© Unsplash

Op ieder moment van de dag weer die ene persoon aan je deur zien staan, of weken aan een stuk ongewenste sms’jes en telefoontjes krijgen: leven met een stalker is een harde realiteit. Het is een fenomeen waar niet gemakkelijk over wordt gepraat, maar de impact op de levens van de slachtoffers is enorm.

Winter 2012. Ergens in een huiskamer in Vlaanderen gaat een telefoon. Het is die van de vijftienjarige Sofie*. Met klamme handen pakt ze op. Het is Eva*. “Waarom heb je naar Sofie gestuurd dat ik een bitch ben?” klinkt het aan de andere kant van de lijn. Sofie schrikt. Even schieten alle beelden door haar hoofd, maar ze kan zich niks herinneren. “Sorry, maar ik heb dat niet gezegd,” stamelt Sofie. Eva hangt op. Niet veel later rollen de tranen over Sofies wangen. Hoe is het toch allemaal zo ver kunnen komen?

Vals Facebookprofiel

De inmiddels 23-jarige Sofie was vijftien toen ze een koppel vormde met een 17-jarige jongen, wiens naam ze liever niet meer wil noemen. Als Sofie de relatie verbreekt, kan hij het niet aanvaarden. Wat volgt, is een resem aan onverklaarbare gebeurtenissen. Sofie voelt zich onveilig en haar gemoedsrust verdwijnt. “Het is allemaal begonnen toen iemand een vals Facebookprofiel aanmaakte van een fictief meisje, dat vervolgens mijn vrienden begon lastig te vallen,” vertelt ze. “Via dat profiel beweerde ze dat ik kwetsende dingen tegen haar had gezegd. Een aantal maanden later bleek dat het mijn ex-vriend was die hierachter zat.”

“Artikel 442bis van het Strafwetboek definieert stalking als “het lastigvallen van een specifieke persoon, terwijl men wist of had moeten weten dat dit gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren,” zegt Jana Verdegem, persattaché bij de Federale politie. Het misdrijf werd ingevoerd nadat men had vastgesteld dat belaging in veel gevallen slechts een voorbode was voor een ernstiger misdrijf.” Uit jaarverslagen van de politiezone Antwerpen blijkt dat in het eerste kwartaal van 2019 alleen al zo’n 63 processen-verbaal van cyberbelaging werden opgesteld. In 2018 waren dat er over het hele jaar maar liefst 267. Ook Sofie werd slachtoffer van cyberbelaging.  

"Belaging via de telefoon melden is niet voldoende. In geval van agressieve stalking raden we aan om meteen de hulpdiensten te bellen.”

Maanden wachten

Sofie diende klacht in bij de politie voor het valse Facebookprofiel en de cyberbelaging. “De politie kon destijds niet veel doen, omdat Facebook niet zomaar IP-adressen van profielen mag vrijgeven,” zegt ze. “Dat moet eerst op het hoofdkantoor van Facebook in de VS aangevraagd worden. Het ging zeker een aantal weken duren voor we daar nog iets van zouden vernemen. Uiteindelijk heeft het maanden geduurd voor ik wist dat hij achter dat valse profiel zat.”

“Aangifte doen van belaging is noodzakelijk,” zegt Wouter Bruyns, woordvoerder van de lokale politiezone Antwerpen. “Herhaaldelijke stalking of belaging wordt dan in verschillende processen-verbaal genoteerd. Na elke aangifte kijken we of de onmiddellijke fysieke integriteit van het slachtoffer in gevaar is. Daarbij is ook de verklaring van het slachtoffer een vast gegeven. Belaging via de telefoon melden is niet voldoende. In geval van agressieve stalking raden we aan om meteen de hulpdiensten te bellen.”

