De Bosnische stad Screbrenica werd op 11 juli 1995 ingenomen door de troepen van Ratko Mladic, de opperbevelhebber van het Servische leger. De stad werd omsingeld en meer dan achtduizend moslimjongens en -mannen werden vermoord. Hasan Hasanovic is een Bosnische moslim uit Srebrenica. Zijn tweelingbroer en vader werden door de troepen van Mladic gedood. Hasanovic was toen negentien. In ‘Screbrenica overleven’ beschrijft hij het aangrijpende verhaal van zijn familie.
Had je als tiener al zicht op wat er zich afspeelde in jouw land en stad?
Hasanovic: “Als tiener woonde ik op het platteland. Daar werd toen ook al vijandige propaganda gevoerd tegen moslims. We werden Turken genoemd en werden ervan beschuldigd het land te terroriseren. Later verhuisden we naar de stad en gingen we in de buurt van een school wonen. Ik ging net naar het eerste middelbaar. Een van de jongens op die school, een Serviër, zei me op een dag: “De tijd van de Ottomanen en de zwaarden is voorbij. Wij hebben nu ook wapens.” Ik heb daar toen niet op gereageerd. Ik wist dat hij leugens herhaalde die hem waren ingefluisterd door anderen. Ik wilde ook niet ingaan op zijn haat.”
Toen de oorlog begon bent u gevlucht. Wat ging er door u heen tijdens die periode?
Hasanovic: “Ik bracht zes dagen en zes nachten door in een bos, waar ik werd opgejaagd als een beest. Ik raakte mijn vader en tweelingbroer kwijt in de chaos en bleef alleen over met nog enkele andere mannen, zowel oudere als jonge. Een voor een stierven ze voor mijn ogen. Ik heb een paar keer geluk gehad en kon op het nippertje ontsnappen aan de soldaten die ons zochten. Het was puur overleven, een kat en muisspel, maar dan in het echt. Op die momenten dacht ik alleen dat ik mijn familie niet meer ging zien, dat ik jong ging sterven en dat ik niks in mijn leven had kunnen ondernemen. Ik was ook vooral bang dat als ze me te pakken zouden krijgen, ze me zouden folteren en daarna vermoorden. Ik was doodsbang.”
"Nu denk ik dat het mijn lot was om te overleven, om daarna te kunnen vertellen wat er gebeurd was.”
Had u nog hoop? Wat zorgde ervoor dat u kon blijven lopen?
Hasanovic: “Ik ben de hoop nooit verloren. Ik bleef hopen dat ik het nog zou overleven. Het was die hoop die me heeft gemotiveerd om te blijven lopen. Nu denk ik ook dat het een beetje mijn lot was om te overleven, om daarna te kunnen vertellen wat er gebeurd was.”
Wat gebeurde er toen u uiteindelijk veilig was ?
Hasanovic: “Ik heb een tijdje doorgebracht op het vliegveld van Tuzla. Daar vond ik ook een deel van mijn familie terug. Daarna ging het snel. Het vechten was gestopt we vonden een nieuwe plaats om te wonen en ik ging al snel weer terug naar school. Ik stuurde af als tolk. In 2003 heb ik dan mijn vader begraven en in 2005 pas mijn tweelingbroer. Mijn leven was totaal anders. Ik moest leven, er werd verwacht dat ik gewoon door ging, ondanks alles wat ik heb gezien.”
Hoe slaagde u erin om uw leven verder te zetten?
Hasanovic: “Ik besloot om terug te gaan naar Srebrenica. Dat was mijn wraak. Het was belangrijk voor mij dat ik mijn wraak kon uiten op een goede manier, zonder haatgevoelens. Dat ik kon vertellen wat er gebeurd was. Ik wilde ervoor zorgen dat wat er in Screbrenica gebeurd is, nooit vergeten wordt. Ik werk in het memorial center, waar ik elke dag over de gruwelijkheden van de oorlog praat. Het is niet alleen mijn job, het is mijn missie.”
"De Servische politieke elite heeft dat beeld van hen gecreëerd, en ontkent nog altijd wat er is gebeurd. Dat zorgt ervoor dat er geen echte vrede kan komen. Daarom is de kans dat het nog eens kan gebeuren vrij groot. Omdat de haat nog steeds leeft onder de mensen. "
Ziet u die haat van vroeger vandaag nog altijd?
Hasanovic: “Jammer genoeg wel. De daden van Karasic, Mladic en Milosevic zijn nog heel levendig in het collectief geheugen. Deze mensen worden door sommigen nog altijd gezien als een helden. De Servische politieke elite heeft dat beeld van hen gecreëerd, en ontkent nog altijd wat er is gebeurd. Dat zorgt ervoor dat er geen echte vrede kan komen. Daarom is de kans dat het nog eens kan gebeuren vrij groot. Omdat de haat nog steeds leeft onder de mensen. De internationale gemeenschap heeft gefaald: ze heeft de Serviërs niet gedwongen om hun fouten onder ogen te zien. Servische jongeren leren enkel de Servische waarheid. Dat is niet de echte waarheid. Wat mij betreft moet de wereld Servië dwingen om zijn verleden onder ogen te zien. Maar de Serviërs zullen nooit uit zichzelf zeggen dat zij schuld treffen. Als de situatie zo blijft doorgaan, is de kans reëel dat de geschiedenis zich zal herhalen.”
Wat vertelt u uw dochter hierover?
Hasanovic: “Ze weet dat er van alles is gebeurd, dat haar opa en oom dood zijn. Ik wil dat ze zelf leert, naarmate ze ouder wordt, wat er precies gebeurd is. Ik probeer haar te leren om niet te haten en om van iedereen te houden. Ze moet zelf leren dat er mensen zijn die andere mensen vermoorden, gewoon omdat ze een andere achtergrond hebben.”