Je hoort het wel vaker: jongeren zijn minder geëngageerd dan vroeger. Ze zijn lui, passief en onverschillig. Maar klopt dat wel? Wat zeggen de cijfers en experts? En wat zeggen de jongeren zelf?
Er is een kloof tussen jongeren en politiek. The Millennial dialogue toonde aan dat 57% van de jongeren tussen 16 en 25 jaar niet geïnteresseerd is in politiek. Toch is het activisme bij jongeren niet verdwenen. Volgens psychologe Arzu Yentür speelt de omgeving een belangrijke rol. “Als je je omringt met leeftijdsgenoten van een bepaalde ideologie, ben je meer geneigd om die over te nemen. Hoe meer je zoekt naar een identiteit, hoe meer beïnvloedbaar je bent.”
Op zoek naar erkenning
Er is geen vaste leeftijd waarop iemand bewust keuzes maakt. “Bij sommigen begint het bewustwordingsproces vroeg, bij anderen pas rond hun vijftigste”, zegt Yentür. “Jongeren zijn vooral op zoek naar erkenning. Ze willen zich laten horen en geloven in verandering.”
De psychologe ziet bij jonge activisten veel positivisme, hoop en wilskracht, al zijn er ook valkuilen. “Enerzijds is het mooi om een droom te hebben. Anderzijds is het gevaarlijk wanneer politici jongeren voor hen laten spreken.”
Onderzoek wees uit dat 85% van de jeugd zich nooit kandidaat zou stellen voor een politieke partij. Uit een enquête bleek dat slechts één op drie Europese jongeren de afgelopen twee jaar een petitie tekende. Dat percentage is het op één na laagste van alle generaties. Jongeren zijn wel kampioen in het online verkondigen van hun mening (42%).
Ongeveer 5% van de millennials nam al deel aan een politieke bijeenkomst en het dubbele daarvan was betrokken bij een betoging. Onderzoekers concluderen dat jongeren niet minder actief zijn dan oudere generaties, maar dat er wel een verschuiving is van traditionele naar alternatieve vormen van activisme.
Volgens 66% van de bevraagde jongeren negeren politici de mening van jonge mensen. Daarom is er nood aan nieuwe stemmen, meent Yentür, zeker in steden met veel jongeren van diverse achtergronden. “Vooral die jongeren willen gehoord worden.”
Sakina (19): “Groepsgevoel is indrukwekkend”
De Antwerpse Sakina Tahiri (19) demonstreerde onlangs voor de allereerste keer. Ze stapte mee in De Grote Parade, georganiseerd door de burgerbeweging Hart Boven Hard. Ze liep mee met haar vriendinnen van Kras Jeugdwerk Borgerhout. Het was de eerste keer dat ze meedeed aan zo’n manifestatie, maar ze kreeg meteen de smaak te pakken. “Het was indrukwekkend, keiveel mensen en nog meer lawaai. Op het einde van de dag had ik zelfs oorpijn! Ik vind het leuk dat je omringd wordt door zo’n enorme groep die dezelfde mening deelt.”
Hayat (22): “Ik verbloem de waarheid niet”
Op haar twintigste wou Hayat Khalifa meer doen voor het Rode Kruis dan bloed doneren. Ze gaf zich op als vrijwilligster en deelde soep uit aan daklozen. Uit die eerste ervaring heeft de Brusselse veel geleerd. “Er bestaan veel vooroordelen over armen. Je mag ze niet als zodanig behandelen, want dan worden ze minder enthousiast. Het zijn mensen zoals jij en ik.”
Haar ervaringen neemt ze mee in haar lerarenopleiding. “In het onderwijs kom je vaak in contact met kansengroepen. Als je die kan begrijpen, haal je daar als leerkracht veel voordeel uit.”
Toch wil Hayat vrijwilligerswerk niet al te rooskleurig voorstellen. “Je verdient er geen geld mee, terwijl je er wel veel energie insteekt. Ik verbloem de waarheid niet voor mijn vrienden, maar als ze zeggen dat ‘het allemaal profiteurs zijn’, ga ik er wel tegenin. Ons beeld van daklozen is gecreëerd door de media.”