Van kwaad naar erger

Maar na haar aangifte bij de politie merkt Sofie dat de belaging niet in een vingerknip opgelost kon worden. Het ging van kwaad naar erger. “Het ging van mijn fiets die gestolen werd tot ingeslagen autoramen en lek gestoken banden. Ik moest het allemaal maar ondergaan. Ook daarvoor deed ik aangifte. Maar het stalken, zowel online als bij mij thuis, ging gewoon door.” Tot 2016 was stalking een zogenaamd klachtmisdrijf. “Dat betekent dat de politie en het parket pas stappen kunnen ondernemen wanneer het slachtoffer een formele klacht indient,” klinkt het bij het parket van Antwerpen. Vandaag kunnen het parket en de politie ook tot vervolging overgaan zonder klacht van het slachtoffer.

"Midden in de nacht schrik ik wakker door een luide knal. De auto van mijn ouders was ontploft. Iemand had hem met benzine overgoten en in brand gestoken. Daarna werden er molotovcocktails naar binnen gegooid."

Op een lentenacht in maart 2013 wordt het allemaal nog erger. “Midden in de nacht schrik ik wakker door een luide knal. De auto van mijn ouders was ontploft. Iemand had hem met benzine overgoten en in brand gestoken. Daarna werden er molotovcocktails naar binnen gegooid. We wisten niet wat ons overkwam.” Een week later vertelt de politie Sofie dat haar ex-vriend, samen met twee vrienden, achter de aanval zat. “Hij werd uiteindelijk vervolgd voor brandstichting, vandalisme en diefstal,” vertelt Sofie. “Hij heeft nog even in een jeugdinstelling gezeten, omdat hij op het moment van de feiten nog minderjarig was. Ik heb geen idee of hij ooit echt veroordeeld is geweest voor belaging. Het frustreert me tot vandaag dat hij daar niet deftig voor gestraft is,” aldus Sofie.

Vaag omschreven misdrijf

De straf voor belaging is afhankelijk van zaak tot zaak. “Bij de kwalificatie van belaging hoort een minimum- en maximumstraf,” klinkt het bij het parket van Antwerpen. “Dat kan een celstraf of een boete of beide zijn. Binnen dat wettelijke kader kan het Openbaar Ministerie naar eer en geweten een gepaste straf vorderen voor een individuele zaak.”

"Ik besloot naar de politie te gaan. Dit was voor mij een reuzenstap. Ik vond het heel moeilijk, omdat ik hem niets slecht toewenste. Ik had ook nooit gedacht dat hij hiertoe in staat zou zijn."

Ook Frank Verbruggen, professor strafrecht aan de KU Leuven, zegt dat de straf voor belaging afhankelijk is van dossier tot dossier. “Er zijn wettelijke grenzen, maar die laten veel ruimte voor individualisering.” Professor Verbruggen verwijst daarvoor naar het Strafwetboek. “Dat geeft enkel de maximumstraf aan. Toch zijn lichtere straffen, zoals uitstel, probatie of een werkstraf, mogelijk. Bij veel van die alternatieven moet de beklaagde wel instemmen en dus erkennen dat er een probleem is.”

Het probleem met stalking is dat het een zeer vaag omschreven misdrijf is. “Zowel de aard van de belaging als de context, of het relationeel of gerechtelijk verleden van de betrokkenen worden in rekening gebracht,” zegt Verbruggen. “Daarbovenop speelt ook het schuldinzicht of de bereidheid tot behandeling een rol. Een 'vaste straf’ is daarom ook niet wenselijk.”

Code van de poort aanpassen

Voor een slachtoffer van belaging is niet gemakkelijk om de eerste stap te zetten om aangifte te doen. Aurélie (fictieve naam) zette eind 2019 definitief een punt achter haar relatie met haar vriend. Maar wat ze niet weet is dat dat het startschot betekent van een periode van belaging door haar ex-vriend. “Het begon met tientallen sms’jes van hem. Niet veel later stond hij aan de deur, met brieven en bloemen en een smeekbede om te praten. Maar ik voelde me op de duur niet meer veilig, en besloot naar de politie te gaan. Dit was voor mij een reuzenstap. Ik vond het heel moeilijk, omdat ik hem niets slechts toewenste. Ik had ook nooit gedacht dat hij hiertoe in staat zou zijn.”

