© Pixabay

De algemene motivatie van Vlaamse scholieren in het middelbaar om Frans te leren is zo’n zeven op tien. Dat blijkt uit de masterthesis van studente Taal- en Letterkunde Charlotte Kinable (23). Daarvoor liet ze meer dan 2300 laatstejaars een online vragenlijst invullen. “Frans is gewoon te ingewikkeld.”

Vlaamse laatstejaarsleerlingen scoren een zeven op tien voor algemene motivatie om het Frans te leren, maar hun houding tegenover de taal scoort het laagst. Daar geraken ze met een vijf op tien net met de hakken over de sloot. Het is niet dat ze Frans niet belangrijk vinden, ze vinden het gewoon niet leuk om de taal effectief te leren. En ze hoeven er ook niet álles over te weten. Dat en nog veel meer zijn de conclusies die Charlotte Kinable (23) maakt in haar masterthesis ‘Why would you ever study French?! Language Learning Motivation of Secondary-School Pupils in Belgium: A Comparison between Flemish and Walloon Last-Grade Pupils’.

Charlotte Kinable onderzocht de motivatie van Vlaamse en Waalse middelbare scholieren om respectievelijk Frans en Nederlands te leren. “Ik kreeg zelf voortdurend de vraag waarom ik in godsnaam Frans zou studeren aan de universiteit. Dat was een echte motivatie om mijn thesis over het onderwerp te schrijven.”

“Vroeger kon je meteen starten, nu moet je het nut van Frans leren uitleggen” – Véronique Delforge

Véronique Delforge merkt het gebrek aan motivatie ook bij de leerlingen op. Ze is leerkracht Frans in de derde graad op het OLV Presentatie in Sint-Niklaas. “Leerlingen zijn minder gemotiveerd voor het vak dan vroeger. Toen kon je bij het begin van het schooljaar meteen starten, nu moet je eerst het nut van het kennen van de taal uitleggen. Dat is wel een groot verschil. Leerlingen vertellen me vaak dat het Frans gewoon te ingewikkeld is en te veel regels en uitzonderingen kent. Die demotivatie en het gevoel dat het te moeilijk is, proberen we om te zetten naar iets haalbaars. Tegen hun verwachtingen in kan het dan soms echt wel lukken.”

Achterstand door corona

De coronapandemie heeft de motivatie van de leerlingen geen goed gedaan. Charlotte Kinable: “In het onderzoek stonden op het einde nog enkele open vragen, onder andere of corona een invloed had gehad op hun motivatie. 35 procent van de Vlaamse jongeren antwoordde van wel. Er waren enkele leerlingen die vertelden dat ze meer Franse boeken waren beginnen te lezen of meer naar Franse muziek luisterden. Maar er zijn heel wat leerlingen voor wie de pandemie een negatieve invloed had, vooral omdat de klasomgeving wegviel tijdens de lockdown. Daardoor waren er veel minder momenten om in het Frans te praten met hun klasgenoten.”

“Ik vind het jammer dat er minder aandacht naar het spreken gaat” – Wout Verschraegen

Dat is ook het geval bij Wout Verschraegen (18). Hij zit in het laatste jaar LO & Sport op Broederschool Biotechnische en Sport in Sint-Niklaas. In de lagere school was hij enthousiast, maar na acht jaar is zijn motivatie voor het vak Frans gezakt. “Toen vond ik het nog spannend om lessen Frans te krijgen, want dat was iets helemaal nieuws”, zegt hij. “Je kon er wat mee opscheppen, als je Frans kon. Maar de taal leren is niet altijd even makkelijk, zeker nu met corona. We zijn bijna een heel jaar verloren en ik merk echt dat er achterstand is. Ik vind het oprecht jammer dat het schrijven zo zwaar doorweegt op toetsen en examens en dat er veel minder aandacht gaat naar met elkaar spreken. Want het is door een taal te spreken dat je het meeste bijleert.”

Tijdens haar onderzoek ontdekte Kinable nog dat leerlingen uit het aso een hogere motivatie hadden om Frans te leren: hun motivatie lag op 7,6 tegenover 7 op 10 bij leerlingen uit het tso. Daarbovenop geven ze zichzelf een betere score wanneer het gaat over hun competenties in het Frans. “Een mogelijke verklaring is dat leerlingen in het aso over het algemeen meer uren Frans hebben”, zegt ze. “Daardoor komen ze vaker in contact met de taal en hebben ze dus meer kans om Frans te praten, te schrijven en te horen.”

“Goede taalleerkrachten opleiden, is een prioriteit” – Vlaams Talenplatform

Mogelijke oplossingen

Het Vlaams Talenplatform ijvert in zijn recente Talenplan voor dringende actie rond het taalonderwijs in Vlaanderen. Daarin vraagt het onder meer om in de lagere school al vakleerkrachten voor Frans in te schakelen. Nu worden de lessen Frans nog te vaak gegeven door leerkrachten die de taal zelf onvoldoende machtig zijn. Zo is het niet ondenkbaar dat leerlingen fouten aangeleerd krijgen en minder interesse ontwikkelen in een andere taal.

Daarnaast wil het Talenplatform ook een grootschalige campagne organiseren “die jongeren warm maakt voor taal en voor een taalopleiding”. Die zou moeten vertrekken vanuit de leefwereld van middelbare scholieren, om hen zo op een aangename manier met taal te doen omgaan. Verschillende initiatieven om talen te promoten, zoals jaarlijkse olympiades, willen ze nog meer in de kijker zetten. Ook goede taalleerkrachten opleiden is voor hen een prioriteit.

Wat met de Franse les?

In hun Nota Frans gaat het Vlaams Talenplatform dieper in op de specifieke situatie van het Frans. Daarin roepen de vertegenwoordigers op om het statuut van de leerkracht Frans en de Franse taal zelf op te krikken. Om te beginnen zijn voldoende contacturen noodzakelijk om de taalkennis van leerlingen te doen toenemen. Daarbij kan het Frans meer geïntegreerd worden in de leefwereld van middelbare scholieren. Het is belangrijk om contact met het Frans te stimuleren los van het vrij formele taalonderwijs. Ten slotte ijveren de vertegenwoordigers in hun Nota Frans om de opleidingen in het hoger onderwijs te blijven promoten en “te werken aan het imago van onze opleidingen”.

“We moeten het idee loslaten dat het lijkt alsof deze taal overbodig is geworden door het alom aanwezige Engels” – Véronique Delforge

Véronique Delforge kan zich daarin vinden. “Het is geen optie om te opteren voor minder lesuren, we moeten er voor zorgen dat Frans studeren nog leuk kan zijn. Leerlingen zouden een stevige basiskennis moeten krijgen om daarna te merken dat ze met de taal wel degelijk iets kunnen doen. Dat kunnen we doen door het klasgebeuren te overstijgen: uitstappen, in contact komen met de Franse cultuur, Franse films kijken … We moeten het idee loslaten dat het lijkt alsof deze taal overbodig is geworden door het alom aanwezige Engels. Gewoon inzetten op het Frans, hopen dat er voldoende leerkrachten rondlopen die gebeten zijn door het vak en alles willen gebruiken dat voorhanden is om deze taal in al haar glans te laten schitteren.”


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Laatste Nieuws op 21/12/2021.

vorige volgende