Stijn Van der Stockt

Stijn Van der Stockt, alias ‘De coach’ en ‘Sir Alistair’ in Iedereen Beroemd, weet de harde waarheid altijd te verlichten met een vleugje ironie. Een droomjob? “Als je voor je werk kan spelen, dan is dat het mooiste beroep ter wereld.”

Een van de eerste lentedagen van het jaar, met een kop koffie zetten we ons onder de VRT-toren in het zonnetje. Stijn Van der Stockt – 33, geboren in Duitsland, gebonden aan Aalst – neemt zijn zonnebril en zet zich op een bank in het gras, à l’aise. Hij lijkt niet echt op de personages die hij vertolkt op het scherm.

We vragen ons af of hij vaak herkend wordt op straat. “Het gebeurt soms dat ze me herkennen zonder mijn gekke outfit, maar het valt wel mee. Toch ben ik al eens aangesproken op vakantie in het vliegtuig naar Spanje, dat vond mijn vrouw nogal raar. Zeker toen die man over het krullenbolletje van ons kind aaide, dat vond mijn vrouw nog gekker.”

“Dat was echter ten tijde van de coach (het personage wordt niet meer vertolkt op televisie, nvdr.). Die was toch wel populairder dan Sir Alistair”, stelt de dertiger. “Dat was een loser, hé. De underdog die het eigenlijk wel goed bedoelt. Mensen vonden hem sympathiek, hij moedigde hen aan. Sir Alistair is elitairder, een moedwillige conservatieveling die neerkijkt op de mensen en enkel observeert.”

Of Stijn het erg vindt dat Sir Alistair minder populariteit geniet dan de coach? Nee, dat niet. Hij herkent zich veel meer in de eerstgenoemde, de introverte persoon die liever op de achtergrond blijft. “Ik vind het wel tof om dat te spelen hé! Als je voor je werk kan spelen, is dat het mooiste beroep ter wereld.”

Ernstige kant

Toch heeft Stijn zijn job ook een ernstige kant. Hij begon zijn carrière op de nieuwsdienst. Naast zijn typetjes op het scherm, werkt hij ook aan een wetenschapsrubriek (Poepsimpel, nvdr). “Ik hou van dat spanningsveld tussen die twee. In elke relevante humor zit een schijn van sérieux. Omgekeerd zijn alle dingen die zichzelf te serieus nemen vatbaar voor spot. Met de coach had ik een geweldig vehikel om ongelofelijk onnozel te doen en tegelijk toch erg relevante dingen te zeggen. Al lachend zegt een zot de waarheid.”

Stijn weet dus het beste van beide werelden te combineren. “Toen ik voor Reyers Laat werkte, kon ik die serieuze grondstoffen goed gebruiken voor de Raaskalderij (satirische nieuwssite, nvrd) om aan satire te doen. Je hebt de kans om over heel serieuze dingen dossiers te maken, maar er is een kruisbestuiving. Paradoxaal genoeg moeten in satire de feiten wel kloppen, vind ik. Anders heb je al snel fake news”

Empathiemachine

Als collega-germanisten willen we weten wat Stijn aangespoord heeft om Germaanse te studeren. “Druk van de ouders. Ik wilde eigenlijk filosofie studeren, zij wilden echter dat ik voor rechten ging. Ik ben het afgetrapt op de infodag van de rechten en naar die van Germaanse gegaan. Het presidium daar had iets leuks voorbereid en de sfeer was er veel losser. Het ging er over veel dingen die ik in het middelbaar belangrijk vond, bijvoorbeeld literatuur. Ik heb uiteindelijk dan ook vooral dat bestudeerd, wat eigenlijk ook wel een beetje in het verlengde ligt van filosofie. Literatuur zet je op een soortgelijke manier aan tot nadenken, omdat je je in de leefwereld van andere mensen kan verplaatsen. Het is een soort empathiemachine.”

“Germaanse was oké voor de ouders, daar kon je nog leraar mee worden. In de richting Filosofie kon ik alleen maar mijn broek verslijten, dat zou toch tot niets leiden. Volgens mij is het vooral belangrijk dat je doet wat je graag doet. Je komt altijd wel ergens terecht als je je hart volgt.”

De  weg naar ‘de job van zijn leven’ was toch lang voor Stijn. “Het is niet gemakkelijk geweest om een job te vinden en ik heb er dan ook veel tegen mijn zin gedaan.  Bijvoorbeeld helpdeskmedewerker of copywriter voor Natuur en Bos. De job op zich interesseerde me wel, maar het eigenlijke werk kwam vooral neer op aanbestedingen beantwoorden. Ik heb ook nog voor de VRT aan enkele showprogramma’s meegewerkt en uiteindelijk kon ik beginnen bij Reyers Laat op de nieuwsdienst.”

De weg naar de waarheid

Stijn heeft dan toch de job gevonden die hij graag doet. De actualiteit heeft hem namelijk altijd al geïnspireerd. “In het middelbaar las ik altijd de krant en was ik mee met het radionieuws. We praatten er ook over op school, mijn vrienden en ik. We waren een beetje atypische jongeren. Misschien hielp het dat ik op een elitecollege zat. (Pauzeert) Dat is ironisch bedoeld trouwens, hé.”

Geen nieuws is goed nieuws, maar goed nieuws is vaak ook geen nieuws. Is Stijn, die dagelijks op zijn werk geconfronteerd wordt met alle kommer en kwel van de wereld, vatbaar voor cynisme? “Nee, cynisch word ik absoluut niet. Die verleiding bestaat wel, maar dat is nu eenmaal hoe nieuws werkt. De goede dingen verdienen geen aandacht. Die goede dingen, dat wij een relatief goed leven hebben bijvoorbeeld, mogen we nooit uit het oog verliezen. Maar ze mogen je ook niet blind maken voor alle dingen die fout gaan. Het is mijn taak niet om een geweten te zijn voor de natie, mijn job is zo goed mogelijk mensen aan het lachen maken.”

© 2017 – StampMedia – Esther Thomas & Emily Mariën

vorige volgende