© Steve Eason

Idil Eser en negen andere mensenrechtenactivisten werden 100 dagen geleden opgepakt in Turkije. Op 14 oktober, de verjaardag van Idil Esser, de directeur van Amnesty Turkije, was er een wereldwijd protest. In België werden 17.000 handtekening verzameld voor vrijlating van Esser en de anderen. Maar waarom zitten ze eigenlijk achter tralies?

Op 5 juli werden Idil Eser en negen andere mensenrechtenactivisten gearresteerd tijdens een workshop. Oorspronkelijk werden ze beschuldigd van ‘hulp verlenen aan terreurorganisaties zonder er lid van te zijn’, maar vorige week klaagde de openbare aanklager hen ook aan voor dat lidmaatschap. Zo riskeren ze  vijftien jaar cel.

De voorzitter van Amnesty Turkije, Taner Kiliç, die al eerder gevangen genomen werd, zit ook nog steeds in de gevangenis. De openbare aanklager vraagt om hem toe te voegen aan dit ‘terreurdossier’.

Bewijzen?

Buiten Idil en Taner van Amnesty zijn er dus nog negen andere activisten opgelosten. Onder hen: İlknur Üstün van Women’s Coalition, Günal Kurşun en Veli Acu van Human Rights Agenda Association, Nalan Erkem en Özlem Dalkıran van de Citizens’ Assembly, Nejat Taştan van de Vereniging voor het toezicht op gelijke rechten, schrijver Ali Gharavi, en Peter Steudtner, een trainer voor geweldloosheid. Ook advocaat Sevhmus Özbekli zit in de cel.

Drie maanden later zijn er volgens de organisaties nog steeds geen grondige bewijzen gevonden om de beklaagden te veroordelen. Daardoor zijn twee van hen – Nejat en Seyhmus – vrijgelaten op borg. De zeven anderen bevinden zich in de Silivri-gevangenis in Istanboel, de hoogste beveiligde gevangenis van Turkije.

İlknur wordt vastgehouden in de Sincan-gevangenis in Ankara. De openbare aanklager baseert zich voor haar aanklacht op de advocatuur van Idil en twee campagnes van Amnesty die niet op papier stonden bij Amnesty Turkije.

Dit artikel kwam tot stand tijdens de workshop artikels schrijven.

vorige volgende