© Noreen Muhammad

De coronacrisis en de lockdown zorgden voor tal van bezorgdheden en tegenslagen. Mensen verloren hun jobs, leerlingen en studenten konden niet meer naar school, kinderen hadden nauwelijks contact met hun vrienden, konden niet meer buitenspelen en activiteiten die de jongeren samenbrengen werden in één klap afgelast. Die stille toestanden zorgden voor psychische problemen bij kinderen en jongeren. Reporter Noreen sprak met Vlaams parlementslid Hannes Anaf (sp.a): “Er werd vaak met de vinger naar jongeren gewezen, en daar heb ik me zwaar aan gestoord 

Ik ontmoet Hannes Anaf veilig in de buitenlucht van zijn tuin. De afgelopen maanden hebben Anaf en zijn vrouw thuis gewerkt “Geen evidentie met twee kleine kinderen in huis,” zegt hij. “Mijn vrouw en wisselden elkaar af om onze kinderen de nodige ondersteuning te geven en er zoveel mogelijk voor hen te zijn.”

Tot mei vorig jaar was Anaf schepen van Jeugd, Communicatie, Kinderopvang, Sport, Preventie, Buurten en wijken en de Bibliotheek in Turnhout. In mei vorig jaar werd hij Vlaams parlementslid en zetelde hij in verschillende commissies, waaronder die van Cultuur, Jeugd, Sport en Media en was hij lid van de ad hoc Commissie voor de Evaluatie en Verdere Uitvoering van het Vlaamse Coronabeleid.

U zet zich in voor sociale en maatschappelijke thema’s: alles wat kinderen en jongeren betreft, ligt u nauw aan het hart. Hoe stonden we ervoor in maart van dit jaar, aan het begin van de crisis?

Anaf: “Het werd tijdens de lockdown al heel snel duidelijk dat het niet goed ging met heel wat kinderen en jongeren. Ondermeer bij het Kinderrechtencommissariaat begonnen getuigenissen en klachten binnen te stromen. Activiteiten voor kinderen en jongeren konden niet meer doorgaan. Alle scholen waren dicht. Ik besef heel goed dat mijn eigen kinderen het relatief makkelijk hebben gehad: ze hadden een ruime stadstuin om in te spelen en een huis met veel - te veel - speelgoed. Helaas geldt dat lang niet voor iedereen en waren er heel veel kinderen die opgesloten zaten tussen de vier muren van een klein appartementje. Hetzelfde geldt voor jongeren. Zij hebben sociale contacten nodig, hangen graag rond en doen activiteiten, maar alleen individueel sporten was toegelaten, en dan nog enkel joggen en fietsen. Alle speeltuintjes werden afgesloten, waardoor het recht op spelen beknot werd. Dat moet de volgende keer echt anders, zeker nu we weten dat kinderen en jongeren geen katalysators zijn van het virus.”

“Ik heb begin mei zowel bij minister-president Jambon als bij Minister van Jeugd Dalle op tafel geklopt en gezegd dat er voor kinderen en jongeren dringend versoepelingen moesten komen. Ik vond het frappant dat je wel mocht gaan lopen en wandelen, maar dat kinderen niet in parken mochten spelen. Ook voor jongeren heeft corona zwaar gewogen. Je bent aan het puberen. Je bent volop zoekende en je wil zoveel mogelijk ontdekken en experimenteren. Het enige wat ze mochten, was digitaal contact hebben. Vooral voor jongeren uit maatschappelijk kwetsbare gezinnen was het een zeer netelige situatie. Kleuters en leerlingen mochten uiteindelijk na een urenlang onderwijsoverleg begin juni weer naar school. Dat was een goede zaak: ze hadden weer contact met hun vrienden en het ging gedeeltelijk weer de goede kant op.’

"Ook voor jongeren heeft corona zwaar gewogen. Je bent aan het puberen. Je bent volop zoekende en je wil zoveel mogelijk ontdekken en experimenteren. "

De lockdown was bijzonder moeilijk voor kinderen uit kwetsbare milieus. Waar lagen vooral de oorzaken dat ze zich niet goed voelden?

