© Facebook

Nog tot zondag is het in Antwerpen Gay Pride. Maar nog steeds is het niet altijd vanzelfsprekend om als homoseksueel jezelf te zijn in deze schijnbaar tolerante westerse maatschappij. Yannick Geens (22) uit Heist-op-den-Berg kan daarover getuigen. Wel vaker krijgt hij blikken of woorden naar zijn hoofd geslingerd. Recent was hij in Antwerpen nog het doelwit van homohaat. Toch verkiest hij het gesprek boven het voortdurend wijzen met de vinger. 

Het Theaterplein in Antwerpen deed dienst als decor voor het laatste incident. Twee mannen lopen Yannick voorbij en roepen hem zonder schaamte na. “Ik kwam net terug van de supermarkt met twee zakken in mijn handen, goed zwaar geladen. Twee mannen komen voorbij, ik zie hen al op een bepaalde manier kijken. Je herkent blikken heel snel, en deze waren niet zo heel vriendelijk. Op het moment dat ze mij kruisen hoor ik plots ‘Hey, homo!’

Voor de mannen is het niet meer dan een mop, maar Yannick blijft eerder verweesd achter. “Op zo’n moment wil ik er iets van zeggen, maar op een of andere manier voel je je zo verlamd om er effectief iets aan te doen. Zij zijn uiteindelijk met twee en ik ben alleen.”

“Je voelt je zo verlamd om er effectief iets aan te doen. Zij zijn uiteindelijk met twee en ik ben alleen”

Wat Yannick meemaakte, is voor hem geen alleenstaand geval. Hij krijgt regelmatig zulke opmerkingen of blikken, net zoals andere holebi’s uit zijn vriendenkring. Volgens de twintiger wordt er vaak met de vinger gewezen naar mensen met een buitenlandse origine, terwijl anderen vergeten worden. Yannick meent dat ook de generatie van 30- tot 60-jarigen het moeilijk heeft met een andere geaardheid. “Die keer op het Theaterplein hadden de twee mannen een andere achtergrond, maar ik denk niet dat het aan afkomst ligt. Als ik naar een dorp of een kleinere stad ga, zie ik meer mama’s en papa’s die vreemd naar mij kijken of mij anders behandelen.”

Kleine dorpjes

In kleinere dorpen is het moeilijker om jezelf te zijn dan in pakweg grote steden zoals Antwerpen, waar tolerantie volgens Yannick voor minderheden duidelijk voelbaar is. Toch blijft het gevoel anders te zijn steeds in de lucht hangen. “Antwerpen is ook een beetje een aantrekkingspool, kijk maar naar de Gay Pride. Maar voor veel mensen, zowel in Antwerpen als in kleine dorpen, blijft het toch provocerend om met je vriend hand in hand op straat te lopen.”

“Publieke affectie is voor veel mensen nog moeilijk. En als je hetero bent, denk je niet na over hoe je van iemand afscheid neemt. Je geeft elkaar een knuffel of een kus, je doet wat je gewoon bent. Maar ik denk daar wel over na. Ik kijk naar de buurt waar ik ben, of er iemand is die er aanstoot aan kan nemen. Onbewust ben ik daar mee bezig.”

“Als hetero denk je niet na over hoe je van iemand afscheid neemt”

Yannick denkt dat als iedereen zijn stem kan laten horen, ook tegenstanders van holebi’s, er pas een dialoog tot stand kan komen. “Ik heb liever dat tegenstemmen gehoord worden – dat kortom iedereen gehoord kan worden – en dat alles ter discussie kan staan. Dan pas kan er een gesprek ontstaan en hoeft er niet met de vinger gewezen te worden. Het is uiteindelijk makkelijk om te zeggen dat niemand je begrijpt of dat je achtergesteld wordt, als je ‘tegenstander’ niet gehoord wordt. Als je die mensen de kans geeft, denk ik dat ook zij erover in gesprek willen gaan.”

Voor veel mensen bestaat er nog steeds een drempel om over het onderwerp te praten, maar Yannick vindt dat er een positieve evolutie is. De LGBTQA+ gemeenschap laat meer van zich horen, en hoopt dat de tegenstemmen dat in de toekomst ook vaker – zonder geweld – zullen doen.

vorige volgende