Onze reporter Stef (23) trok naar de Duitse Vrijstaat Thüringen en ontdekte er een culturele en historische schat. De roots van ons Belgische koningshuis en indrukwekkende kunstcollecties en tentoonstellingen zijn er onder meer te vinden, met een snuifje gastronomie (en wijn!) als bonus. Jena en Gotha blijken twee boeiende, historische steden die zichzelf na de val van de DDR moesten heruitvinden in de herenigde Bondsrepubliek - en daar goed in slaagden.
In het Thüringse stadje Gotha staat het Schloss Friedenstein, de voormalige residentie van de hertogen van Saksen-Coburg en Gotha. Voor royaltywatchers is dit geen onbekende naam, want Belgische toeristen kunnen hier op zoek gaan naar de oorsprong van ons eigenste koningshuis.
Het Schloss Friedenstein is lange tijd eigendom geweest van de adellijke familie van Saksen-Coburg-Gotha. Van dit illustere geslacht stammen vier moderne koningshuizen rechtstreeks af: België, het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Bulgarije, waarvan de laatste twee niet meer bestaan. De huidige koning Filip van België en koningin Elisabeth II van het Verenigd Koninkrijk zijn dus directe afstammelingen.
De familieband tussen de koningshuizen begon bij Frans Frederik Anton, de vijfde hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld. Zijn zoon Leopold kennen we als de eerste koning der Belgen. Zijn tweede zoon Ernst, de eerste hertog van Saksen-Coburg en Gotha, was de vader van prins Albert die met de Britse koningin Victoria trouwde. Victoria is eveneens een kleinkind van hertog Frans. Albert en Victoria waren dus nicht en neef. Dankzij het huwelijk tussen zijn derde zoon Ferdinand en de Hongaarse prinses Maria Antonia werd hertog Frans ook de voorvader van het Portugese en Bulgaarse koningshuis.
Grootmoeder van Europa
Het is alom bekend dat koningin Victoria en prins Albert heel wat kinderen kregen. Zo kwam het dat tijdens de eerste wereldoorlog maar liefst negen koningshuizen met elkaar verwant waren, waaronder de Duitse keizer, de Britse koning en de Russische tsaar. Geen wonder dat Victoria de grootmoeder van Europa wordt genoemd en dat heeft ze allemaal te danken aan één Duitse hertog.
Na de eerste wereldoorlog wilden de geallieerde vorsten niets meer te maken hebben met hun Duitse afkomst. Ze veranderden daarom hun achternaam en deden afstand van Duitse titels. Het Britse koningshuis werd Windsor en Albert I koos de naam Van België. Tot op heden heten de koninklijke families nog altijd zo.
Van machtige burcht…
Op de plaats van het huidige slot stond aanvankelijk de middeleeuwse burcht Grimmenstein. Bij interne oorlogen binnen het Heilige Roomse Rijk werd het in de 16de eeuw verwoest. Het hertogdom Saksen-Gotha werd in 1641 geërfd door Ernst I, ook wel ‘Ernst de Vrome’ genoemd. Hij liet op de funderingen van het oude fort een nieuw slot bouwen: Friedenstein.
Met deze naam zwoer hij dat er tijdens zijn regeerperiode vrede zou heersen. Ironisch genoeg was de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) nog in volle gang. Van 1646 tot en met 1656 werd er aan het kasteel gebouwd. Tot 1686 werden er bijkomende fortificaties buiten het slot aangelegd, om het tegen de invallende Turken te beschermen. De toon was gezet voor een hele dynastie van Thüringse hertogen.
… tot toeristische trekpleister
Een belangrijk onderdeel van de fortificaties vormde een tunnelsysteem onder de grond: de zogenaamde ‘kazematten’. Nadat bleek dat de Turken niet verder dan Wenen kwamen, was de grootste dreiging voor Gotha voorbij. De kazematten raakten in ongebruik en werden volgestort met aarde. Tussen 2001 en 2003 werd driehonderd meter van het gangenstelsel opnieuw uitgegraven waardoor je er vandaag een begeleide rondleiding kan krijgen.
Het huidige paleis huisvest het Schlossmuseum, het natuurhistorisch Museum der Natur en het Historisches Museum Gotha in de noordelijke en westelijke vleugel. In de westelijke vleugel bevindt zich eveneens het staatsarchief en in de oostelijke vleugel is een onderzoeksbibliotheek te vinden. Behalve het slot zelf zijn er andere bezienswaardigheden. Zo kan je bijvoorbeeld prachtig wandelen in het omliggende Schlosspark.
Een hartstochtelijke, hertogelijk museum
Het Herzogliches Museum biedt onderdak aan zowel barokke kunst als antieke voorwerpen uit de Grieks-Romeinse en Egyptische oudheid. Er zijn zelfs enkele stukken uit Azië terug te vinden. Tijdens de DDR-periode werd de kunst geroofd door de Sovjet-Unie en meegenomen naar Rusland. De meeste stukken werden teruggegeven en na grondige renovaties in 2012 en 2013 werd het vernieuwde museum terug opengesteld voor het publiek.
In de barokgalerij kun je schilderijen terug vinden van de Duitse schilder Lucas Cranach, maar ook van buitenlandse schilders zoals Rubens en Jan van Goyen. Het bekendste schilderij is het Gothaer Liebespaar van de hand van een onbekende schilder met de bijnaam ‘Hausbuchmeister’. Dit unieke dubbelportret vertelt de liefdesgeschiedenis van graaf Filip I van Hanau-Münzenberg, die na de dood van zijn vorige vrouw een nieuwe liefde vond, erg tegen de zin van zijn ouders.
De hoed van Napoleon
Begin negentiende eeuw was de toenmalige hertog August van Saksen-Coburg-Altenburg een groot bewonderaar van Napoleon Bonaparte. Hij verheugde zich op een ontmoeting tijdens Napoleon’s veldtocht door de Duitse gebieden. De hertog liet zelfs een slaapkamer gereedmaken in de hoop dat de Franse generaal zou overnachten. Helaas werd zijn aanbod afgewezen.
August besloot een kamerdienaar van Napoleon aan te spreken, in de hoop dat een persoonlijk ‘souvenir’ te kunnen bemachtigen. In ruil voor een kostbare vergulde doos bracht de dienaar hem één van Napoleons alom bekende hoeden. In de schatkamer van het slotmuseum ligt daarom nog altijd één van de zeven originele hoeden van Napoleon die overgebleven zijn in de wereld. De hoed is te bezichtigen in de tentoonstelling.
De laatste hertog
De titel van het hertogdom werd in rechtstreekse lijn geërfd. De laatste hertog was Karel Eduard, een controversieel figuur omdat hij na de eerste wereldoorlog door de Britse koning van al zijn Britse titels werd ontdaan. Onder de Weimarrepubliek werd hij afgezet als hertog en werd zijn titel ontbonden. Tijdens de tweede wereldoorlog was hij een prominent lid van de Nazipartij en directeur van het Duitse Rode Kruis.
Na de oorlog werd hij gevangen genomen door de Amerikanen en beschuldigd van misdaden tegen de mensheid. Hij werd vrijgesproken, maar in 1950 door een Duitse rechtbank veroordeeld tot een grote geldboete. Hij overleed berooid op 69-jarige leeftijd aan kanker. Zijn kleinzoon prins Andreas is het huidige hoofd van de familie.
Bekijk de fotoreportage van Thüringen hier:
http://www.flickr.com/photos/stampmedia/sets/72157649979478800/
© 2015 – StampMedia – Stef Vananderoye