Op het internet circuleren steeds meer filmpjes van jongemannen die schijnbaar roekeloos doorheen de stad springen. Parkour wordt duidelijk populairder. De sport heeft nog met heel wat vooroordelen te kampen, maar parkourbeoefenaars sporters in hart en nieren die efficiënt trainen om hun eigen grenzen te kunnen verleggen. Nu er ook plannen zijn voor een park in Antwerpen is het hoog tijd om even te praten met Simeon Van der Hoeven (19) uit Wilrijk.
Parkour is op een ietwat vreemde manier ontstaan. Tijdens de Vietnamoorlog ontwikkelde een Fransman (Belle) enkele typische parkoursprongen om efficiënt over het slagveld te bewegen. Terug in Parijs, leerde hij zijn zoon David Belle, de knepen van het vak en die legde uiteindelijk de basis van parkour. In het begin was alles nog low profile, maar van zodra video’s wereldwijd verspreid raakten, werd de sport opgepikt door het Verenigd Koninkrijk en daarna ook in andere landen. “In België wordt de sport ondertussen een tiental jaar beoefend. We moeten zeker niet onderdoen voor andere landen. Het talent vind je over heel de wereld en dat is bijzonder tof”, vertelt Simeon enthousiast.
Disciplines
Ondertussen heeft parkour zich opgesplitst in twee onderdelen, namelijk parkour en freerunning. Parkour draait rond snelheid, terwijl freerunning de sporter vrijlaat en zijn creatieve geest uitdaagt. Het internationaal talent en het ontstaan van meerdere disciplines creëert ook ruimte voor competities, al ligt de focus van de sport eerder op de beleving en niet op het competitieve. “Het mooiste aan de sport vind ik het pure parkouronderdeel, waar er echt gefocust wordt op snelheid, efficiëntie en lichaamscontrole.”
“Op zich ondermijnen wedstrijden de waarden van parkour. Het draait vooral om zelfontwikkeling en trots zijn op wat je zelf presteert. Je kan parkour zelfs een levensstijl noemen. Je moet op je eten letten, fysiek helemaal top zijn en mentaal sterk staan. ‘Be strong to be useful’, zeggen we weleens. Pas op, parkour kan soms een competitief kantje aannemen, maar de motivatie moet van binnenuit komen. De eersten die stoppen zijn diegenen die enkel willen presteren op internationaal niveau en geen intrinsieke drang hebben om te verbeteren”, vertelt Simeon.
Zo is het belangrijk om eerst de basis van parkour te leren en niet onmiddellijk sprongen in het diepe te wagen. Techniek en controle zijn van groot belang bij het beoefenen van deze sport. Al vindt Simeon wel dat je snel naar buiten moet, want te veel binnen trainen zou de stap om buiten te springen groter maken. “De basis van parkour wordt tegenwoordig vaak binnen aangeleerd, maar dat kan evengoed in een veilige, gecontroleerde omgeving in de buitenlucht. Daar wordt enorm gefocust op de techniek en omgaan met verschillende situaties. Als we tijdens een sprong merken dat we de muur niet gaan halen, zijn we getraind om ons lichaam zodanig te manoeuvreren dat we veilig landen. Daar zijn verschillende technieken voor.”
“Te veel binnen trainen is ook niet goed, want daar ga je nooit je grenzen verleggen. Ik geef zelf ook les aan kleine beginners en die neem ik zo snel mogelijk mee naar buiten. Op een plint of een muur springen is een wereld van verschil. Van zodra je één keer buiten bent geweest, train je binnen veel gerichter. Mentaal sterk staan is de helft van je sprong. Is het je nog niet opgevallen dat we nooit springen met knie- of elleboogbeschermers? Dat doen we bewust. We willen geen onberekende risico’s nemen. Van zodra je die dingen aandoet, ga je namelijk veel roekelozer springen. Eén zijn met jezelf, de natuur en omgeving staat centraal binnen parkour.”
Buiten trainen klinkt tof, maar is dit wel altijd legaal? “Ja en neen, de politie kent ons ondertussen en we maken er een hoofdzaak van de omgeving en zijn omstaanders steeds te behandelen met respect. Zit er iemand op het muurtje waar je al een maand naartoe werkt? Pech, dan moet je wachten. En als er schade is - wat trouwens weinig voorkomt - betalen we die desnoods uit eigen zak. Maar meestal krijgen we leuke commentaren. Niet lang geleden kwam een oma nog zeggen dat het er niet simpel uitzag en dat je daar vast hard voor moest trainen.”
“We hebben natuurlijk niet heel de parkourgemeenschap onder controle. Als er een negatieve aanvaring gebeurt, proberen we die persoon in kwestie tot bij ons te krijgen. Als oudere en ervaren parkourspringers, willen we de jonge garde de waarden van de sport meegeven. Soms moeten we vechten om onze sport positief in het daglicht te stellen. Voor één negatieve aanvaring, zijn er negen positieve nodig om het evenwicht te houden. Daarom zou het ook ideaal zijn om een eigen plek te kunnen creëren waar we altijd terecht kunnen.”
Eerste parkourpark?
Momenteel is Simeon bezig met twee projecten. Het eerste is een parkourpark in Park Spoor Noord. Die funderingen zouden er deze maand moeten liggen maar helaas krijgt hij momenteel even weinig respons. “Hopelijk komt het in orde, maar zo niet, dan hebben we altijd nog ons tweede project. Er gaat namelijk een ‘custom’ ontworpen parkouropstelling op Sportopia staan. Die gaat daarna dan ook nog even behouden worden zodat we er trainingen en open trainingssessies kunnen organiseren. Als het een succes wordt, kan deze eventueel permanent blijven staan, maar daarvoor moet het doelpubliek nog uitbreiden. Stad Antwerpen heeft in elk geval dit project bevestigd, al hoop ik nog altijd dat het eerste project ook verwezenlijkt wordt!”
Sportopia vindt dit jaar plaats van 5 juli tot 27 augustus in Park Spoor Noord.
Dit artikel werd gepubliceerd door Apen.be op 22/06/2017
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 22/06/2017