Seppe © Denise Toebak

Op Wereld Autisme Dag gaat er extra aandacht naar hoe het is om een autismespectrumstoornis (ASS) te hebben. Bij mensen met ASS werken de hersenen net wat anders dan bij de meeste mensen. We spreken van een ‘spectrum’ omdat er veel verschillende vormen van autisme zijn, met andere eigenschappen. Seppe is twaalf en heeft autisme. Hij vertelt zijn verhaal.

 

Seppe © Denise Toebak

Hoe voelt het om autisme te hebben?
“Ik voel dat ik niet hetzelfde ben als mijn vrienden, omdat ik vaak anders op de dingen reageer. Mijn vrienden zitten nu in hun puberteit, maar ik voel dat zo niet. Ik zie dat ze zich tegenwoordig anders gedragen, maar ook dat ze anders denken en spreken dan ik. Ik vind soms dingen moeilijk en begrijp niet alles direct. Ik kan ook niet goed tegen veel lawaai en ook taal is moeilijk voor mij.”

Wanneer ben je te weten gekomen dat je autisme hebt?
“Toen ik ongeveer 10 jaar was, via mijn mama en papa. In het vierde leerjaar heb ik samen met mijn ondersteuningsjuf aan mijn klasgenoten verteld wat autisme is, en ook dat ik dat heb. Soms is het moeilijk voor mijn klasgenoten om ermee om te gaan, maar dat begrijp ik wel.”

Wat vind je het moeilijkst?
“Als iemand vervelend tegen mij doet, word ik heel erg kwaad en wil ik met niemand spreken. Dan begin ik te gillen en te rennen en wil ik met dingen gooien. Minder goede punten hebben vind ik ook niet leuk. Ik wil altijd minstens 70% halen, anders voel ik me ongelukkig.”

Zijn er voor jou ook positieve kanten aan?
“Ik geef nooit op, en ik vind het heel belangrijk om mijn best te doen op school. Ik ben ook een doorzetter. Ik speel G-basketbal en ook daar ga ik er altijd helemaal voor.”

Krijg je hulp van begeleiders?
“Ik had vroeger een logopedist en ik krijg nu veel hulp van mijn ondersteuningsjuf Greet en mijn zorgjuf Leslie. Ook mijn eigen juf, Elly, helpt me waar ze kan.”

Wat vind je leuk om in je vrije tijd te doen?
“Ik speel graag basketbal, voetbal en netbal, maar game ook graag op mijn PlayStation. Ik kijk graag filmpjes op YouTube, en schaken — dat heb ik net op school geleerd — vind ik ook fijn.”

"Ik voel dat ik niet hetzelfde ben als mijn vrienden. Ik reageer op veel dingen anders."

Hoe is het voor jou om naar school te gaan?
“Als er te veel lawaai is, duren de dagen te lang voor mij. De drukte vind ik overweldigend, en dat de andere leerlingen mij niet altijd begrijpen, vind ik lastig. Mijn lievelingsvakken zijn rekenen en lichamelijke opvoeding, ik hou vooral van balsporten en lopen. Ik vind het niet altijd leuk dat mijn klasgenoten mij niet begrijpen, maar dat is omdat zij geen autisme hebben.”

Jouw klasgenoten weten dat je ASS hebt. Hoe gaan ze hiermee om?
“Soms houden mijn beste vrienden er wel rekening mee, dan komen ze voor mij op als ik ergens moeite mee heb. Ik kan bijvoorbeeld niet zo goed tegen onrecht, en dan helpen ze me.”

Welke ondersteuning en hulpmiddelen krijg je op school?
“Juf Greet helpt me als het moeilijk gaat. Ze zoekt samen met mij naar oplossingen. Ik heb ook een rood kaartje voor in de klas, dat ik aan de juf kan laten zien als ik in een conflict zit waar ik niet uit geraak. En ik heb oorbeschermers, die ik opzet als er te veel lawaai is in de klas.”

Volgend schooljaar ga je naar het secundair onderwijs. Kijk je daarnaar uit?
“Ik vind het enorm spannend, omdat alles nieuw zal zijn, je moet nieuwe vrienden maken en er zijn grotere kinderen op school. Ik ga de richting STEM-techniek volgen en ik kijk vooral uit naar het leren programmeren. Om mij voor te bereiden op de overstap heb ik al een workshop gevolgd die ik heel leuk vond.”

Hoe heb je graag dat andere kinderen met jou omgaan?
“Ik vind het fijn als kinderen rustig blijven en op een rustige manier tegen mij praten, en niet te veel lawaai maken of druk doen. Ik hoop dat ze begrijpen dat dat voor mij belangrijk is.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Wat Wat op 02/04/2021.

vorige volgende