"Toen ik zei dat hij tot aan mijn voordeur geraakte via de poort, antwoordden ze simpelweg dat ik de code maar moest veranderen. Alsof dat het stalken zou tegenhouden."

Aurélie hield geen goede ervaring over aan haar aangifte. “Na mijn gesprek bij de politie voelde ik me vooral hulpeloos. De politie nam me niet serieus en wilde eerst niet eens luisteren naar mijn uitleg. Toen ik zei dat hij tot aan mijn voordeur geraakte via de poort, antwoordden ze simpelweg dat ik de code maar moest veranderen. Alsof dat het stalken zou tegenhouden. Ik heb uiteindelijk moeten zeggen dat ik aangifte wilde doen, terwijl ik eerst gewoon wilde melden dat hij vaak aan mijn deur stond. Aangifte doen leek in mijn ogen een grote stap. En het feit dat die politieagenten mij niet geloofden, was de druppel. Moest ik dan eerst in de goot belanden voor ik serieus werd genomen?” 

Schuldgevoelens

Sarina is een 22-jarige studente die op haar zestiende slachtoffer werd van belaging door haar ex-partner. “Hij stampte mijn slaapkamerraam in. Eenmaal binnen begon hij te vechten met mijn opa en mijn broer. De politie was gelukkig snel ter plaatse en liet hem opnemen op bevel van de onderzoeksrechter opnemen in een instelling.”

Net als Aurélie kampte ook Sarina aanvankelijk met schuldgevoelens ten opzichte van haar ex-vriend. Ze wilde hem geen blijvende schade toebrengen. “Ik wilde eerst geen klacht indienen, want ik vond dat hij het zo al moeilijk genoeg had. Ik relativeerde alles ook wat en dacht, misschien iets te naïef dat het niet meer opnieuw gebeuren.”

"Ik zou me veiliger hebben gevoeld als hij zijn straf effectief had gekregen. Al was het maar een werkstraf of een cursus volgen.”

Maar na twee weken ontsnapt Sarina’s ex uit de instelling waar hij verbleef en staat hij opnieuw aan haar woning. Niet veel later valt hij haar ook wanneer ze op school is. “We hadden les lichamelijke opvoeding. Plots stond hij daar, in de turnzaal, en trok hij me aan mijn haar op de grond. Hij verweet me dat ik zijn leven verpest had. Er waren drie leerkrachten nodig om hem van me af te krijgen. We hebben ook de politie gebeld, die onmiddellijk ter plaatse is gekomen.” Maar Sarina kon niet rekenen op veel steun van de politie: “Zijn moeder werkte bij de politie. Hij is er dus elke keer heel gemakkelijk vanaf gekomen.”

De belaging had een grote invloed op het leven van Sarina: “Ik ben sindsdien in mijn dagelijks leven continu op mijn hoede. Ik kon nooit op sociale media plaatsen waar ik was of hij stond daar. Zo heeft hij mij ooit eens achtervolgd op een feestje en mij tegen de muur geduwd. Na een tijdje heb ik besloten om niet meer te gaan feesten uit angst dat hij me zou vinden.”

“Ik heb uiteindelijk zes tot zeven keer aangifte moeten doen”, zegt Sarina. Pas een jaar na de feiten kreeg ze een brief met de melding dat de zaak geseponeerd was. “Ik zou me veiliger hebben gevoeld als hij zijn straf effectief had gekregen. Al was het maar een werkstraf of een cursus volgen.”

 

Alle slachtoffers van stalking wordt aangeraden om zo snel mogelijk aangifte te doen. Bel zeker het noodnummer 101 bij gevoel van onveiligheid of ga langs bij je lokale politiekantoor. Na aangifte kan je steeds terecht bij slachtofferhulp. Voor de zone Antwerpen kan je terecht op het telefoonnummer 03 347 99 10.

*Wegens privacyredenen zijn de namen van de getuigen gefingeerd

vorige volgende