Acht op de tien hulpverleners kreeg ooit al eens te maken met agressie. Het geweld tegen hulpverleners neemt toe, ook in Limburg. Daarom startten Spoedmagazine en de Ambulanciersunie een nationale campagne om het probleem aan te kaarten. Wij spraken met enkele Limburgse hulpverleners die regelmatig te maken krijgen met geweld.
Bijna iedere ambulancier, verpleegkundige of brandweerman is al eens slachtoffer geworden van fysiek of verbaal geweld. Ook op de spoeddienst van het AZ Vesalius in Tongeren is dat het geval. “Wekelijks krijgen we te maken met verbaal geweld,” vertelt spoedverpleegkundige Werner Bruneel. “Vooral het lange wachten is vaak een bron van frustratie. We maken regelmatig mee dat patiënten op de ramen van de inkombalie tikken of beginnen te roepen en tieren. Dat kan heel intimiderend zijn. Mensen kunnen niet meer wachten in de huidige maatschappij.”
Rode lap op stier
“Nochtans volgen wij ook maar de regels die ons zijn opgelegd,” zegt Bruneel. “Aan ieder patiënt wordt een kleur toegekend die bepaalt hoe lang hij of zij moet wachten. Die hangt af van hoe dringend de patiënt hulp nodig heeft. Het kan dus gebeuren dat iemand die na jou is binnengekomen eerder wordt geholpen, en dat is voor veel mensen frustrerend.”
“Communicatie is heel belangrijk,” voegt collega Eric Opdenacker toe. “Als je de mensen regelmatig informeert, hebben ze daar wel begrip voor. Al zijn er altijd patiënten die denken dat zij voorrang verdienen op anderen.”
“Dat is meestal wel anders wanneer je iemand reanimerend binnenbrengt,” vult Bruneel aan.
Fysiek geweld komt ook regelmatig voor, vertellen de spoedverpleegkundigen. “Ik doe mijn job al 25 jaar en ik merk dat de agressie alsmaar toeneemt,” zegt Bruneel. “Soms is het zo erg dat bij een ongeval gewone, helpende burgers worden aangevallen. Als wij dan arriveren, werkt dat als een rode lap op stier.”
"“Als iemand vroeger stomdronken op straat lag, sliep die een nachtje in de cel. Nu stuurt de politie die mensen naar ons door."
Geweld in woonzorgcentra
“De politie schuift tegenwoordig steeds meer problemen naar ons door. En dat zorgt voor meer agressie,” treedt Opdenacker zijn collega bij. “Als iemand vroeger stomdronken op straat lag, sliep die een nachtje in de cel. Nu stuurt de politie die mensen naar ons door. Het gebeurt vaak dat we hen in de isoleercel moeten stoppen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Ook in rusthuizen krijgen verpleegkundigen regelmatig te maken met geweld. Zo getuigt een 40-jarige Limburgse hoofdverpleegkundige die liever anoniem wil blijven: “Vooral de verbale agressie door de familie van bewoners raakt ons. Ze verwijten ons vaak dat we ons werk niet doen of niet gestudeerd hebben. Die reacties komen voort uit onmacht. Spijtig genoeg komen die commentaren harder aan dan die van onze eigen bewoners.”
“Fysieke agressie komt meestal bij de verzorging van dementerende mensen voor. Dat gaat dan van slaan en schoppen tot bijten. Daar kunnen wij redelijk goed mee om, aangezien dat verbonden is aan de dementie zelf. Gelukkig krijgen wij regelmatig opleidingen over hoe we moeten omgaan met deze mensen.”
Achtduizend affiches
De Ambulanciersunie en Spoedmagazine werkten vorige maand een nieuwe sensibiliseringscampagne uit. “We willen de mensen bewust maken van het probleem en het een halt toeroepen voor het escaleert,” zegt Dries Deschilder, voorzitter van de Ambulanciersunie. “Daarom hebben we maar liefst achtduizend affiches verdeeld waarop telkens een echte hulpverlener te zien is. De bedoeling is dat deze afbeeldingen overal in België verschijnen, zowel in ziekenhuizen als in winkels.”
Zelf werd Deschilder tijdens zijn werk als ambulancier ook regelmatig geconfronteerd met geweld: “Bijvoorbeeld na een vechtpartij op een fuif waar de ene partij wil verhinderen dat je de andere verzorgt. Daarnaast wordt onze expertise als hulpverleners steeds meer in twijfel getrokken. Mensen bemoeien zich en vertellen ons hoe wij ons werk moeten doen. Geen idee vanwaar die evolutie komt.