“Tijdens de lockdown waren jongeren beperkt in hun sociale contacten en werden ze eenzaam. Hun hele leven werd op z’n kop gezet. Interfamiliale spanningen speelden ook mee. Als je de hele tijd thuis bent met je ouders, zorgt dat voor spanningen. Zeker in gezinnen waar die spanningen er sowieso al waren. Ook verveling kan spanningen veroorzaken.

“Voor jongeren en kinderen uit kwetsbare gezinnen, die bijvoorbeeld in armoede leven, of in een context van geweld en misbruik, heeft de crisis de situaties verder doen escaleren.”

Waarom heeft u als Vlaams parlementslid voor dit thema gekozen?

Ik denk te mogen zeggen dat ik in Turnhout als voormalige schepen veel heb kunnen realiseren. Turnhout kreeg daarvoor het label van één van de meest kindvriendelijke steden. Ik wilde die kennis meenemen naar het parlement en er op Vlaams niveau werk van te maken. De voorbije maanden zetelde ik in de coronacommissie als tweede ondervoorzitter. Daar hebben we ons de eerste weken gefocust op de situatie in de woonzorgcentra, maar vanaf september zal de commissie verbreed worden en gaan we zeker ook onderwijs en jeugdzorg prioriteit te geven. Om te evalueren wat er goed is gegaan, maar vooral wat er de volgende keer beter moet.”

Kreeg pyschisch welzijn bij kinderen en jongeren volgens u voldoende aandacht in het Vlaams Parlement?

We hebben enkele initiatieven genomen vanuit de commissie Jeugd. Zo schreven we over de grenzen van meerderheid en oppositie heen een brief aan de Nationale Veiligheidsraad om meer aandacht te vragen voor het kindperspectief. We hebben ook kinderen en jongeren uitgenodigd in het parlement om te komen getuigen over hoe zij de lockdown beleefden. Ik heb er in het parlement ook veel vragen over gesteld. De jeugdzorgsector trok na een tijd ook aan de alarmbel. In de eerste veiligheidsraden werd er niet veel aandacht gehecht aan kinderen en jongeren, maar uiteindelijk kwamen er nieuwe versoepelingen: de kleuterscholen gingen volledig open, middelbare scholen gingen deeltijds open en ook de parken gingen weer open.”

“Het is een goede zaak dat alle scholen in september voltijds open gingen. We zagen ook een grote kloof ontstaan tussen ouders met kleine kinderen en mensen zonder kinderen, of waarvan de kinderen al het huis uit waren. Die laatsten konden stevig doorwerken, terwijl het voor ouders met kleine kinderen echt niet evident was om thuis te werken.”

“De Vlaamse regering maakte 4,5 miljoen euro vrij om kwetsbare kinderen en jongeren meer perspectief te bieden. Vlaams minister van Jeugd en Media Benjamin Dalle (CD&V) richtte het project Generatie veerkracht op dat jongeren en kinderen ontspannings-, informatie- en digitaal materiaal op maat aanbiedt. Dalle heeft over de zomerkampen intensief overlegd met de jeugdsector. Uiteindelijk zijn de kampen - met de nodige maatregelen - deze zomer kunnen doorgaan en hebben veel kinderen en jongeren toch nog iets gehad aan hun zomer.”

“Er werd echter wel vaak met de vinger naar jongeren gewezen, en daar heb ik me zwaar aan gestoord,” zegt Anaf. “Er werd gedaan alsof ze allemaal lockdownfeestjes organiseerden en zich niet aan de regels hielden, maar de overgrote meerderheid heeft zich heel flink aan de maatregelen gehouden. Volwassenen zouden juist dankbaar mogen zijn dat de jongeren voor een stuk hun jeugd hebben opgeofferd om de ouderen te beschermen. Er zijn zoveel jongeren die zich ook acief hebben ingezet om een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Dat wordt onderbelicht. De Vlaamse jeugd zou een dikke vette pluim moeten krijgen.”

"Volwassenen zouden juist dankbaar mogen zijn dat de jongeren voor een stuk hun jeugd hebben opgeofferd om de ouderen te beschermen."

Was er voldoende hulp vanuit de voorzieningen, scholen en het jeugdwerk om de crisis door te komen?

