nauw op te volgen. Zeker als het gaat over gevoelige situaties als deze. In het begin van het academiejaar heeft elke leerling de kans om met een studiebegeleider te spreken. Tijdens zo’n coachinggesprek wordt veel besproken. Het is ook een gelegenheid voor de student om zijn of haar moeilijke thuissituatie aan te kaarten, indien daar nood aan is. Maar als de student niet over bepaalde moeilijkheden praat, gaan we daar als school ook niet expliciet naar vragen.”
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 06/02/2020