In de Syrische stad Homs kwamen burgers de straat op om hun steun aan het leger en de veiligheidsdiensten van de huidige regering te betuigen. © rr

In Syrië braken donderdag gevechten uit tussen aanhangers van de verdreven ex-president en dictator Bashar al-Assad en troepen van de nieuwe regering van president Ahmad al-Sharaa. Er zouden intussen al meer dan duizend doden gevallen zijn, waaronder ook honderden burgers.

Syrië werd de avond van donderdag op vrijdag opgeschrikt door een grootschalige escalatie van geweld, waarbij de aanhangers van het oude Assad-regime aanvallen uitvoerden in het zuiden en westen van het land. Deze acties waren onderdeel van een breder plan om de regering van de nieuwe president Ahmed al-Sharaa omver te werpen.

De eerste meldingen van gewelddadige confrontaties kwamen binnen uit Latakia, Tartous en specifiek Jableh, waar Assad-milities en buitenlandse gesteunde rebellen in het westen een grote aanval lanceerden. Hezbollah, een radicale groepering uit Libanon en gesteund door Iran, viel vanuit het zuiden binnen. Tegelijkertijd probeerden Koerdische verzetsstrijders van de PKK en YPG aanvallen uit te voeren in het oosten, maar die werden vertraagd door Turkse militaire steun aan regeringsgezinde troepen.

Volgens berichten van lokale bewoners aan onze reporter waren de aanvallers uitgerust met zwaar materieel, waaronder tanks, raketwerpers en artillerie. “Het was duidelijk een gecoördineerde aanval, met de bedoeling de regering-Sharaa in één enkele slag te laten vallen”, meldt een hoge militaire bron in Damascus aan onze reporter.

Alawieten

Miqdad Fatiha, een voormalige officier van de Republikeinse Garde, leidde de gewelddadige aanval tegen de regering van Ahmed Al-Sharaa. Fatiha wordt door de lokale bevolking verantwoordelijk gehouden voor oorlogsmisdaden tegen alawieten. Er zouden vergeldingsacties tegen hen gehouden worden, maar die berichten zijn moeilijk te verifiëren omdat er weinig onafhankelijke journalisten ter plaatse zijn. Alawieten vormen een sjïtische minderheid waartoe ook de voormalige Syrische president Bashar al-Assad behoorde.

De escalatie vond zijn oorsprong in een geheime bijeenkomst die begin februari in de Iraakse stad Najaf plaatsvond. Volgens meerdere bronnen, waaronder een officier die anoniem wenst te blijven voor z’n veiligheid, kwamen tijdens de vergadering hoge functionarissen van de Iraanse Revolutionaire Garde, voormalige Syrische topcommandanten en vertegenwoordigers van Hezbollah en Hashdishabi, een Irakese militie gesteund door Iran, bijeen om een strategische coup te plannen.

Iran ontkent alleszins dat het direct betrokken is bij de recente aanvallen op de nieuwe regering in Syrië. “Deze beschuldiging is compleet belachelijk”, stelt het ministerie van Buitenlandse zaken. Een woordvoerder spreekt van “100 procent misleiding.”

Onderzoekscommissie

Ondanks de militaire voorbereiding van de coupplegers, bleek de weerstand van de Syrische bevolking een doorslaggevende factor. Binnen vier uur na de eerste aanvallen waren naar schatting een half miljoen burgers bewapend. Op sociale media werden oproepen tot verzet gedeeld, en in alle grote steden, waaronder Aleppo en Damascus, vonden demonstraties plaats tegen de poging tot staatsgreep.

Ahmed Al-Sharaa zegt intussen een onafhankelijke onderzoekscommissie te willen oprichten om de recente onrust en aanvallen in Latakia en de kustregio te onderzoeken. De commissie, bestaande uit rechters, een advocaat en een legerofficier, moet binnen dertig dagen een rapport uitbrengen over mensenrechtenschendingen en geweld tegen veiligheidsdiensten.

Al-Sharaa benadrukt dat niemand boven de wet staat en dat daders verantwoordelijk worden gesteld en gerechtelijk vervolgd zullen worden. Tegelijkertijd is een extra commissie opgericht om de sociale stabiliteit in de regio te waarborgen.

vorige volgende