Met het conflict in Oekraïne wordt Europa opnieuw van dichtbij geconfronteerd met oorlogsvluchtelingen. Nochtans zijn oorlogsvluchtelingen van alle tijden en komen ze uit alle windstreken van de wereld. Zubaidah Al-Husseini (18) uit Irak was één van hen. Sarah Marrou wil haar een stem geven en schreef haar verhaal neer.
What the media Awards was een spannende competitie voor aanstormend journalistiek talent. Jongeren konden in drie leeftijdscategorieën een journalistiek stuk maken rond het thema ‘ongehoord’. Op 23 april, tijdens de allereerste Dag van de Jeugdjournalistiek, werd Sarah Marrou bekroond als één van de twee winnaars in de leeftijdscategorie 12 tot 15 jaar. Hou onze site in de gaten en ontdek zo de andere winnaars van de What the media Awards.
Zubaidah is achttien jaar en komt uit Irak. Ze kwam naar België toen ze acht jaar was, omdat haar huis verschillende keren gebombardeerd werd. Ze had toen al twee broers en haar moeder was op dat moment ook zwanger. Haar vader had een hoge functie in Irak.
De daders van de bombarderingen waren leden van groeperingen die zogezegd de islam verdedigen. Ze vroegen om aardolie of gas aan haar vader, maar toen hij dat weigerde, vroegen ze hem geld. Daarna kwam er een andere groepering die aan haar vader vroeg waarom hij hen geen geld gaf. Zubaidahs vader was al bijna al zijn geld kwijt door de eerste groepering, dus kon hij hen niet betalen. Als wraak hebben ze dan een bom aan hun voordeur geplaatst. De familie van Zubaidah had het geluk dat ze op dat moment niet thuis waren. Toen ze thuis kwamen, zagen ze dat hun voordeur kapot was.
Na deze gebeurtenis kregen ze bescherming van een politieauto. Toch slaagden de daders erin om hun huis nog een aantal keren op te blazen. De derde en laatste keer was het ergst. Haar jongste broer was toen drie jaar oud en hij was zwaar gewond geraakt. Heel zijn rug zat vol met stukken metaal en hij had een grote schaafwonde aan zijn arm. Hij begreep ook niet wat er aan het gebeuren was. Op dat moment wou hij gewoon niets liever doen dan slapen. De explosie had er ook voor gezorgd dat haar mama alleen maar gepiep kon horen.
Bloed
Zubaidah riep naar haar mama, maar ze hoorde haar helemaal niet. Ze zat helemaal onder het bloed. Ze dacht dat dat bloed van haar kwam, maar het was het bloed van haar broer. Toen zag haar mama zijn bebloede arm en was ze in shock. Zubaidah was dat ook, ze kon zich niets meer herinneren.
Haar vader was op dat moment boodschappen gaan doen met haar andere broer en hun chauffeur. Nadat hij zijn vrouw aan de telefoon hoorde, kwam hij meteen naar huis. Toen hij daar aankwam, bevroor hij, hij wist niet wat te doen. Ondertussen riep haar moeder dat haar zoon naar het ziekenhuis moest. Hun chauffeur heeft haar broer dan meegenomen en op dat moment zag haar moeder heel zijn rug. Toen begon ze te wenen en te roepen omdat ze de verwondingen zag die haar zoon had.
Niemand in hun straat hielp hen uit angst voor de mensen die dat hadden veroorzaakt. Ze woonden in een beveiligde stad waar alleen maar architecten woonden met geld. Nadat dit alles was gebeurd, moesten ze verhuizen naar de Iraakse hoofdstad Bagdad. Haar vader was een tijdje voor hen vertrokken. Maar Zubaidah en haar familie hebben nooit meer iets van hem gehoord of gezien.
Tussenstop in Turkije
Vervolgens is de familie Al-Husseini een paar keer verhuisd. Hun eerste stop was Turkije. Haar moeder hertrouwde met iemand anders die ze al eerder kende om haar te ondersteunen bij het opvoeden van haar vier kinderen. Vervolgens legden ze een hele reis af. Eindbestemming: België.
De komst in België was moeilijk. Iedereen dacht dat alles wat ze vertelden, verzonnen was. Nochtans moest haar broer hier nog geopereerd worden om resterende scherven metaal uit zijn rug te verwijderen. Ze hebben hun verblijfsaanvraag meerdere keren opnieuw ingeleverd.
Al die tijd moesten ze in een vluchtelingencentrum wonen met nog twee andere gezinnen in slechts één kamer. De volwassenen moesten rondkomen met zeven euro per week. De kinderen met vier euro. Na drie jaar wachten kregen ze toestemming om hier te blijven en kregen ze een sociale woning.
Vertrekken, blijven, toch vertrekken
Na één jaar hier in een sociale woning te wonen, kregen ze een brief om te zeggen dat ze hier niet meer konden wonen en dat ze terug moesten naar Irak. Ze hadden hun hele terugreis al geboekt, om dan gelukkig een nieuwe brief te ontvangen met de toestemming om hier toch te blijven. Aangezien de familie hier al lang woonde en de kinderen hier al naar school gingen, wilde de overheid hen niet uit hun vertrouwde omgeving halen.
Maar dan kende de familie opnieuw tegenslag en werden ze opnieuw geweigerd. Ze keerden terug naar een vluchtelingencentrum in Staden, terwijl de kinderen naar school gingen in Izegem. Haar familie kreeg uiteindelijk de toestemming om hier te blijven en ze vonden een huis in Kachtem, een klein dorpje bij Izegem. Zo konden de kinderen naar dezelfde school blijven gaan.
Dit gebeurde allemaal tien jaar geleden, maar alles zit nog fris in Zubaidahs geheugen. De huidige gebeurtenissen in Oekraïne halen al haar herinneringen weer naar boven. Deze gruwelijke verhalen mogen niet ‘ongehoord’ blijven. We moeten ervoor zorgen dat niet alleen haar verhaal, maar ook het verhaal van miljoenen andere oorlogsvluchtelingen, gekend is en gehoord wordt. Niemand verdient het om op deze manier hun thuis te moeten ontvluchten en alles te moeten achterlaten.
Dit artikel werd gepubliceerd door WAT WAT op 07/12/2022.