“Er zijn heel veel jongeren onder de radar gebleven. Iedereen wist dat de situatie van de kwetsbare jongeren zou escaleren. Jeugdwerkers waren heel gefrustreerd omdat ze die kwetsbare jongeren moeilijk konden bereiken. Maar er zijn zeker ook veel leerkrachten die zich hard hebben ingezet om kinderen en jongeren te helpen. Het afstandsonderwijs was voor veel kinderen en jongeren een nadeel. Het zorgde voor nog meer drempels. De kloof tussen de sterke en zwakkere leerlingen werd te groot. Vooral in april was het frustrerend. Experten kwamen met getuigenissen van jongeren die het niet meer aan konden. We hebben ons uiterste best gedaan om  hen in het parlement een stem te geven. Het was een strijd, want zeker in het begin werd het thema onderschat en zelfs wat weggelachen.”

Heeft u hard moeten knokken om kinderen en jongeren een stem te geven in het parlement?

“Het Kinderrechtencommissariaat heeft een belangrijke rol gespeeld om het thema uiteindelijk in the picture te krijgen. Het is trouwens niet alleen in crisistijden dat er niet voldoende wordt geluisterd naar kinderen en jongeren. Zij hebben sowieso minder inspraak dan volwassenen en weten vaak niet goed van welke kanalen ze gebruik kunnen maken om hun mening te verkondigen.”

"Het is trouwens niet alleen in crisistijden dat er niet voldoende wordt geluisterd naar kinderen en jongeren."

Het aantal jongeren dat online hulp zocht nam sterk toe tijdens de lockdown. Eind mei liet het Vlaams Parlement kinderen en jongeren zelf aan het woord in het halfrond. Hoe was dat?  

“Het was een initiatief van Vlaams parlementslid Jeremie Vaneeckhout (Groen) en mezelf. De parlementsleden die de commissie jeugd volgen, hadden ook al een brief geschreven naar professor Erika Vlieghe en minister-president Jambon om te pleiten voor meer aandacht voor kinderen en jongeren in de exitstrategie.”

“De kinderen deelden hun persoonlijke situaties in het parlement. Ik heb echter wel het gevoel dat wij, de parlementsleden, wat te veel aan het woord zijn gekomen We wilden een signaal geven dat ook jongeren een stem verdienen en dat het van belang is om op hun noden in te spelen. Er waren ook maatschappelijk kwetsbare kinderen bij. Die verhalen waren heel schrijnend.”

Hoe kunnen we kinderen en jongeren in de toekomst beter beschermen tegen de psychische gevolgen van een lockdown?

“Aan het begin van de crisis zijn beslissingen genomen met de kennis die men toen had. Scholen werden gesloten in een paniekreactie. Dat leek toen logisch, maar het bleek achteraf geen goed idee. De focus lag vanaf het begin al meer op onze economie, en minder op het menselijk aspect. Daar mag de volgende keer meer aandacht voor zijn. Het moet ondertussen duidelijk zijn dat de menselijke aspecten altijd  prioriteit moeten krijgen.”

"De focus lag vanaf het begin al meer op onze economie, en minder op het menselijk aspect."

Om af te sluiten: wat zijn uw toekomstige ambities in het parlement voor kinderen en de jeugd?

“Op korte termijn wil ik in de coronacommissie blijven pleiten voor meer aandacht voor de noden van kinderen en jongeren. In Turnhout heb ik, telkens als er een nieuw speelplein werd aangelegd, de mening van kinderen en jongeren gevraagd. Wat zij wilden bleek vaak heel wat avontuurlijk dan de obligate glijbanen, schommels en zandbakken.”

“Ik heb de minister van Jeugd, Benjamin Dalle, ook al eens uitgedaagd om heel Vlaanderen kindvriendelijk te maken. En we moeten harder werken om de kinderarmoede aan te pakken. Wij zijn één van de rijkste regio’s van Europa, en er leven zoveel kinderen in armoede. Dat is trouwens ook de reden waarom ik de stap naar het parlement heb gezet. In de lokale politiek kun je sneller en directer veranderingen doorvoeren.  Maar ik werd er enorm gefrustreerd van dat de kinderarmoedecijfers maar bleven stijgen. Lokaal kan je wel een aantal dingen doen, als je armoede structureel wil aanpakken, moet je toch naar het bovenlokale niveau. Daar wil ik werk van maken in als Vlaams parlementslid.”


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 18/09/2020

vorige volgende